ECLI:NL:RBDHA:2022:7972

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 augustus 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.20434
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging verblijfsrechtelijke procedures na vrijwillig vertrek met IOM

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de beëindiging van verblijfsrechtelijke procedures van eiser, die de Armeense nationaliteit bezit. Eiser had eerder een asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Dit besluit werd door de rechtbank in een eerdere uitspraak bevestigd, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep van eiser gegrond verklaard en de zaak terugverwezen naar de rechtbank.

Eiser heeft op 14 januari 2022 via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zijn land verlaten en is naar Armenië vertrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de vertrekverklaring heeft ondertekend, maar hij betwistte dat hij de inhoud daarvan begreep, omdat deze niet in een voor hem begrijpelijke taal was opgesteld. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de verklaring onvrijwillig of zonder kennis van de inhoud heeft ondertekend.

De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij het beroep, aangezien hij vrijwillig is vertrokken en de openstaande verblijfsprocedures zijn beëindigd. De rechtbank verklaart het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter K.M. de Jager en openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.20434

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. F. Boone),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. van der Zijde).

Procesverloop

Bij besluit van 3 september 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het daartegen ingestelde beroep (zaaknummer 21.14418) heeft deze rechtbank en zittingsplaats bij uitspraak van 23 november 2021 ongegrond verklaard. [1]
Bij uitspraak van 7 juni 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) het door eiser ingestelde hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van 23 november 2021 vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank. [2]
Op 14 juni 2022 heeft de rechtbank partijen bericht dat de behandeling van de terugverwezen zaak wordt voortgezet onder zaaknummer NL21.20434.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op de uitspraak van de Afdeling van 7 juni 2022. Verweerder heeft op 23 juni 2022 van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
De rechtbank heeft eiser in de gelegenheid gesteld te reageren op de brief van verweerder van 23 juni 2022, hetgeen hij heeft gedaan bij brief van 30 juni 2022
Verweerder heeft op 11 juli 2022 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiser stelt dat hij is geboren op [Geboortedatum] en dat hij de Armeense nationaliteit bezit.
2. Bij bericht van 23 juni 2022 heeft verweerder de rechtbank laten weten dat eiser op 14 januari 2022 via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) is vertrokken naar Armenië.
3. Eiser voert allereerst aan dat uit de door hem ondertekende vertrekverklaring niet blijkt dat, in een voor hem begrijpelijke taal, is uitgelegd wat in de vertrekverklaring staat en waarvoor hij tekent. Aangezien hij geen Nederlands of Engels spreekt, heeft hij de verklaring zonder uitleg in het Armeens niet begrepen.
4. Uit de overgelegde vertrekverklaring blijkt dat eiser met behulp van de IOM vrijwillig is vertrokken naar zijn land van herkomst, Armenië. Uit de verklaring blijkt verder dat hij met de ondertekening daarvan heeft ingestemd dat de openstaande verblijfsrechtelijke procedures worden beëindigd. Eiser heeft niet onderbouwd of aannemelijk gemaakt dat hij de vertrekverklaring onvrijwillig of zonder kennis van de inhoud heeft ondertekend. Hieruit leidt de rechtbank af dat eiser niet langer aanspraak wenst te maken op een verblijfsvergunning asiel.
5. De rechtbank volgt eiser ook niet in de stelling dat de IOM eiser niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn gemachtigde op de hoogte te stellen van de vertrekverklaring, nu deze stelling in het geheel niet is onderbouwd.
6. Verweerder heeft zich tot slot onder verwijzing naar vaste Afdelingsjurisprudentie terecht op het standpunt gesteld dat vreemdelingen door ondertekening van een vertrekverklaring lopende verblijfsprocedures bij de IND kunnen intrekken. [3] De stelling van eiser dat de ondertekende verklaring geen gevolg heeft voor de asielprocedure, omdat het een overeenkomst tussen de IOM en eiser betreft, slaagt daarom niet.
7. De rechtbank overweegt dat eiser geen procesbelang meer heeft bij het beroep. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

3.Zie de uitspraken van de Afdeling van 6 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4014 en 18 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:797.