Overwegingen
1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en de Armeense nationaliteit te bezitten. Op 13 augustus 2021 heeft hij een asielaanvraag ingediend in Nederland. Daaraan heeft hij het volgende ten grondslag gelegd. Eiser is op medische gronden vrijgesteld van militaire dienstplicht in Armenië. In 2020 werd hij opgehaald, waarna hij heeft gediend in het leger. Hij is op 30 oktober 2020 gedeserteerd. Hij wordt beschuldigd van vluchten uit dienst en het niet inleveren van zijn dienstwapen. Daarnaast is er, toen eiser al in Nederland was, een oproep voor mobilisatie afgegeven. Hier heeft hij geen gehoor aan gegeven. Hiervoor zal hij in strafrechtelijke detentie worden geplaatst bij terugkeer naar Armenië.
2. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst
- Militaire dienst en vrijstelling
- Desertie en beschuldiging verliezen wapen
- Oproep voor mobilisatie
3. Verweerder heeft de verklaringen van eiser over zijn identiteit, nationaliteit en herkomst gevolgd. Eiser wordt ook gevolgd in zijn verklaringen over militaire dienst en vrijstelling. Eiser wordt door verweerder echter niet gevolgd in zijn verklaringen dat hij is gedeserteerd en dat hij problemen ondervindt na het verliezen van zijn wapen. Ook wordt de oproep voor mobilisatie niet gevolgd.
4. Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit. Op wat eiser daartegen heeft aangevoerd, wordt hierna ingegaan.
De rechtbank overweegt als volgt.
5. Anders dan eiser heeft aangevoerd, heeft verweerder terecht geen medisch onderzoek laten uitvoeren om eventuele gebreken bij het gehoor vast te stellen. Tijdens het gehoor heeft eiser verklaard dat hij zich lichamelijk en geestelijk in staat voelde om het gehoor te laten plaatsvinden.1 Hij heeft verklaard dat hij last heeft van aandoeningen aan zijn aderen, pijn in zijn zij en af en toe wat steken rond het hart. Hij heeft verklaard dat hij het zou aangeven als hij moeite had met vragen en als hij behoefte had aan een pauze.2 Op verzoek van eiser is tijdens het gehoor weliswaar ook een pauze ingelast, maar dit hield geen verband met zijn (gestelde) gezondheidsklachten.3 Verder heeft eiser bij de afronding van het gehoor aangegeven dat hij geen op- of aanmerkingen had.4 Omdat eiser tijdens het gehoor niet heeft aangegeven dat hij niet in staat was om verklaringen af te leggen vanwege zijn gezondheidsproblematiek en hij dit daarna ook niet met medische stukken heeft onderbouwd, heeft verweerder terecht geen (nader) medisch onderzoek laten uitvoeren. Eiser is voldoende in de gelegenheid gesteld om de redenen van zijn vertrek uit Armenië toe te lichten en hij heeft daarna ook de mogelijkheid gehad om correcties en aanvullingen op het gehoor in te dienen. Verweerder heeft daarom van de verklaringen die eiser tijdens het gehoor heeft afgelegd mogen uitgaan.
6. Tussen partijen is niet in geschil dat Armenië is aangewezen als veilig land van herkomst, met uitzondering van LHBTI’s en personen van wie aannemelijk is dat ze in strafrechtelijke detentie zullen worden geplaatst.5 De rechtbank dient daarom te beoordelen of eiser aannemelijk heeft gemaakt dat hij onder de vermelde uitzonderingscategorieën valt of dat Armenië voor hem anderszins niet als veilig land kan worden aangemerkt.
7. Eiser heeft verklaard dat hij in 2020 is opgehaald en vervolgens heeft gediend in het leger. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat eiser vaag en onduidelijk heeft geantwoord op de vraag of hij voor de periode van 29 september 2020 tot 30 oktober 2020 was aangesteld of dat hij eerder is vertrokken. Zo heeft eiser geantwoord dat hij werd gedwongen om tot het einde te blijven, maar dat ze hem kwijt zijn geraakt.6 Op de vervolgvraag of eiser de dienst eigenlijk nog niet had mogen verlaten, antwoordt eiser dat als het aan het leger lag, hij tot het einde van de oorlog zou zijn gebleven. Eiser heeft verder geantwoord dat hij het niet weet, dat het niet te voorspellen is en dat ze misschien verwachten dat je tot het einde blijft. Met deze antwoorden heeft eiser niet specifiek
1. Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 4.
2 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 4 en 5.
3 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 10. 4 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 19. 5 Zie
Kamerstukken II2019/20, 19637, nr. 2594. 6 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 14.
verklaard over zijn vertrek uit dienst. De stelling in beroep dat het niet logisch zou zijn geweest als eiser tot 30 oktober 2020 zou zijn aangesteld, omdat het staakt het vuren pas op 10 november 2020 is ingegaan, kan niet tot een andere conclusie leiden. Nu de gestelde desertie van eiser de kern van zijn relaas betreft, mocht verweerder van eiser verwachten dat hij hierover specifieker zou kunnen verklaren dan hij heeft gedaan.
8. Verweerder heeft verder terecht aan eiser tegengeworpen dat hij wisselend heeft verklaard over het aantal keren dat de Armeense autoriteiten na zijn desertie bij hem thuis zijn gekomen. Zo heeft eiser allereerst verklaard dat ze elke tien dagen aan huis, op de binnenplaats of op het werk langskwamen.7 Eiser heeft echter ook verklaard dat ze één of twee keer per maand bij hem thuis kwamen.8 Vervolgens heeft eiser verklaard dat ze vier of vijf keer op huisbezoek zijn geweest.9 Daarna heeft eiser weer verklaard dat hij niet weet wanneer ze zijn geweest, maar dat ze één keer in de maand of vaker kwamen.10 Van eiser kan niet worden verwacht dat hij een lijst met data bijhoudt wanneer de autoriteiten zijn huis hebben bezocht, maar verweerder heeft wel van eiser mogen verwachten dat hij in ieder geval consistent kon verklaren, nu de huisbezoeken toezien op de kern van zijn relaas.
9. Ook het tijdsverloop tussen de desertie en de gestelde problemen met de autoriteiten heeft verweerder bevreemdingwekkend kunnen achten. Eiser stelt immers dat hij op 5 november 2020 thuis is gekomen. Dat eiser vervolgens pas eind januari, begin februari 2021 problemen begon te ervaren met de autoriteiten, heeft verweerder daarom opmerkelijk kunnen vinden. De stelling van eiser dat dit een niet onderbouwde aanname betreft, leidt er niet tot dat hij de door hem gestelde problemen alsnog aannemelijk heeft gemaakt. Dit kan daarom niet leiden tot een gegrondverklaring van het beroep.
10. Verweerder heeft in het bestreden besluit vastgesteld dat eiser geen documenten heeft overgelegd ter onderbouwing van de gestelde oproep tot mobilisatie. Het in beroep door eiser overgelegde document valt ook niet als dusdanig aan te merken. Uit dit document blijkt slechts dat eiser is opgeroepen voor een verzameling voor een training van 27 augustus tot 27 november 2021. Dit doet verder afbreuk aan de geloofwaardigheid van eisers relaas. Gelet hierop wordt eiser evenmin gevolgd in de stelling dat hem een gevangenisstraf staat te wachten bij terugkeer, omdat hij geen gehoor zou hebben gegeven aan een oproep tot mobilisatie.
11. Verweerder heeft tot slot aan eiser kunnen tegenwerpen dat hij Armenië probleemloos en op legale wijze heeft kunnen uitreizen. De rechtbank volgt eiser niet in de enkele stelling dat dit niet vreemd was, nu eiser steeds te traceren was en de oproep tot mobilisatie nog niet was aangekondigd. De gestelde oproep tot mobilisatie was weliswaar nog niet verstrekt, maar eiser ervoer al ruim een half jaar voor zijn vertrek uit Armenië problemen aan de zijde van de autoriteiten. Het valt dan ook niet in te zien dat de autoriteiten geen stappen tegen hem hebben ondernomen toen eiser het land wilde verlaten.
12. Gelet op het voorgaande heeft verweerder de verklaringen van eiser over zijn desertie en beschuldiging van het verliezen van zijn wapen, alsmede de oproep tot mobilisatie niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Eiser heeft daarom niet aannemelijk
7 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 13. 8 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 15. 9 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 17. 10 Rapport gehoor veilig land van herkomst, p. 17.
gemaakt dat hij onder één van de uitzonderingscategorieën valt voor wie Armenië niet een veilig land van herkomst is. Eiser heeft ook anderszins niet aannemelijk gemaakt dat hij niet de bescherming van de Armeense autoriteiten in zou kunnen roepen of dat deze autoriteiten eiser niet zouden kunnen of willen beschermen. Verweerder heeft eisers asielaanvraag dan ook terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
13. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.