Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 januari 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de Korpschef van politie, verweerder
:mr. F.A.M. Bot).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar, eiser, en de Korpschef van politie, verweerder, over de afwijzing van een aanvraag voor de Toelage Bezwarende Functie (TBF). Eiser, werkzaam als generalist intelligence, had zijn aanvraag voor de TBF over de periode van 1 januari 2010 tot 1 juli 2018 ingediend, met de stelling dat hij recht had op deze toelage op basis van een eerdere uitspraak van de hoogste ambtenarenrechter van 21 november 2019. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, omdat eiser geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden had aangedragen die een heroverweging van het eerdere besluit rechtvaardigden.
De rechtbank overweegt dat een bestuursorgaan bevoegd is om een herhaalde aanvraag inhoudelijk te behandelen, maar kan deze ook afwijzen als er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn. Eiser had niet eerder bezwaar gemaakt tegen het ontbreken van de TBF op zijn loonstrook en was pas op de hoogte van de TBF na de invoering per 1 juli 2018. De rechtbank concludeert dat de uitspraak van de hoogste ambtenarenrechter niet kan worden aangemerkt als een nieuw feit en dat verweerder de aanvraag terecht heeft afgewezen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de TBF niet met terugwerkende kracht aan eiser hoeft te worden toegekend en dat verweerder geen kosten hoeft te vergoeden.
De rechtbank benadrukt dat de afwijzing van de aanvraag naar analogie van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) terecht is, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de afwijzing evident onredelijk maken. Eiser heeft geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden aangedragen die de aanvraag opnieuw zouden rechtvaardigen, en de rechtbank ziet geen aanleiding om ambtshalve te oordelen dat verweerder onredelijk heeft gehandeld.