Uitspraak
17.7332 AW
29 september 2017, 17/1506 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
Op 29 november 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een appellant die sinds 1 augustus 2008 in dienst was bij de gemeente Rotterdam en in het kader van een reorganisatie de status van herplaatsingskandidaat had gekregen. Appellant verzocht om terug te komen van het besluit dat hem deze status toekende, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam wees dit verzoek af, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond.
In hoger beroep voerde appellant aan dat een collega succesvol bezwaar had gemaakt tegen een vergelijkbaar besluit, wat volgens hem een nieuw gebleken feit vormde. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat er geen sprake was van een herhaalde aanvraag, maar van een verzoek om terug te komen van een eerder besluit. Artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht was in dit geval niet van toepassing. De Raad bevestigde dat het college terecht had gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van griffier J. Smolders, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.