ECLI:NL:RBDHA:2022:5928
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van periodieken en herziening van besluiten in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en de korpschef van politie over de toekenning van periodieken voor Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden (OVW). De eiser, een medewerker van de politie, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de korpschef dat zijn aanspraak op OVW-periodieken ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de korpschef in 2021 OVW-periodieken had toegekend en nabetaald vanaf augustus 2020, maar dat de eiser met terugwerkende kracht vanaf 2012 aanspraak maakte op deze periodieken. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij het eerdere aanspraakbesluit niet had ontvangen, en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening van het besluit rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat het aanspraakbesluit in rechte vaststond en dat de weigering van de korpschef om terug te komen op het besluit niet onredelijk was. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.