Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 december 2022 in de zaken tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Tjebbes-arrest gedoemd was te mislukken, aangezien het voor de destijds minderjarige kinderen haast onmogelijk was dat zij concrete plannen zouden hebben naar de EU te reizen.
ex-tunctoetsing). De gronden en stukken van eisers die niet gaan over dit moment of voorzienbare gevolgen op dat moment, hoeft verweerder daarom niet te betrekken in zijn oordeel. Dat geldt ook voor de twee dochters van eiser. Ook voor hen wordt een aparte beoordeling gemaakt uitgaande van de peildatum van 1 april 1993. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten om in het geval van de (toen nog minderjarige) dochters van eiser van de vaste jurisprudentie af te wijken en het peilmoment later te bepalen op het moment dat zij achttien jaar werden. De rechtbank overweegt verder dat de vraag of er een effectieve band met Nederland is of dat het maatschappelijk nut niet gediend is met het verlies van het Nederlanderschap geen verband houdt met het verlies van de rechten van eisers als Unieburgers. Geen omstandigheden zijn aangevoerd die erop duiden dat eisers op 1 april 2013 voornemens waren zich in de EU te vestigen en gebruik te maken van hun Unierechten. Verweerder heeft op basis van het advies van de IND op goede gronden aangenomen dat het verlies van het Nederlanderschap op 1 april 1993 voor eisers geen (op dat moment voorzienbare) onevenredige gevolgen heeft gehad voor de uitoefening van de rechten als EU-burger. Voor een verplichting van het maken van een belangenafweging bestaat geen aanknopingspunt in het arrest
Tjebbesof de wet- en regelgeving. [4]