ECLI:NL:RBDHA:2022:2339
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlies van Nederlanderschap en paspoortaanvraag van een in het buitenland wonende persoon
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een in Israël wonende vrouw met de Amerikaanse en Israëlische nationaliteit, en de minister van Buitenlandse Zaken. Eiseres had een aanvraag voor een Nederlands paspoort ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat verweerder had vastgesteld dat eiseres haar Nederlanderschap had verloren. Dit verlies vond plaats op 1 april 2013, na een ononderbroken verblijf van tien jaar buiten Nederland. Eiseres had bij haar geboorte de Amerikaanse en later ook de Israëlische nationaliteit verkregen, en haar Nederlandse moeder had op 5 juni 1985 geopteerd voor het Nederlanderschap voor eiseres. De rechtbank oordeelde dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor het op de hoogte zijn van de regels omtrent het Nederlanderschap en dat verweerder niet verplicht was om haar individueel te informeren over het verlies van haar Nederlanderschap. De rechtbank concludeerde dat de evenredigheidstoets die verweerder had uitgevoerd, deugdelijk was en dat er geen aanleiding was voor een belangenafweging in dit geval. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.