Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiser], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
3c. eerder een visum, besluit, kennisgeving of aanzegging heeft ontvangen waaruit de plicht Nederland te verlaten blijkt en hij daaraan niet uit eigen beweging binnen de daarin besloten of gestelde termijn gevolg heeft gegeven;
en als lichte gronden vermeld dat eiser:
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4e. verdachte is van enig misdrijf dan wel daarvoor is veroordeeld.
“Betrokkene is veroordeeld voor een winkeldiefstal, gepleegd op 14 juni 2022 en een winkeldiefstal gepleegd op 21 juni 2022. Daarnaast is betrokkene verdachte geweest van winkeldiefstal op 17 juni 2022 en 1 augustus 2022. [..] Uit het feit dat betrokkene diverse maken is aangehouden ter zake winkeldiefstal, blijkt dat betrokkene er voor kiest zijn onrechtmatige verblijf in Nederland te laten voortduren en niet te werken aan zijn vertrek naar Marokko.”laten vallen. Ook heeft verweerder de lichte grond 4e laten vallen.
Beslissing
- verklaart het beroep, geregistreerd onder de nummers NL22.23466 en NL22.23708 ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.