Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 september 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
minister van Justitie en Veiligheid), hierna: de Staat.
Procesverloop
Overwegingen
3° als particulier bediende uitsluitend in dienst is van een onder 1° of 2° bedoeld persoon, mits op hem het stelsel van sociale verzekering van een andere Mogendheid van toepassing is en het verblijf binnen het Rijk geen duurzaam karakter heeft.
Consular Section (Visa & Legalization Department)van de ambassade. Anders dan eiser, is de rechtbank van oordeel dat hij vanwege zijn werkzaamheden bij de ambassade was aan te merken als toegevoegd ambtenaar in de zin van voornoemde bepaling van KB 557. Dat eiser tot het administratieve personeel van de ambassade behoorde, waarvoor later (o.a. in KB 164) nadere regels zijn gesteld, betekent niet dat hij voor de toepassing van KB 557 niet als toegevoegd ambtenaar was aan te merken. De rechtbank vindt hiervoor steun in de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 20 september 1995, ECLI:NL:CRVB:1995:ZB3311, 27 november 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:4516 (r.o. 4.2 en 4.3), en 25 april 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:1455 ( r.o. 4.1.1 [3] ).
uitsluitingvan de verzekering ingevolge de volksverzekeringen leidt.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond
- veroordeelt de Svb tot betaling aan eiser van een schadevergoeding van € 250,-;
- veroordeelt de Staat tot betaling aan eiser van een schadevergoeding van € 250,-;
- veroordeelt de Svb in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 189,75
- veroordeelt de Staat in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 189,75.