ECLI:NL:RBDHA:2021:5838
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening ouderdomspensioen naar de norm van een gehuwde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank, waarbij zijn ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) met ingang van juli 2019 was herzien van de norm van een alleenstaande naar de norm van een gehuwde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 28 mei 2019 in het huwelijk was getreden en dat zijn echtgenote in het buitenland woont en werkt. De eiser betoogde dat hij duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenote, maar de rechtbank oordeelde dat hij hierin niet geslaagd was. De rechtbank overwoog dat, hoewel eiser en zijn echtgenote niet samenwonen, zij regelmatig contact hebben en betrokken zijn bij elkaars leven. De rechtbank concludeerde dat er geen ondubbelzinnige feiten en omstandigheden waren die erop wezen dat eiser en zijn echtgenote duurzaam gescheiden leven. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en het besluit van de Sociale Verzekeringsbank bevestigd.