Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 27 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aan eiseres verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingetrokken met terugwerkende kracht tot 12 maart 2017. Ook is aan eiseres een inreisverbod opgelegd voor de duur van tien jaar.
Overwegingen
Bij een belangenafweging waarin openbare-ordeaspecten een rol spelen, moeten de in de arresten van het EHRM [10] van 2 augustus 2001, Boultif tegen Zwitersland [11] , en van 18 oktober 2006, Üner tegen Nederland [12] , benoemde criteria worden betrokken. Hiertoe behoren onder meer de aard en de ernst van het gepleegde misdrijf, de gedragingen van de betrokken vreemdeling gedurende die tijd en de hechtheid van de sociale, culturele en familiebanden van de betrokken vreemdeling met het gastland en het land van herkomst.
In de banden die eiseres in Nederland heeft opgebouwd ziet verweerder evenmin aanleiding om tot een andere afweging te komen. Weliswaar wegen de banden die eiseres in Nederland heeft opgebouwd in positieve zin mee, maar dit maakt niet dat sprake is van een zeer sterke band met Nederland. De werkzaamheden die eiseres in Nederland verricht, kan ze ook ergens anders verrichten.
Met betrekking tot haar medische behandeling heeft eiseres niet aangetoond dat zij nergens anders de benodigde medische behandeling kan krijgen en voor de behandeling gebonden is aan Nederland. In dit verband acht verweerder van belang dat eiseres door het plegen van de misdrijven op geen enkele wijze rekening heeft gehouden met de normen en waarden die in Europa, en Nederland, gelden. Dit gebrek aan respect voor de samenleving werpt een schaduw over haar verblijf in Nederland en weegt zwaar mee in haar nadeel. Ook weegt in haar nadeel mee dat ze nog altijd als een gevaar voor de openbare orde is aangemerkt. Weliswaar wordt eiseres niet uitgezet naar Uganda maar verweerder vindt het niet onredelijk om van haar te verwachten dat zij buiten Europa haar leven kan leiden en elders haar banden weer op kan bouwen.
Verder motiveert verweerder in het geheel niet in welk ander land buiten Europa eiseres en haar partner [naam 2] hun gezinsleven kunnen uitoefenen en heeft verweerder onvoldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat [naam 2] vanwege zijn werk en de zorg voor zijn ouders gebonden is aan Nederland. Het standpunt dat eiseres op afstand, via verschillende communicatiemiddelen, invulling aan hun gezinsleven kunnen geven, acht de rechtbank onvoldoende in dit kader.
Evenmin is in geschil dat eiseres in Nederland behandeling ontvangt voor haar ernstige hiv-infectie. Het niet nader gemotiveerde standpunt van verweerder, dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij in een ander land niet dezelfde behandeling kan krijgen, acht de rechtbank ook in dit kader een onvoldoende inzichtelijke weging van het belang van eiseres. Weliswaar heeft verweerder terecht gesteld dat eiseres niet heeft onderbouwd dat zij in een ander land geen behandeling zou kunnen krijgen, maar dat laat onverlet dat niet kenbaar is welk gewicht aan het belang van eiseres is gehecht om haar behandeling in Nederland voort te zetten.