Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 november 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
9 oktober 2019 wel beperkt vindt voor het concentreren en verdelen van de aandacht, geeft geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. Op grond van vaste rechtspraak [2] kan er niet aan voorbij worden gegaan dat een door de bedrijfsarts opgestelde FML bedoeld is om de re‑integratiemogelijkheden van de betrokkene in kaart te brengen en dus een ander doel heeft dan de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet WIA. De verzekeringsarts is bij het in kaart brengen van de beperkingen in de FML niet gehouden tot een bijzondere motivering in het geval deze vastlegging een andere uitkomst heeft dan een door de bedrijfsarts opgestelde FML. Daar komt bij dat een medische motivering van het belastbaarheidspatroon van 9 oktober 2019 ontbreekt en dat deze ook geen betrekking heeft op de datum die in deze beroepszaak bepalend is, te weten
4 maart 2020. Nu de arbeidsdeskundige van Margolin uit is gegaan van de door de bedrijfsarts vastgestelde beperkingen, kan ook aan zijn conclusies niet de waarde worden gehecht die eiser wenst.