Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
OLEADING B.V.,
REFLECTION INVESTMENT B.V.,
EASTERN SUN TRADING B.V.,
VCK LOGISTICS SUPPLY CHAIN SOLUTIONS B.V.,
WIKO NETHERLANDS B.V. in liquidatie,
1.De procedure
beide zakenblijkt uit
- het tussenvonnis van 27 mei 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:4632),
- het e-mail bericht van de rechtbank van 29 juni 2020 waarbij de zaak is verwezen naar de rol van 8 juli 2020 voor het nemen van een nadere akte door gedaagden, in reactie op de akten uitlating van Sisvel, en naar de rol van 19 augustus 2020 voor vonnis;
in de zaak 19-884voorts uit:
- het proceskostenoverzicht van Sisvel van 6 maart 2020;
- de brief van 13 maart 2020 zijdens Oppo met een proceskostenoverzicht (productie GP86);
- de akte houdende specificatie proceskosten zijdens BBK van 10 juni 2020, met productie B-GP12;
- het proceskostenoverzicht zijdens Oppo ingediend op 10 juni 2020;
- de akte houdende uitlating over de proceskosten van BBK van 24juni 2020 zijdens Sisvel;
- de akte houdende uitlating over de proceskosten van Oppo van 24juni 2020 zijdens Sisvel,
- de akte houdende reactie op akte houdende uitlating over de proceskosten (met productie) zijdens BBK van 8 juli 2020, met productie B-GP13;
- de akte houdende reactie op uitlating Sisvel proceskosten zijdens Oppo van 8 juli 2020;
in de zaak 19-936voorts uit:
- de akte houdende overlegging nadere productie zijdens Wiko cs van 10 juni 2020, met productie GP25;
- de akte houdende uitlating over de proceskosten van Wiko cs van 24 juni 2020 zijdens Sisvel;
- de akte houdende antwoord uitlating over de proceskosten zijdens Wiko cs van 8 juli 2020.
2.De verdere beoordeling in beide zaken
willing licenseeopgesteld zou hebben, wordt dit gepasseerd. Uit de beslissing in het tussenvonnis volgt immers dat Oppo/Wiko zich ten aanzien van EP 536 terecht op het standpunt heeft gesteld geen licentievergoeding te willen betalen.
wereldwijdelicentie door een scheidsgerecht te laten vaststellen, afwijst. Het ligt dan ook voor de hand dat Oppo in haar FRAND-verweer de wereldwijde markt heeft betrokken. Sisvel heeft geen specifieke tijdregels of onderwerpen genoemd die niet (mede) zouden zien op de Nederlandse procedure. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om een deel van de opgevoerde kosten buiten beschouwing te laten omdat deze niet zouden zijn gemaakt ten behoeve van deze procedure. Het spreekt overigens voor zich dat de kosten, voor zover hier reeds verdisconteerd, niet in een andere procedure opnieuw kunnen worden opgevoerd indien het betreffende rapport aldaar zou worden ingediend.