Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 augustus 2020 in de zaken tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
23 juni 2020 voorlopig en ter zitting op 6 juli 2020 definitief gehonoreerd. Er bestaat daarom geen grond om de beroepen wegens het niet betalen van griffierecht niet-ontvankelijk te verklaren.
SGR 19/6909. Laatstgenoemde zaak is een reeds afgedane belastingzaak, welke is uitgemond in een onbevoegdverklaring.Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat eiser geen verzet heeft gedaan tegen deze uitspraak. Voorts geldt dat op grond van artikel 2.5, zesde lid, van het Procesreglement bestuursrecht rechtbanken (niet-KEI-zaken) 2017 geen griffierecht wordt geheven indien de bestuursrechter niet bevoegd is kennis te nemen van het beroepschrift. Dit betekent dat de kosten waarvoor de bijzondere bijstand is aangevraagd in de onderhavige beroepszaak niet zijn gemaakt en ook niet meer gemaakt zullen worden.
Beslissing
mr. D.R. van der Meer en mr. D. Biever, leden, in aanwezigheid van mr. R.A.E. Bach en mr. J.P. Brand, griffiers. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.