“Verzoek om informatie
Hierboven heb ik bij: "Situatie voor 2010" en "Situatie na 2010" uiteengezet waarom ik verdere informatie over de [trust 1] , [trust 2] en [Trust] trust wil ontvangen wat van belang zou kunnen zijn voor de belastingheffing. Ik verzoek u derhalve de volgende vragen te beantwoorden.
Ik verzoek u van de effecten- /bankrekening(en) t.n.v. [Limited 2] , [Limited 1] en [Limited 3] de afschriften van de jaaroverzichten en de afschriften van de bij- en afschrijvingen te verstrekken vanaf 1 januari 2006 tot en met heden (voor zover nog niet in mijn bezit).
Waren er credit of debitcards afgegeven voor de rekening(en)? Zo ja, wie had de beschikking over deze kaart(en)? Voor welke rekening was dit precies? Ik verzoek u alle correspondentie te verstrekken omtrent de aanvraag en afgifte van de eventuele credit- of debitcard.
Op welke wijze kan het (belegde) vermogen bekeken, beheerd of anderszins gevolgd worden? Graag ontvang ik de gegevens van alle personen die een bevoegdheid hadden.
Wie bepaalt er wat het beleggingsbeleid is voor de trusts, de onderliggende limiteds en daaraan gekoppelde bankrekening? Ik ontvang hiervan graag alle correspondentie en formulieren (zowel schriftelijke als digitale correspondentie).
Ik verzoek u om alle correspondentie tussen de bank, UBO, trustees, protector inzake opnamen, uitkeringen en anderszins te verstrekken.
Ik verzoek u om het klantacceptatie formulier en het UBO-formulier van de rekeningen bij [I] .
Ik verzoek u om een afschrift te verstrekken waaruit blijkt wie bij de bank geregistreerd staan als "clients".
Ik zie dat het saldo van de rekening bij [I] van zowel [Limited 2] als [Limited 1] op 14- 12-2016 wordt overgeboekt naar (hoogstwaarschijnlijk) een andere rekeningen bij [I] .
a. Graag ontvang ik alle correspondentie omtrent deze overboeking,
b. Ik verzoek u aan te geven naar welke rekening en ten name van wie deze gelden zijn overgemaakt.
c. Ik ontvang graag de besluiten van de trusts ten aanzien van het overboeken van het vermogen naar een andere rekening en de eventuele opheffing van de rekening(en)
d. Ik ontvang graag de bestuursbesluiten van de limiteds inzake de overboeking en eventuele opheffing.
9. Ik verzoek u om een afschrift te verstrekken van de eventuele opheffing van de rekening.
10. Uit de bankafschriften blijkt dat er betalingen worden verricht aan [Limited 4] . Ik verzoek u alle facturen en correspondentie te verstrekken omtrent de diensten die [Limited 4] . verricht voor de trusts, limiteds en begunstigden.
11. Ik ontvang graag alle correspondentie en overige stukken met betrekking tot de overgang van [trust 3] Company Limited naar [company] . (BVI) Limited.
12. Uit de bankafschriften van zowel [Limited 2] als [Limited 1] blijkt een storting/ontvangst van [bank 1] . In welke hoedanigheid wordt het geld ontvangen? Van wie werd dit geld ontvangen? Ik ontvang graag de uitgebreide bankafschriften van deze storting waaruit blijkt wat de tegenrekening en de tenaamstelling is bij [bank 2] .
13. Ik verzoek u alle stukken te verstrekken die betrekking hebben op het opheffen van de trusts eind 2016.”.
13. Bij brief van 21 juni 2018 licht eiseres toe waarom het vermogen in de trust niet aan haar kan worden toegerekend. Zij stelt dat de vragen in de brief van 17 mei 2018 daarom niet relevant zijn voor de heffing en dus niet beantwoord zullen worden en dat zij niet beschikt over de gevraagde bescheiden.
14. Bij brief van 12 juli 2018 verwijst verweerder naar de op grond van artikel 47 van de Awr op eiseres rustende verplichting om gegevens of inlichtingen te verstrekken die voor de belastingheffing van belang kunnen zijn en stelt hij zich op het standpunt dat de vragen die zijn gesteld onder die verplichting vallen. Eiseres wordt nogmaals verzocht de vragenbrief van 17 mei 2018 te beantwoorden. Verweerder wijst er daarbij op dat indien geen of onvolledige informatie wordt verstrekt, overwogen kan worden een informatiebeschikking uit te reiken en dat - als deze informatiebeschikking onherroepelijk is geworden - (navorderings)aanslagen naar geschatte bedragen (en mogelijk ook ter behoud van rechten) moeten worden opgelegd, waarbij de bewijslast ingevolge artikel 25, derde lid en artikel 27e van de Awr wordt omgekeerd en verzwaard in bezwaar en beroep.
15. Het CLO heeft in augustus 2018 van de fiscale autoriteiten uit Duitsland informatie over de [trust 1] en [Limited 1] . ontvangen. Het gaat onder meer om:
- de hiervóór onder 3 en 4 vermelde concept-letter of wishes en e-mail van [K] ;
- jaarstukken van [Limited 1] . over de jaren 1999, 2007 en 2009;
- facturen van [managers] ;
- een resolution of directors [Limited 1] . van 11 oktober 2007;
- een brief van [J] aan [company] van 8 januari 2008;
- diverse notices/minutes of general meetings en diverse e-mailberichten.
Deze informatie is doorgezonden naar verweerder.
16. Bij brief van 31 augustus 2018 heeft eiseres de volgende stukken aan verweerder overgelegd:
- handtekeningenformulier van de bankrekening van [Limited 1] .;
- openingsformulieren van de bankrekening van [Limited 1] ., waaronder de UBO-formulieren.
17. Bij brief van 11 september 2018 heeft verweerder eiseres onder andere bericht dat hij van derden voormelde concept-letter of wishes en e-mail van [K] heeft ontvangen. Tevens wordt eiseres in deze brief uitgenodigd voor een gesprek, om de behandeling van het dossier te bespoedigen. Daarbij is eiseres erop gewezen dat zij op grond van artikel 41 van de Awr verplicht is te verschijnen bij dit gesprek.
18. Bij brief van 2 oktober 2018 heeft eiseres de volgende stukken aan verweerder overgelegd:
- bankbescheiden [Limited 1] . over de periode 2006 tot en met 2011;
- bankafschrift bankrekening [B] met betrekking tot uitbetaling op
14 december 2016 van een bedrag van € [geldbedrag] vanaf de rekening van [Limited 1] . op zijn bankrekening;
- brief van de bank met betrekking tot de opheffing van de bankrekening [Limited 1] . op 27 december 2016;
- facturen van [company] voor de jaren 2014 en 2015;
- e-mail van 22 december 2016 van [B] over opheffing van de vennootschap en de trust.
19. Het hiervóór onder 17 bedoelde gesprek heeft op 13 november 2018 plaatsgevonden. Eiseres is bij dat gesprek bijgestaan door haar gemachtigden. Tijdens dit gesprek heeft eiseres onder meer (en voor het eerst) verklaard dat de truststructuur inmiddels is opgeheven en dat het gehele vermogen van de trust in de zomer van 2017 via [B] aan haar is overgemaakt. Tijdens dit gesprek is voorts gesproken over de mogelijkheid om overeenstemming te bereiken. Bij e-mailbericht van 17 december 2018 hebben de gemachtigden verweerder laten weten dat bij de stand van zaken van dat moment een compromis niet voor de hand ligt.
20. Bij brief van 17 januari 2019 heeft verweerder aangekondigd navorderingsaanslagen IB/PVV over de jaren 2006 tot en met 2015 en een aanslag IB/PVV over het jaar 2016 aan eiseres op te gaan leggen, omdat - kort samengevat - het aannemelijk is dat eiseres een concrete aanspraak had op het vermogen in de trust. Eiseres kreeg, aldus verweerder in die brief, op verzoek of op vrijwillige basis (zo goed als) jaarlijks giften van [B] en daarvóór van haar stiefvader. Eiseres had zich kunnen en moeten beseffen dat er ‘een potje’ was waar zij recht op had. Verder stelt verweerder dat aannemelijk is dat [B] eiseres na het overlijden van de stiefvader heeft geïnformeerd over het erfdeel dat aan haar toekwam, maar dat een deel van dat vermogen om fiscale redenen was afgezonderd in de trust.
21. Op 30 januari 2019 heeft verweerder aan eiseres de aangekondigde navorderingsaanslagen over de jaren 2006 tot en met 2015 opgelegd. Op 8 februari 2019 heeft verweerder de aangekondigde aanslag over het jaar 2016 opgelegd.
22. Eiseres heeft op 5 maart 2019 bezwaar gemaakt tegen de (navorderings)aanslagen. De termijn om te beslissen op de bezwaarschriften is, met instemming van eiseres, verlengd tot 1 juli 2019.
23. De bezwaarbehandelaar had bij de behandeling van de bezwaren behoefte aan aanvullende informatie en heeft bij brief van 16 april 2019 de volgende aanvullende vragen gesteld:
“Uit meerdere jaarrekeningen van [Limited 1] (hierna: de limited) blijkt dat de limited een vordering heeft op [C] [B] . Ongeacht de verhouding van uw cliënte tot de truststructuur behoort deze vordering (indirect) tot het vermogen van de [trust 1] , nu de 100% dochter van deze trust de vordering op [C] [B] had. Om de aard van de vordering te kunnen bepalen verzoek ik u hierover de volgende vragen te beantwoorden c.q. informatie te verstrekken:
Graag ontvang ik een kopie van de leningsovereenkomst tussen de limited en [C] .
Indien er geen schriftelijke leningsovereenkomst is opgesteld, verzoek ik u toe te lichten onder welke voorwaarden de lening is afgesloten (rente, looptijd, zekerheden, aflossingsschema).
Met welk doel is de lening afgesloten? Graag ontvang ik een afschrift van de correspondentie tussen het bestuur van de limited en [C] over de aard en het doel van de lening.
Indien de lening aan [C] voor de opheffing en liquidatie van de truststructuur in 2016 is afgelost of kwijtgescholden, verzoek ik u hiervan de onderliggende stukken toe te zenden, alsmede de gevoerde correspondentie over de reden van het aflossen dan wel kwijtschelden van de vordering.
Indien de vordering van de limited op [C] ten tijde van de opheffing en liquidatie van de truststructuur in 2016 nog bestond, verzoek ik u met onderliggende stukken toe te lichten op welke wijze de vordering is vereffend dan wel aan wie deze vordering is gecedeerd.”.
24. Vervolgens heeft verweerder bij brief van 20 mei 2019, onder verwijzing naar de vragenbrief van 16 april 2019, verzocht om inzage in de volgende stukken:
“Ik verzoek om inzage in de administratie, dat wil zeggen de volledige boekhouding van [trust 1] en [Limited 1] . De begrippen 'administratie' en 'boekhouding' dienen te worden opgevat in de meest ruime zin van deze woorden en te worden uitgelegd naar Nederlandse fiscale maatstaven vanaf het moment van instellen van de truststructuur tot en met opheffing. Het gaat om alle boeken en bescheiden die zijn bijgehouden en de stukken die hieraan ten grondslag liggen, zoals facturen, bankafschriften en vermogensoverzichten. Tevens gaat het onder andere om akten, overeenkomsten (bijv. van geldlening, transacties), correspondentie per brief, fax, e- mails (o.a. tussen betrokkenen en het bestuur en de (financiële) dienstverleners) en (bestuurs)besluiten. Alleen geldt dit verzoek niet voor stukken van geheimhouders en stukken die onder het fairplaybeginsel vallen.”.
Tevens heeft verweerder in die brief eiseres verzocht om op grond van artikel 47 van de Awr de informatie te verstrekken en erop gewezen dat hij, indien geen of onvolledige informatie wordt verstrekt, genoodzaakt is om een informatiebeschikking af te geven.
25. Eiseres heeft bij brief van 5 juni 2019 op voormelde vragenbrieven van verweerder gereageerd, waarbij zij nog de volgende stukken heeft overgelegd:
- een leenovereenkomst (reimbursement agreement) tussen [B] en [Limited 1] . van 29 juli 1999;
- jaarstukken [Limited 1] . over de jaren 2012 tot en met 2015;
- een brief van [company] van 28 maart 2018, waarin bevestigd wordt dat [company] per
30 maart 2018 aftreedt als trustee van de trust.
In deze brief staat tevens dat alle beschikbare en verzochte stukken aan verweerder zijn verstrekt en wordt verweerder gevraagd het informatieverzoek in te trekken.
26. Vanaf 12 juni 2019 is tussen verweerder en de gemachtigden per e-mail en (eenmalig) telefonisch contact geweest over de wens van verweerder om op korte termijn en bij voorkeur in aanwezigheid van [B] een gesprek te hebben over het geschil. Eiseres heeft uiteindelijk op 2 juli 2019 laten weten dat zij op 6 of 17 september 2019 beschikbaar is voor een gesprek waarbij eiseres zelf, haar gemachtigden en [B] aanwezig kunnen zijn. In reactie hierop bericht verweerder dat hij wil dat in juli 2019 nog een bespreking plaatsvindt, waarbij het niet beschikbaar zijn van [B]
“voor lief”wordt genomen.
27. Per brief van 5 juli 2019 is eiseres door de bezwaarbehandelaar opgeroepen voor een gesprek op 17 juli 2019 of 14 augustus 2019.
28. Per e-mail van 8 juli 2019 heeft eiseres bericht dat zij niet begrijpt waarom verweerder nu verzoekt om een gesprek buiten aanwezigheid van [B] , dat zij verweerder al uitgebreid verteld heeft wat zij (nu) weet en dat het opnieuw voeren van hetzelfde gesprek geen relevantie heeft voor de belastingheffing. Tevens bericht zij dat zij er inmiddels van afziet om nog in gesprek te gaan.
29. Bij afzonderlijke brief van 8 juli 2019 heeft eiseres verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op de bezwaarschriften tegen de hiervóór onder 21 genoemde (navorderings)aanslagen.
30. In de periode tussen 8 juli 2019 en 18 juli 2019 zijn eiseres en verweerder per e-mail blijven communiceren over het gesprek en de vraag welke informatie verweerder nog wil ontvangen. Verweerder heeft daarbij onder meer bij e-mailbericht van 17 juli 2019 eiseres verzocht om de ingebrekestelling in te trekken teneinde de dialoog tussen partijen voort te zetten. Tot een gesprek en/of het verstrekken van nadere informatie is het niet gekomen.
31. Bij brief van 17 juli 2019 heeft de bezwaarbehandelaar, onder verwijzing naar artikel 47 van de Awr, nogmaals benoemd welke informatie zij wil ontvangen, namelijk inzage in - kort gezegd - de administratie, dat wil zeggen de volledige boekhouding van [trust 1] en [Limited 1] . In die brief staat tevens vermeld dat de bezwaarbehandelaar na verstrekking van deze informatie een mondelinge toelichting wil ontvangen en antwoord wil op de vragen die opkomen na bestudering van de nog te ontvangen informatie en op de vragen die nog onbeantwoord zijn gebleven. Eiseres is verzocht de informatie vóór 17 augustus 2019 toe te zenden. Bij e-mailbericht van 18 juli 2019 heeft eiseres aangegeven dat zij vóór 17 augustus 2019 zal reageren op het informatieverzoek en dat zij de ingebrekestelling handhaaft.
32. Vervolgens heeft verweerder op 18 juli 2019 aan eiseres de onderhavige informatiebeschikking gegeven, waarin is verzocht om inzage in de volledige administratie van [trust 1] en [Limited 1] ., dat wil zeggen de volledige boekhouding van [trust 1] en [Limited 1] . In de informatiebeschikking is - voor zover van belang - het volgende opgenomen:
“1. (...) De begrippen ‘administratie’ en ‘boekhouding’ dienen te worden opgevat in de meest ruime zin van deze woorden en te worden uitgelegd naar Nederlandse fiscale maatstaven vanaf het moment van instellen van de truststructuur tot en met opheffing. Het gaat om alle boeken en bescheiden die zijn bijgehouden en de stukken die hieraan ten grondslag liggen, zoals facturen, bankafschriften en vermogensoverzichten, alsmede om akten, overeenkomsten (bijv. van geldlening, transacties), correspondentie per brief, fax, e-mails (onder andere tussen betrokkenen en het bestuur en de (financiële) dienstverleners) en (bestuurs)besluiten. Stukken van geheimhouders en stukken die onder het fairplaybeginsel vallen, hoeven niet te worden verstrekt, mits goed gedocumenteerd.
2. Na verstrekking van de genoemde gegevensdragers een mondelinge toelichting en antwoord op de vragen die opkomen na bestudering van de nog te ontvangen informatie zoals genoemd in onderdeel 1 en antwoord op vragen die nog onbeantwoord zijn gebleven.”.
33. Eiseres heeft op 25 juli 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op de bezwaarschriften tegen de (navorderings)aanslagen.
34. Op 28 augustus 2019 heeft eiseres bezwaar ingesteld tegen de informatiebeschikking. In de bezwaarfase heeft eiseres geen nieuwe informatie verstrekt.
35. Bij uitspraak op bezwaar van 21 november 2019 heeft verweerder het bezwaar tegen de informatiebeschikking deels gegrond verklaard. Daarbij heeft verweerder vermeld:
“Ik verklaar uw bezwaar deels gegrond, met dien verstande dat de afgegeven informatiebeschikking rechtmatig is omdat door uw cliënte niet aan haar informatieverplichting van artikel 47 AWR wordt voldaan, maar ik deze herzie voor wat betreft de stukken in de administratie die al wel zijn verstrekt en de nog niet specifieke vervolgvragen na verstrekking van de gevraagde informatie”.
36. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft eiseres bij vonnis in kort geding van 4 december 2019 bevolen om binnen 45 dagen na betekening van het vonnis volledig en onvoorwaardelijk mee te werken aan het verstrekken aan de Belastingdienst van inzage in de administratie, dat wil zeggen de volledige boekhouding van [trust 1] en [Limited 1] ., vanaf het moment van instellen van de truststructuur tot en met opheffing (waarbij de begrippen ‘administratie’ en ‘boekhouding’ moeten worden uitgelegd naar Nederlandse fiscale maatstaven), waarbij het gaat om alle boeken en bescheiden die hieraan ten grondslag liggen, zoals facturen, bankafschriften en vermogensoverzichten, alsmede om akten, overeenkomsten (bijvoorbeeld van geldleningen en transacties), correspondentie per brief, fax, e-mails en (bestuurs)besluiten en om voormelde gegevens, inlichtingen en/of verklaringen duidelijk, stellig en zonder voorbehoud mondeling en/of schriftelijk te verstrekken. Voorts is eiseres bevolen om - binnen een door de Belastingdienst nader te bepalen termijn - een mondelinge toelichting te geven op de vragen die opkomen na bestudering van de nog te ontvangen informatie en op de vragen die nog onbeantwoord zijn gebleven. Daarbij is eiseres veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 2.500 per dag of een gedeelte van een dag dat zij met de nakoming van één of meer van de bevelen in gebreke is gebleven, tot een maximum van € [geldbedrag] .
37. Op 22 januari 2020 hebben de gemachtigden diverse stukken ter zake van [trust 1] , [Limited 1] ., [trust 2] en [Limited 2] aan verweerder overgelegd. Ter zake van [trust 1] en [Limited 1] . zijn drie ordners met 23 documenten aan verweerder overgelegd:
“1. Trustakte (Settlement [trust 1] )
2. Benoeming protector (Deed)
3. Deed of retirement en correspondentie inzake new trustee
4. Memorandum of association and articles of association of [Limited 1] .
5. Certificate of incorporation [Limited 1] .
6. Certificate of good standing [Limited 1] .
7. Share certificate (100 shares Jos [B] )
Share certificate (100 shares [trust 3] .)
Share certificate (100 shares [company] (BVI) Ltd.)
8. Notices to the annual general meetings 2006 t/m 2012
9. Financial statements 2006 t/m 2015
10. Correspondentie omtrent distributions (consent letters & resolutions) 2006 t/m 2012
11. Facturen [trust 3] . en (vervolgens) [company] Fonseca 2006 t/m 2016
12. Brief [I] bank betreffende sluiting bankrekening per 27-12-2016
14. Account opening request
15. Handtekeningenformulier
17. Handtekeningenformulier
19. Declaration for trusts
20. Power of attorney [H]
21. Asset management mandate (pas necessaire)
22. Bankafschriften en vermogensoverzichten 2012 t/m 2016
23. Bankafschriften en vermogensoverzichten 2006 t/m 2011”.
38. Op 22 januari 2020 hebben de gemachtigden ter zake van [trust 1] en [Limited 1] . in bijlage 3 (productie 20 tot en met 27) van het aanvullend beroepschrift nog de volgende stukken ingediend:
- stukken uit archief van [H] ;
- facturen van [J] en [company] ;
- jaarrekeningen/financial statements van [Limited 1] . en [Limited 2] over de jaren 2006 tot en met 2011;
- settlor letters and distribution resolutions en de minutes van de board meetings [Limited 2] over de jaren 2006 tot en met 2010;
- de minutes van de annual general meeting of the company, de power of attorney en de resolution of the directors of [company] over de jaren 2011 tot en met 2013;
- correspondentie [Limited 1] . over uitkeringen in 2006 en de minutes van de board meetings over de jaren 2006, 2008 tot en met 2013;
- share certificates van [Limited 2] en [Limited 1] ., de certificates of incorporation en de certificates of good standing.
39. Bij brief van 5 februari 2020 heeft verweerder aan de gemachtigden medegedeeld dat eiseres en de zus met hun brief van 22 januari 2020 nog niet aan hun verplichtingen uit het civiele vonnis hebben voldaan. Verweerder schrijft in die brief - voor zover hier van belang - het volgende:
“Na kennisneming van de overgelegde stukken is de Belastingdienst van mening dat uw cliënten thans nog niet hebben voldaan aan de op hen rustende verplichtingen. Er is nog geen inzage verstrekt in de volledige boekhouding van [trust 1] , [Limited 1] , [trust 2] en [Limited 2]
Vastgesteld is dat uw cliënten de volgende stukken in ieder geval nog niet hebben verstrekt:
de administratie (de volledige boekhouding) vanaf het moment van instellen van de truststructuur in 1997 tot en met 2005
de administratie (de volledige boekhouding) vanaf 2016 tot en met de opheffing van de truststructuur
correspondentie per brief, fax en e-mail:
1. er zijn geen e-mails aangetroffen, terwijl de Belastingdienst over e-mails in deze dossiers beschikt, waaronder e- mails van en aan (medewerkers van) de (half)broer [B] (" [e-mail] ");
2. er is geen correspondentie aangetroffen over belangrijke onderwerpen, zoals:
i. inrichting van de truststructuren,
ii. benoeming en ontslag van functionarissen in de truststructuren,
iii. dividendbeleid en jaarlijkse dividenduitkeringen van de Ltd's aan de trusts (minstens 10 per structuur) en uitkeringen uit het trust aan gedaagden,
iv. besluitvorming over de wijziging van trustee in 2006 (van [Limited 5] op Bermuda naar [company] op de Britse Maagdeneilanden),
v. het overlijden van de settlor in oktober 2006,
vi. beleggingsbeleid in de Ltd's,
vii. openbaarmaking van deze structuren in de Panama Papers, en
viii. opheffing van de structuren en de overdracht van het vermogen uit de truststructuur aan gedaagden.
3. er zijn geen stukken van de heer [K] van [firma] aangetroffen, terwijl de inspecteur wel over stukken van hem beschikt en deze ook heeft opgenomen in de processtukken;
(concept) letters of wishes: uit de informatie uit Duitsland is bekend dat deze letters of wishes er zijn; in de processtukken bevindt zich nota bene een (concept) letter of wishes;
verschillende powers of attorney (PoA): uit de informatie uit Duitsland is bekend dat deze PoA's er zijn en de gemachtigde heeft nota bene zelf een PoA verstrekt aan de inspecteur;
De overeenkomst, besluitvorming en correspondentie omtrent de door [Limited 1] verstrekte lening aan [B] (alleen van toepassing voor gedaagde [eiseres] );
kopieën van paspoorten, referenties en verklaringen: uit de informatie uit Duitsland is bekend dat deze stukken er zijn, welke eerder al verstrekt zijn aan de gemachtigde en welke opgenomen zijn in het procesdossier;
correspondentie tussen de protector en de trustee ontbreekt, terwijl de protector een doorslaggevende rol speelt bij goedkeuring van alle belangrijke beslissingen (dividendpolitiek, opheffing e.d.) in de trusts;
met betrekking tot de jaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen van de Ltd's zijn geen inhoudelijke besluiten en daaraan ten grondslag liggende (vergader)stukken aangetroffen.
er zijn geen jaarstukken van de twee trusts aangetroffen en correspondentie tussen de trust en de Ltd's ontbreekt.”.