4.10.De door partijen aangehaalde en nog niet eerder genoemde wetgeving die in dit verband relevant kan zijn:
- artikelen 7:634, 7:635 en 7:649 lid 1 BW;
- artikelen 3:1 en 3:5 WAZO;
- artikelen 1 en 5 Awgb;
- ( artikelen 1, 2 en 14 van) richtlijn 76/2007/EG (thans 2006/54/EG) inzake gelijke behandeling;
- richtlijn 92/85/EEG inzake zwangerschap;
- artikel 2 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM);
- artikelen 3 en 26 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR);
- artikelen 3 en 7 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR);
- artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;
- artikel 14 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens (EVRM);
- artikel 9 van het Verdrag inzake de herziening van het Verdrag betreffende de bescherming van het moederschap (ILO-Verdrag, nr. 183);
- artikel 20 van het Europees Sociaal Handvest (ESH);
- artikel 11 van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW; VN-Vrouwenverdrag).