ECLI:NL:RBDHA:2020:3601
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde asielaanvraag op grond van niet-ontvankelijkheid en gebrek aan nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 februari 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser, een Libanese nationaliteit houder, voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser had eerder, op 13 februari 2017, een asielaanvraag ingediend die was afgewezen. Op 18 september 2019 diende eiser een herhaalde asielaanvraag in, waarbij hij nieuwe feiten en omstandigheden aanvoerde, waaronder documenten die zijn identiteit en de bedreigingen door Hezbollah zouden onderbouwen.
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verklaarde de aanvraag echter niet-ontvankelijk, omdat eiser geen nieuwe elementen had aangedragen die relevant waren voor de beoordeling van zijn aanvraag. De rechtbank oordeelde dat de overgelegde documenten niet authentiek konden worden vastgesteld en dat eiser niet had aangetoond dat deze documenten nieuw bewijs vormden. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser was om de authenticiteit van de documenten aan te tonen en dat de eerder afgewezen asielaanvraag niet opnieuw kon worden beoordeeld op basis van dezelfde feiten.
Eiser voerde aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig was en dat zijn verklaringen onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling. De rechtbank concludeerde echter dat verweerder zich terecht op het standpunt stelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de aanvraag konden onderbouwen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de niet-ontvankelijkheid van de aanvraag, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.