Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 november 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was gebaseerd op artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 2 november 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst voor het uitwisselen van nadere stukken, waarna verweerder op dezelfde dag nog een nader stuk heeft overgelegd. Eiser en verweerder hebben hierop gereageerd en de rechtbank heeft het onderzoek op 4 november 2020 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de aanhouding van eiser plaatsvond naar aanleiding van een melding van inbraak, waarbij eiser en drie andere mannen in een woning werden aangetroffen. Eiser kon geen geldig identiteitsbewijs tonen en werd daarom aangehouden. De rechtbank concludeert dat de aanhouding rechtmatig was en dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was voor de overdracht van eiser op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft geen lichter middel kunnen onderbouwen, en de rechtbank oordeelt dat verweerder terecht geen lichter middel heeft gekozen dan bewaring. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.