Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser is in bewaring gesteld op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000, omdat verweerder meende dat de bewaring noodzakelijk was voor de vaststelling van zijn identiteit en nationaliteit, en voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. Eiser heeft tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht.
Tijdens de zitting op 21 september 2020 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunten toegelicht. Eiser betwistte de gronden voor de bewaring, met name de zware grond dat hij Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen en de lichte gronden die verband houden met zijn meldplicht en eerdere aanvragen voor een verblijfsvergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de zware grond onder 3a en de lichte gronden onder 4c en 4d niet heeft betwist, waardoor deze gronden de maatregel van bewaring konden dragen.
De rechtbank oordeelde dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting vereist is voor de bewaring op grond van artikel 59b Vw, en dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiser, waaronder zijn psychische klachten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de keuze voor inbewaringstelling gerechtvaardigd was en dat er geen lichter middel toegepast hoefde te worden. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, evenals zijn verzoek om schadevergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 september 2020.