Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank oordeelt als volgt.
“Een vreemdeling moet zowel de gestelde familierelatie met de desbetreffende referent als zijn identiteit aantonen met officiële documenten. Indien een vreemdeling stelt dat hij geen officiële documenten kan overleggen, moet hij dit aannemelijk maken. Als die vreemdeling dit aannemelijk heeft gemaakt, betrekt verweerder onofficiële documenten bij zijn beoordeling en kan hij aanvullend onderzoek aanbieden. Als die vreemdeling dit niet aannemelijk heeft gemaakt maar wel één of meer onofficiële documenten heeft overgelegd, betrekt verweerder deze onofficiële documenten bij zijn beoordeling. Deze documenten kunnen verweerder aanleiding geven om de desbetreffende vreemdeling aanvullend onderzoek aan te bieden. Hiervoor is in de eerste plaats vereist dat de onofficiële documenten die die vreemdeling over de gestelde familierelatie heeft overgelegd, substantieel bewijs zijn. In de tweede plaats is vereist dat die vreemdeling, als hij geen officiële documenten heeft overgelegd om zijn identiteit aan te tonen en stelt dat hij geen officiële identiteitsdocumenten kan overleggen, dit met een op de persoon toegespitste verklaring aannemelijk maakt óf substantieel bewijs van zijn identiteit in de vorm van één of meer onofficiële identiteitsdocumenten overlegt. Verweerder biedt echter geen aanvullend onderzoek aan als een contra-indicatie aanwezig is”.
- een kopie van de UNHCR registratie van eiseres in Ethiopië;
- bewonerskaart van eiseres;
- een kopie van de identiteitskaart van de moeder van eiseres;
- een kopie van een certificaat van Norwegian Refugee Council;
- huwelijksakte met vertaling;
- doopakte van eiseres met vertaling;
- een kopie van ARRA registratiedocument.
De rechtbank stelt vast dat verweerder in het primaire besluit noch het bestreden besluit is ingegaan op de kopie van de identiteitskaart van de moeder van eiseres en de kopie van een certificaat van de Norwegian Refugee Council. De rechtbank zal daar echter geen consequenties aan verbinden. Met een kopie van een identiteitskaart van haar moeder kan eiseres immers niet haar eigen identiteit aantonen. De kopie van het certificaat is slecht leesbaar en niet vertaald, zodat niet kan worden vastgesteld of de identiteit van eiseres hieruit blijkt, noch op basis van welke brondocumenten het is opgesteld.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het niet-tijdig beslissen niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 256,- (tweehonderdvijfenzestig euro).