Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
"mere possibility of ill-treatment on account of an unsettled situation in the requesting country does not in itself give rise to a breach of Article 3"(EHRM 11 februari 2013, zaak 17455 / 11 Umirov-Russia).
in het algemeente wijzen op een ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken uit april 2016 en een rapport van het US Department of State van 20 april 2018. Met betrekking tot die bronnen moet allereerst worden geconcludeerd dat daaruit weliswaar misstanden in de Armeense rechtspleging kunnen worden afgeleid, maar dat (enkel) op grond daarvan geen
concrete/specifieke(dreigende/flagrante) schending van mensenrechten die op [eiser] persoonlijk is toegespitst kan worden aangenomen. Bovendien - maar zeker niet in de laatste plaats - moet op grond van de onweersproken gebleven stellingen van de Staat ervan worden uitgegaan dat de inhoud van de door [eiser] aangehaalde bronnen geen inzicht geeft in de huidige stand van zaken van de rechtspraak (in brede zin) in Armenië. Volgens de Staat heeft er in de periode april-mei 2018 een 'fluwelen revolutie' plaatsgevonden in Armenië, waarna de democratie - onder leiding van andere machtshebbers - een nieuw leven is ingeblazen en de situatie in Armenië aanzienlijk is verbeterd, ook op het gebied van de rechtspleging. In dit verband heeft de Staat tal van - positieve/succesvolle - voorbeelden genoemd, onder andere betreffende maatregelen ter verbetering van de (i) rechterlijke onafhankelijkheid, (ii) effectiviteit van gerechtelijke procedures, (iii) toegang tot de rechtspraak, (iv) bestrijding van corruptie, (v) waarborging van mensenrechten in de strafrechtspleging en (vi) detentieomstandigheden. Zoals al aangegeven, heeft [eiser] een en ander niet (voldoende onderbouwd) weersproken, zodat van de juistheid van die stellingen van de Staat zal worden uitgegaan.