Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.
Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR)
1. Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend wegens opheffing van zijn functie of wegens verandering in de inrichting van het dienstonderdeel waarbij hij werkzaam is of van andere dienstonderdelen, dan wel wegens verminderde behoefte aan arbeidskrachten. Ontslag op grond van dit artikel wordt eervol verleend.
3. Op grond van dit artikel wordt, individuele gevallen uitgezonderd, ontslag verleend ingevolge een vooraf vastgesteld plan.
Nadere uitwerkingsregeling rechtspositie (NUR)
Artikel 15a:1:1:2
Hoofdstuk 15a is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeentelijke organisatie en elk besluit tot privatisering of publiekrechtelijke taakoverheveling.
Waar in dit hoofdstuk gesproken wordt van organisatiewijziging wordt daaronder tevens verstaan privatisering of publiekrechtelijke taakoverheveling, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald.
Paragraaf 2 Planvorming, overleg en besluitvorming
Onderzoek naar organisatiewijziging
1. Als de werkgever het voornemen heeft de mogelijkheid en wenselijkheid van een organisatiewijziging te onderzoeken, worden het georganiseerd overleg, de ondernemingsraad, eventueel de onderdeelcommissie, en de betrokken ambtenaren hiervan in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte gesteld.
2. Het tijdstip van kennisgeving is zodanig, dat de ondernemingsraad, eventueel onderdeelcommissie, en het georganiseerd overleg zijn mening over het onderzoek kenbaar kan maken.
3. De ambtenaren en de ondernemingsraad, eventueel onderdeel-commissie, worden zo veel mogelijk betrokken bij de uitvoering van het onderzoek. Bovendien worden zij en eventueel de commissie voor georganiseerd overleg, indien mogelijk, tussentijds op de hoogte gehouden van de vorderingen van het onderzoek.
4. De schriftelijke eindrapportage van het onderzoek wordt ter kennisneming gezonden aan het georganiseerd overleg en de ondernemingsraad, eventueel onderdeelcommissie.
Overleg over de personele gevolgen en maatregelen
1. Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging, wordt in de ondernemingsraad, eventueel de onderdeelcommissie, overleg gevoerd over de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen maatregelen.
2. In afwijking van het in het eerste lid bepaalde vindt overleg over de personele gevolgen van een besluit tot organisatiewijziging inzake een privatisering of publiekrechtelijke taakoverheveling, dat leidt tot beëindiging van het dienstverband met de gemeente [woonplaats] voor een of meerdere ambtenaren, plaats in de commissie voor georganiseerd overleg, op grond van artikel 12:2:2a. In dat geval wordt er eventueel op grond van artikel 15a:1:5:4 een sociaal plan opgesteld, waarin nadere afspraken worden gemaakt inzake de personele gevolgen.
Advies ondernemingsraad of onderdeelcommissie over organisatiewijziging
1. Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging, wordt de ondernemingsraad, eventueel de onderdeelcommissie, schriftelijk om advies gevraagd, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden, dan wel, in een situatie als bedoeld in het tweede lid van artikel 15a:1:2:4, hierover overleg gevoerd in de commissie voor georganiseerd overleg.
2. De adviesaanvraag bevat een heldere omschrijving van het voorgenomen besluit, de beweegredenen van het besluit, de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen personele maatregelen.
3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
Kennisgeving en uitvoering besluit
1. Als er een definitief besluit is genomen tot wijziging van de organisatie, wordt dit besluit zo spoedig mogelijk meegedeeld aan de ondernemingsraad, eventueel, als er sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid van artikel 15a:1:2:4, de commissie voor georganiseerd overleg, en de betrokken ambtenaren. Dit besluit behelst in ieder geval een concretisering van de hoofdrichting van de wijziging, een concrete indicatie van hieruit voortvloeiende personele gevolgen en een implementatieplan.
2. Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de ondernemingsraad, respectievelijk het georganiseerd overleg, zal deze afwijking worden gemotiveerd. Bij een afwijking van het advies van de ondernemingsraad wordt de uitvoering van het besluit tot organisatiewijziging uitgesteld tot op zijn vroegst een maand nadat de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld, conform artikel 25, zesde lid van de Wet op de ondernemingsraden.
Paragraaf 3 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij organisatiewijzigingen
Werkgelegenheid bij organisatiewijziging
1. De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om te voorkomen dat de bij de organisatiewijziging betrokken ambtenaren onvrijwillig werkloos raken. Het bepaalde in het derde lid van artikel 15a:1:3:6 is hierbij van toepassing.
2. Ambtenaren van 60 jaar en ouder die bij een organisatiewijziging zijn betrokken worden met extra zorg tegemoet getreden.
Zij zullen wanneer er binnen de gemeentelijke organisatie geen passende functie aanwezig is, behoudens in geval van een privatisering of publiekrechtelijke taakoverheveling, niet verplicht worden mee te werken aan een externe herplaatsing als bedoeld in artikel 15a:1:3:8 . Zij zullen, als zij dit wensen, als eersten in aanmerking komen voor ontslag op grond van artikel 8:3 van de CAR, met recht op een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering als bedoeld in hoofdstuk 10D van de CAR.
In geval van privatisering zal vanaf de leeftijd van 57 jaar in een sociaal plan garanties worden opgenomen in verband met de overgang van pensioenaanspraken naar een ander pensioenfonds en het verlies van voorwaardelijke pensioenrechten. Ook zullen zij niet verplicht worden tot aanvullende scholing als bedoeld in artikel 15a:1:3:13. Dit laat onverlet hun rechten op scholing zoals die voor alle ambtenaren gelden.
Paragraaf 5 Privatisering en taakoverheveling
Artikel 15a:1:5:1
In dit hoofdstuk worden aanvullende bepalingen gegeven in geval van privatisering en publiekrechtelijke taakoverheveling.
1. De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om ervoor te zorgen dat de werkgelegenheid van de bij de privatisering of overheveling van taken betrokken ambtenaren behouden blijft.
2. De werkgever treedt met de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie in overleg over de overname van de ambtenaren van het desbetreffende organisatieonderdeel. De werkgever zal zich daarbij tot het uiterste inspannen om te bereiken dat de ambtenaren die een vaste aanstelling hebben bij de nieuwe werkgever eveneens een vaste aanstelling krijgen dan wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder proeftijd.
3. In geval van privatisering of overheveling van taken is de ambtenaar verplicht zijn functie te volgen.
4. Voordat de werkgever een besluit neemt over de overgang van een ambtenaar naar de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie, biedt hij de betrokkene de gelegenheid om zijn belangstelling kenbaar te maken voor passende functies die op dat moment vacant zijn of op korte termijn vacant worden binnen de gemeentelijke organisatie. De ambtenaar zal in dat geval als interne kandidaat in de selectieprocedure worden betrokken.
Artikel 15a:1:5:4
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanige personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure van het over te plaatsen personeel en eventuele werkgelegenheidsgaranties) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan wordt in het georganiseerd overleg overleg gepleegd.
Rechtspositievergelijking
1. Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.
2. Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.
3. Het sociaal plan bevat in ieder geval een netto-nettogarantie van het salaris en het salarisperspectief.
1. In gevallen waarin toepassing van hoofdstuk 15a zou leiden tot een onbillijke situatie voor een ambtenaar, kan het college hiervan afwijken in een voor de ambtenaar gunstige zin.
2. In gevallen waarin hoofdstuk 15a niet voorziet, beslist het college.