ECLI:NL:RBDHA:2019:10433
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Nigeriaanse eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had op 24 april 2019 een asielaanvraag ingediend in Nederland, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Italië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris, waarin werd gesteld dat Italië verantwoordelijk was voor de asielaanvraag. Tijdens de zitting op 19 september 2019 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht, waarbij hij onder andere verwees naar recente rapporten die zouden aantonen dat Italië niet langer aan de zorgplicht voldeed.
De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel er tekortkomingen in de Italiaanse asielprocedure zijn vastgesteld, deze niet voldoende zijn om te concluderen dat Italië niet langer kan worden vertrouwd. De rechtbank heeft bevestigd dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat de informatie uit de rapporten geen wezenlijk ander beeld schetst van de situatie in Italië. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij vanwege zijn medische problemen niet naar Italië kan worden overgedragen. Bovendien is de wens van eiser om aangifte te doen van mensenhandel niet voldoende om de overdracht aan Italië te blokkeren, aangezien er geen bewijs is dat hij in Italië geen aangifte kan doen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en geoordeeld dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.