Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
HIKVISION EUROPE B.V.,
LITB NETHERLANDS B.V.,
1.De procedure
- de verzetdagvaarding van 8 juli 2019, tevens houdende de vordering in het incident houdende exceptie pan-Europese bevoegdheid en de vordering in het incident houdende voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv, althans zekerheidstelling, van de zijde van LITB c.s., met productie 1 tot en met 14, waarbij LITB c.s. in verzet is gekomen tegen het verstekvonnis van deze rechtbank van 23 januari 2019;
- de conclusie van antwoord in incident, met producties 16 tot en met 21.
2.Het geschil in de hoofdzaak
3.Het geschil in het bevoegdheidsincident
5.De beoordeling in de incidenten en in de hoofdzaak
Ontvankelijkheid LITB NL
6.De beoordeling in het bevoegdheidsincident
Grensoverschrijdende bevoegdheid voor de vorderingen van Hikvision China jegens LITB HK
wholly owned subsidiary’is die ‘
primarily engages in marketing in Europe’ als haar ‘
representative office’en die blijkens datzelfde jaarverslag aangeslagen wordt voor vennootschapsbelasting (‘
profits tax’) in Nederland.
- i) LITB c.s. moet belang hebben bij de door haar gevorderde zekerheidstelling.
- ii) Bij de beoordeling moeten de belangen van partijen worden afgewogen in het licht van de omstandigheden van het geval. Daarbij zullen mede de gevolgen moeten worden betrokken die de voorwaarde van zekerheidstelling heeft voor Hikvision c.s., die de veroordeling verkreeg.
- iii) Bij deze belangenafweging moet worden uitgegaan van het gewezen verstekvonnis en blijft de kans van slagen van het verzet in beginsel buiten beschouwing.
8.Het vervolg van de procedure in de hoofdzaak
Bepaling comparitie van partijen
9 oktober 2019voor opgave verhinderdata van alle partijen in de periode januari tot en met mei 2020.
uiterlijk twee weken vóór de comparitiedatum, met gelijktijdige kopie aan de advocaat van de wederpartij, per brief te sturen aan: Paleis van Justitie,
CNA-bureaukamer P2-1415, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. In de brief dienen de naam van de comparitierechter alsmede de datum en het tijdstip van de zitting te worden vermeld.
24 uurvóór de zitting te worden ingediend, met gelijktijdige kopie aan de advocaat van de wederpartij.
‘Instructies voor het indienen van stukken in IE-zaken’, raadpleegbaar via de website van de rechtbank Den Haag van de Sectie Intellectuele Eigendom (IE) op www.rechtspraak.nl (https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Den-Haag/Over-de-rechtbank/Rechtsgebieden-en-teams/Paginas/Intellectuele-Eigendom.aspx).
digitale dragerte worden aangeleverd conform de ‘Instructies voor het indienen van stukken in IE-zaken’, hiervoor vermeld. Iedere partij levert voorts de reeds ingediende (proces)stukken op een digitale drager aan uiterlijk
tweeweken vóór de zitting.
schriftelijkworden gedaan aan het CNA-bureau, en wel bij voorkeur per B-formulier (conform artikel 1.8 van het Landelijk procesreglement), met gelijktijdige kopie aan de advocaat van de wederpartij. In het verzoek dienen te worden vermeld: de naam van de comparitierechter, de datum en het tijdstip van de zitting, alsmede de verhinderdata voor de eerstkomende drie maanden na de comparitiedatum.
binnen twee weken naeen ambtshalve dagbepaling van de zitting is ontvangen (conform artikel 8.3 van het Landelijk procesreglement) of dat is ontvangen na een dagbepaling in overleg met partijen, tenzij sprake is van overmacht of klemmende reden en behoudens het bepaalde onder 8.8.
uiterlijk twee werkdagen vóór de comparitiedatumschriftelijk hebben bericht dat a) de zaak op eenstemmig verzoek moet worden verwezen naar een mediator of b) de procedure kan worden doorgehaald wegens een alsnog getroffen schikking.