Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
zetelende te Apeldoorn,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
De receptioniste was niet gemandateerd stukken in ontvangst te nemen voor de Belastingdienst. Door Continental Automaten zijn onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die zouden rechtvaardigen dat zij erop mocht vertrouwen dat de receptioniste een dergelijke bevoegdheid wel had. Alleen een betekening aan de toenmalige directeur van de Belastingdienst/CA zelf, [betrokkene 2], kantoorhoudend op genoemd adres, zou een betekening aan de Ontvanger ‘in persoon’ hebben opgeleverd. Daarvan is in dit geval geen sprake geweest. (rov. 2.2 tweede tussenarrest)
.
Ten aanzien van de ontvanger kan slechts sprake zijn van betekening ‘in persoon’, als bedoeld in art. 143 lid 2 Rv, indien de deurwaarder afschrift van zijn exploot laat aan de daartoe aangewezen functionaris persoonlijk (of, in voorkomend geval, aan de waarnemend ontvanger persoonlijk). De strekking van art. 143 lid 2 Rv (zie hiervoor in 3.4.2) verzet zich ertegen om aan te nemen dat sprake is van betekening van het exploot aan de ontvanger ‘in persoon’ indien de deurwaarder ermee heeft volstaan afschrift van het stuk te laten aan een medewerkerals een receptionist, ook indien de ontvanger de desbetreffende persoon heeft gemachtigd om stukken in ontvangst te nemen.
Het hof heeft daar overwogen dat het gevorderde invorderingsverbod zich niet voor toewijzing leent, en dat het beleid van de Ontvanger ter zake van het verlenen van uitstel van betaling buiten beschouwing kan blijven, ook omdatde vordering van Continental Automaten niet ertoe strekt dat het besluit van de Staatssecretaris om in het onderhavige geval geen uitstel te verlenen, onrechtmatig is. Het onderdeel betoogt dat de rechter een minder verstrekkende voorziening moet treffen als het gevorderde te ruim is.
4.Beslissing
12 augustus 2016.