Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juni 2018 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 3 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:209), verschaft een met succes gedaan beroep op het overgangsrecht geen omgevingsvergunning vervangende titel en wordt het bouwwerk daardoor evenmin anderszins gelegaliseerd. Dit betekent dat zelfs wanneer zou worden aangenomen dat de stacaravan op de peildatum van het overgangsrecht op het perceel aanwezig was en tevens dat deze, zoals [eiser] stelt, door een calamiteit verloren zou zijn gegaan, waardoor een gerechtvaardigd beroep op het overgangsrecht kan worden gedaan, dit onverlet laat dat dit de stacaravan niet legaliseert en dat een omgevingsvergunning vereist blijft.
In beginsel volstaat het enkele feit dat het college niet bereid is af te wijken van het bestemmingsplan voor het oordeel dat geen concreet zicht op legalisering bestaat. De rechtbank ziet – evenals de AbRvS in haar uitspraak van 2 november 2016 – geen grond voor het oordeel dat het standpunt van verweerder om niet van het bestemmingsplan af te wijken, rechtens onhoudbaar is en dat de vereiste medewerking niet zal kunnen worden geweigerd. Het betoog van eiser dat het bestreden besluit op dit punt onvoldoende gemotiveerd is, slaagt niet.