ECLI:NL:RBDHA:2018:2489
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het besluit tot afwijzing van de aanvraag tot uitstel van vertrek op grond van medische noodsituatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Ghanese eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres had een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, welke was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres lijdt aan ernstige medische aandoeningen, waaronder epilepsie en een herseninfarct, en dat het uitblijven van behandeling kan leiden tot een medische noodsituatie. De rechtbank heeft de beschikbaarheid van de benodigde medicatie in Ghana onderzocht en geconcludeerd dat er twijfels bestaan over de toegang tot deze medicatie. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de feitelijke beschikbaarheid van de medicatie en de kosten daarvan. Hierdoor is het bestreden besluit niet zorgvuldig tot stand gekomen. De rechtbank heeft het beroep van de eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de eiseres. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eiseres.