ECLI:NL:RBDHA:2018:14829
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van militaire dienstplicht en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 december 2018 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Algerijnse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat de vrees van de eiser voor militaire dienstplicht en de situatie in Algerije niet voldoende onderbouwd waren. Eiser stelde dat hij laaggeschoold was en dat er in Algerije geen kansen voor hem waren, en vreesde voor straf vanwege zijn illegale vertrek uit het land. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de identiteit en herkomst van de eiser ongeloofwaardig waren, mede omdat eiser geen documenten had overgelegd ter onderbouwing van zijn claims. De rechtbank volgde de staatssecretaris in de beoordeling dat Algerije als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, met uitzondering van LHBTI's, en dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar Algerije daadwerkelijk zijn militaire dienstplicht zou moeten vervullen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.