Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
),
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 mei 2017, met 17 producties;
- de conclusie van antwoord, met productie 1,
- het tussenvonnis van 8 november 2017, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 maart 2017;
- de akte overlegging productie aan de zijde van de Staat van 25 april 2018;
- de antwoordakte, met producties, aan de zijde van [eiser] van 25 april 2018;
- de brief van de zijde van de Staat, houdende bezwaar tegen de door [eiser] bij akte overgelegde nadere producties;
- het e-mailbericht van de rechtbank aan de advocaten van partijen van 25 april 2018, waarin wordt meegedeeld dat de rechtbank de door [eiser] overgelegde nadere stukken in de procedure zal betrekken en dat de Staat in de gelegenheid wordt gesteld bij akte op die stukken te reageren;
- de akte van uitlating van de zijde van de Staat van 23 mei 2018.
2.De feiten
Er is in gesprekken met [D] (voormalig locatiedirecteur) [E] (re-integratiecoach) en [B] (personeelsadviseur) verschillende keren aangegeven dat mijn schadekwestie ondergebracht is bij het BSA en dat ik mij geen zorgen hoefde te maken over loonverlies en/of andere schade. Dit zou allemaal netjes geregeld worden
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
“Voordat de oefening begon kregen ik en mijn collega’s nog de uitleg van een nekklem. Dit was een techniek die gebruikt kon worden bij een wilde, opstandige gedetineerde. Ik doe u voor hoe die nekklem werkt. De gedetineerde zit in de handboeien, zijn hand derhalve op de rug. Hij staat voorover gebogen met zijn neus naar de grond. De collega staat voor de gedetineerde, pakt met twee handen het hoofd van de gedetineerde achter zijn kaken, draait het hoofd naar de zijkant en loopt dan met het hoofd van de gedetineerde in zijn hand naar achteren de cel uit. Ik kende de techniek van de nekklem voordat de instructeur deze ter kennisneming mededeelde niet. (…) Ik ben met mijn collega de cel ingegaan. De anderen hebben zich omgekleed. Mijn collega en ik hebben met blokken en stoelen gegooid en geschreeuwd. Mijn collega’s deden het luikje open. Het was de bedoeling dat ik niet mee ging doen, maar verzet zou plegen; zodat - zij naar binnen konden stormen. Dit deden zij ook, er was veel tumult en ik voelde kleine tikken van wapenstokken. Ik ken niet zien wie welke collega was, zij waren immers volledig beschermd. Op een gegeven moment lag ik op de grond en hadden zij mijn handen op de rug met handboeien vastgebonden. Een collega hield mij in een beenklem. Toen is gezegd “onder controle”, vervolgens hebben ze mij verplaatst, dat betekent dat ze mij met twee man omhoog hebben getrokken en ik met gebogen rug en hoofd naar beneden gericht naar buiten werd begeleid. Iemand kwam voor mij staan. Ik struikelde zon beetje naar voren en voelde toen dat mijn hoofd werd vastgepakt en de net geleerde klem werd toegepast. Hij pakte mij achter mijn kaken, draaide mijn hoofd explosief en trok mij naar de muur toe. Ik voelde onmiddellijk de energie weglekken en zakte naar de grond. Zij hielden mij vast en hebben mij op de grond neergelegd, zij vroegen: “gaat het? Gaat het?”. Ik schreeuwde en zei: “wat doe je nou, man”. Zij vroegen ook of ze weer verder konden, toen heb ik gezegd: “dat moet maar”. Ze hebben me omhoog gehesen en naar een andere ruimte gebracht. We hebben de oefening afgemaakt ook om te voorkomen dat we de oefening misschien nog een keer moesten gaan doen. Ik wist toen al dat het niet goed was. Ze hebben mij mijn handboeien afgedaan. Ik was duizelig en misselijk. Ik dacht dat ik een spier had verrekt. Ik ben niet naar een arts gebracht of gegaan. Er is niet gereageerd op mijn schreeuwen, het was ook heel gewoon dat er tijdens een ISO plaatsing geschreeuwd word.(…)”
960,--(2,5 punt × tarief € 384,--)