ECLI:NL:RBDHA:2017:6607
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door gemeente Amsterdam inzake maatschappelijke opvang
In deze zaak heeft eiser, geboren in 1981, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op zijn aanvraag voor maatschappelijke opvang. Eiser had op 10 juli 2015 een aanvraag ingediend, maar de gemeente heeft hierop niet tijdig gereageerd. Eiser heeft de gemeente in gebreke gesteld en eerder beroep ingesteld, wat door de rechtbank Amsterdam gegrond werd verklaard. De rechtbank Amsterdam heeft de gemeente opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen, maar de gemeente heeft deze termijn overschreden. Eiser heeft vervolgens op 14 juni 2016 opnieuw beroep ingesteld, omdat de gemeente niet had beslist op zijn aanvraag.
De rechtbank Den Haag, zittinghoudende te Amsterdam, heeft vastgesteld dat de gemeente 26 dagen te laat heeft gereageerd op de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank oordeelt dat de gemeente een dwangsom van € 2.600,- aan eiser verschuldigd is. Echter, het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de nieuwe aanvraag van 10 maart 2016 is niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser niet eerst de gemeente in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 april 2017.