Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 november 2015 met producties 1 tot en met 18;
- de brief van 20 november 2015 van de Staat, met producties 1 tot en met 19 alsmede een kostenopgave en specificatie;
- de op 26 november 2015 binnengekomen aanvullende kostenopgaven- en specificaties van WLC en de Staat;
- de mondelinge behandeling gehouden op 27 november 2015;
- de pleitnota van WLC;
- de pleitnota van de Staat.
2.De feiten
‘Isobutylgaba and its derivatives for the treatment of pain’. Het octrooi is verleend op 28 mei 2003 op een aanvrage daartoe van 16 juli 1997. Het octrooi is gedesigneerd voor onder meer Nederland. EP 061 is tijdens een centrale beperkingsprocedure bij het Europees octrooibureau gewijzigd om de aanvankelijk brede beschermingsomvang van Markush-conclusies te beperken tot de voorkeursstof pregabaline. Het gewijzigde octrooi is op 21 januari 2015 gepubliceerd als B3-document. EP 061, dat nog van kracht is tot 17 juli 2017, betreft een zogenoemd tweede-medische-indicatie-octrooi. Het stofoctrooi dat pregabaline en het gebruik ervan voor de indicaties epilepsie en GAS zelf beschermde, is inmiddels verlopen. De conclusies 1 en 3 van EP 061 luiden (in de niet-bestreden Nederlandse vertaling) als volgt:
Summary of Product Characteristics(hierna: SmPC of SPC) bevat informatie over onder meer de benaming van het geneesmiddel, de therapeutische indicaties, de dosering en wijze van gebruik en gegevens over de houder van de handelsvergunning. Deze SmPC dient op grond van artikel 21 lid 3 van de Richtlijn door de nationale bevoegde autoriteit openbaar gemaakt te worden, tezamen met onder meer de (van de SmPC afgeleide) bijsluiter. In artikel 11 van de Richtlijn is met betrekking tot de SmPC voorts het volgende bepaald:
carve out. Een SmPC en/of een bijsluiter waarin de verwijzingen naar geoctrooieerde indicaties en/of doseringsvormen wel zijn opgenomen wordt hierna aangeduid als
full label.
carve out, op zijn website publiceerde. In zowel de gedrukte als in de op de website van het CBG geplaatste versie van de SmPC en de bijsluiter werd met betrekking tot geoctrooieerde indicaties een standaardmelding opgenomen als bedoeld in 2.6. met de strekking dat men zich bij vragen over onvermelde indicaties dient te wenden tot zijn arts of apotheker. Deze standaardmelding luidde als volgt:
full labelversie, dus zonder
carve out, van de SmPC en bijsluiter op zijn website publiceert. Het thans geldende beleid luidt volgens beleidsdocument MEB 5, gepubliceerd op 31 augustus 2015 als volgt:
carve out. De gedrukte versies van Aurobindo’s bijsluiter en SmPC zijn beperkt tot de indicaties epilepsie en GAS. Er wordt daarin geen melding gemaakt van gebruik van het geneesmiddel voor de behandeling van (neuropathische) pijn.
full labelSmPC’s en bijsluiters van de generieke pregabaline producten van Aurobindo, Krka, Ranbaxy en Teva opgenomen.
full labelSmPC van het pregabaline product van Krka onrechtmatig handelt, aangezien hij daarmee inbreuken op EP 061 aanmoedigt, dan wel faciliteert. In deze brief heeft Pfizer het CBG verzocht zijn beleid terzake te wijzigen. In antwoord hierop heeft het CBG aan Pfizer meegedeeld dat de werkwijze in overleg met de branche tot stand gekomen is en dat hij uit die kring ook geen opmerkingen over de werkwijze ontvangen heeft. In deze brief schrijft het CBG voorts dat het verwijderen van de volledige informatie over alle indicaties waarvoor de vergunning is verleend, onder verantwoordelijkheid van de houder van de handelsvergunning voor het generieke geneesmiddel valt.
carved outversies van beide documenten. In de brief schrijft Aurobindo dat zij hiermee wil voorkomen dat “
ons product onbedoeld wordt voorgeschreven of verstrekt voor de geoctrooieerde indicaties.”
‘Zorgovereenkomst Medisch Specialistische Zorg 2015’van zorgverzekeraar DSW wordt verwezen naar de geldende
‘stofnamen- en indicatielijst add-on geneesmiddelen van de Nederlandse Zorgautoriteit’. In de
‘Zorgovereenkomst Huisartsgeneeskundige 2016-2017’van zorgverzekeraar VGZ wordt de huisarts gewezen op het door VGZ gevoerde preferentiebeleid aan de hand waarvan de apotheker dient te bepalen welk product van een stofnaam geleverd wordt aan een verzekerde.
3.Het geschil
full labelSmPC en bijsluiter van generieke pregabaline producten bestemd voor de Nederlandse markt te vervangen door versies van deze documenten waarin een
carve outis opgenomen overeenkomstig de papieren versies van de SmPC en de bijsluiter voor de Nederlandse generieke pregabaline producten;
full labeldocumentatie van generieke producten op zijn website zal plaatsen ingeval generieke fabrikanten SmPC’s en bijsluiters wensen te gebruiken die een
carve outbevatten;
“full label”samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters op zijn website te plaatsen voor generieke pregabalineproducten, ondanks kennis van de octrooien gehouden door Warner Lambert Company LLC voor de pijnindicatie. Het CBG is bevolen om de
full labelversies van deze documenten te vervangen door versies die een carve out bevatten. Het CBG is eveneens bevolen om zijn beleid ten aanzien van de publicatie van
full label
full labelversie van de SmPC en bijsluiter op zijn website te publiceren en door de verplichte verwijzing daarnaar in de (gedrukte) bijsluiter waarin een
carve outis opgenomen. Dit beleid doet pogingen van generieke fabrikanten om door middel van een
carve outoctrooi-inbreuk te voorkomen teniet. Het beschermen van de belangen van derden (patiënten) behoort niet te geschieden door middel van octrooi-inbreuk. Hierbij geldt dat het CBG gevoerde beleid uniek is in Europa. Andere Europese toezichthouders noch het Europees Geneesmiddelenbureau EMA (European Medicines Agency) plaatsen
full labelbijsluiters en SmPC’s op hun websites ingeval de generieke producent het product op de markt wenst te brengen met een label waarin een
carve outis opgenomen.
4.De beoordeling
bevoegdheid
carve outste handhaven en – in het verlengde hiervan – of hij zijn beleid ten aanzien van de publicatie van
full labelversies van de SmPC’s en bijsluiters van generieke geneesmiddelen met geoctrooieerde indicaties dient aan te passen. In deze procedure moet daartoe worden beoordeeld of het CBG met het thans door hem gevoerde beleid direct of indirect inbreuk maakt op EP 061 of dat hij anderszins onrechtmatig handelt jegens WLC.
full labelSmPC’s en bijsluiters in de GIB generiek pregabaline wel aanbiedt voor verkoop. Het begrip ‘aanbieden’ (voor een van de andere in artikel 53 ROW genoemde handelingen) moet volgens haar, onder verwijzing naar het arrest
Glaxo v. Pharmachemie [2] , ruim worden geïnterpreteerd. De gemaakte vergelijking met dit arrest gaat echter niet op. In het arrest is aangenomen dat de handeling van een producent die door middel van publicatie in de G-standaard een ten tijde van de publicatie geoctrooieerd geneesmiddel aanbiedt, te beschouwen is als aanbieden in de zin van artikel 53 lid 1 ROW. Dat is een situatie die in het geheel niet op één lijn is te stellen met de informatieverstrekking door het CBG. Het CBG brengt het geneesmiddel voorts niet in het verkeer. Met de publicatie van
full labelSmPC en bijsluiters in de GIB wordt evenmin bewerkstelligd dat generieke pregabaline producten daadwerkelijk ter beschikking van een derde wordt gebracht zodat van ‘anderszins verhandelen’ ook geen sprake is. De publicatie in de GIB is dan ook niet te beschouwen als een voorbehouden handeling in de zin van artikel 53 lid 1 ROW. Daarop stuiten de vorderingen, voor zover zij zijn gebaseerd op directe inbreuk, af.
carve outmag opnemen in de SmPC en is het ingevolge artikel 21 lid 3 van de Richtlijn aan de nationale autoriteit (in Nederland het CBG) om de SmPC publiekelijk toegankelijk te maken. Uit een en ander kan worden afgeleid dat de Europese wetgever het voldoende acht indien de door de aanvrager ingediende SmPC (dus met toepassing van eventuele
carve outs) openbaar wordt gemaakt en dat het CBG derhalve niet verplicht is om van generieke geneesmiddelen de
full labelversie van de SmPC en de bijsluiter in de GIB te publiceren. Daar staat tegenover dat – zoals de Staat ter zitting heeft betoogd – artikel 11 van de Richtlijn er op zichzelf ook niet aan in de weg staat dat het CBG meer of andere informatie op zijn website publiceert dan een aanvrager heeft opgenomen in de door hem aangeleverde SmPC.
carve outwerden opgenomen in de GIB. Hierbij was het gebruikelijk om in de aan de patiënt ter beschikking gestelde (papieren versie) van de bijsluiter de in 2.8. bedoelde verwijzing op te nemen dat hij zich bij vragen over niet vermelde indicaties diende te vervoegen bij zijn arts of apotheker. Op grond van de door beide partijen aangehaalde uitspraak van de (toenmalige) rechtbank Arnhem [4] moet het ervoor worden gehouden dat dit beleid, dat overeenkomt met de aanbevelingen van het CMDh (zie 2.6.) niet onrechtmatig is. Dit is tussen partijen ook niet in geschil.
full labelversie van de SmPC en bijsluiter opneemt in de GIB en dat hij patiënten door middel van de in 2.9. vermelde standaardtekst in de aan hen verstrekte (papieren) bijsluiter met
carve outexpliciet uitnodigt kennis te nemen van de weggelaten informatie, namelijk via de website van het CBG. Volgens WLC baseren apothekers en andere medische professionals hun voorschrijfbeleid mede op de
full labelversie van de SmPC, zodat het beleid van het CBG aanzet tot octrooi-inbreuk.
carve outin zijn bijsluiter. Een en ander volgt ook uit paragraaf 1.1 van de pleitnota van de Staat, waarin de situatie wordt geschetst dat bij de patiënt verwarring ontstaat over de vraag of hij wel het juiste geneesmiddel heeft gekregen in het geval dat het geneesmiddel is verstrekt voor een in de bijsluiter niet genoemde (want geoctrooieerde) indicatie.
carved outbijsluiter. Ook patiënten die Lyrica® voorgeschreven krijgen voor de geoctrooieerde indicatie neuropathische pijn vinden die indicatie (en de doseringsvormen) beschreven in hun
full labelbijsluiter. In de vanuit het oogpunt van de bescherming van het octrooirecht van WLC ongewenste situatie dat een patiënt een generiek pregabaline product krijgt voorgeschreven voor de geoctrooieerde indicatie, is de opname van de in 2.8. bedoelde standaardpassage een afdoende maatregel om eventuele verwarring bij de patiënt te remediëren.
full labelSmPC en bijsluiter op de) website van het CBG noodzakelijk is. De informatie op de website van het CBG is voor de patiënt wellicht makkelijker toegankelijk dan de arts of apotheker, maar daar staat tegenover dat de verwarring bij de patiënt juist kan toenemen omdat er thans verschillende versies van de bijsluiter (of SmPC) van de generieke fabrikant voor hetzelfde geneesmiddel voor hem toegankelijk zijn. Ook het betoog dat afwijkende doseringsvormen voor de verschillende indicaties een gevaar voor de patiëntveiligheid opleveren overtuigt niet. Ter zitting heeft WLC in dit verband onweersproken gesteld dat de startdosering van pregabaline voor alle therapeutische indicaties gelijk is en dat voor de indicatie neuropathische pijn alleen een van de andere indicaties afwijkende overgangsdosering bestaat. Informatie over deze overgangsdosering vormt geen deel van de SmPC en bijsluiter, aldus WLC.
full labelSmPC informeert het CBG, in haar hoedanigheid van autoriteit op het gebied van het verlenen van marktvergunningen voor geneesmiddelen, medische professionals dan ook actief dat generieke pregabaline producten voorgeschreven kunnen worden voor de geoctrooieerde indicatie neuropathische pijn. Met name gelet op de in 2.17. vermelde e-mailcorrespondentie is het naar voorlopig oordeel bovendien voldoende aannemelijk dat die professionals op deze gezaghebbende bron afgaan. Dat zij ook andere bronnen tot hun beschikking hebben doet daar niet aan af. Daar komt bij dat het beschikbaar maken van deze informatie het voorschrijven en verstrekken van generieke pregabaline producten voor de geoctrooieerde indicatie mogelijk laagdrempeliger maakt, omdat eventuele zorgen bij de arts en/of apotheker met betrekking tot de informatieverstrekking aan de patiënt nu zijn ondervangen. Het is voldoende aannemelijk dat WLC hierdoor schade lijdt of dreigt te lijden.
een carve outheeft verzocht. Niet valt in te zien waarom toepassing van het beleid ten aanzien van SmPC’s en bijsluiters van andere geneesmiddelen dan die met de werkzame stof pregabaline jegens WLC onrechtmatig is zodat de vorderingen van WLC in zoverre afstuiten op gebrek aan belang.
full labelversies van de in de GIB opgenomen SmPC’s en bijsluiters dient te vervangen door versies met een
carve outzal worden bepaald op vier weken na betekening van dit vonnis. De termijn waarbinnen de Staat een rectificatie op de website van het CBG dient te plaatsen zal worden bepaald op één week na betekening van dit vonnis.
5.De beslissing
full labelSmPC en bijsluiter van generieke pregabaline producten die bestemd zijn voor de Nederlandse markt die toegankelijk zijn via de website van het CBG te vervangen door versies van deze documenten waarin een
carve outis opgenomen, gelijk de papieren versies van de SmPC en bijsluiter voor de pregabaline producten;
full labelsamenvattingen van productkenmerken en bijsluiters op zijn website te plaatsen voor generieke pregabaline producten, ondanks kennis van het octrooi
EP 0 934 061 B3 gehouden door Warner Lambert Company LLC waarin de (neuropathische) pijnindicatie van pregabaline onder bescherming is gesteld. Het CBG is bevolen om de
full labelversies van deze documenten te vervangen door versies die een
carve outbevatten.