Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 3 juni 2014 waarbij Sun verlof is verleend om te procederen volgens het Versneld Regime in Octrooizaken;
- de exploten van dagvaarding van 10 juni 2014;
- de akte overlegging producties van 9 juli 2014 van Sun, met producties 1-12;
- de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in reconventie van 17 september 2014, met producties 1-15;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 12 november 2014, met producties 13-30;
- de akte overlegging nadere producties van 24 december 2014 van Sun, met producties 31-36;
- de akte houdende overlegging producties van 24 december 2014 van Novartis, met producties 16-17;
- de akte overlegging reactieve producties alsmede kostenoverzicht ex 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van 20 februari 2015 van Sun, met producties 37-39;
- de akte houdende overlegging reactieve producties van 20 februari 2015 van Novartis, met producties 18-20;
- de akte houdende overlegging aanvullende productie van 20 februari 2015 van Novartis, met productie 22;
- de brief van 11 februari 2015 van Sun, met het verzoek aan de rechtbank tot uitstel van het geplande pleidooi van 20 februari 2015;
- de akte overlegging reactieve producties van 20 februari 2015 van Sun, met producties 40-41;
- de brief van 12 februari 2015 van Novartis waarbij zij bezwaar maakt tegen productie 41 van Sun op de grond dat die niet tijdig is ingediend en niet kan worden gekwalificeerd als een reactie op het inbrengen van productie 22 door Novartis;
- de brief van 12 februari 2015 van Novartis, waarin zij bezwaar maakt tegen het verzoek van Sun om uitstel van het pleidooi;
- het e-mailbericht van de rechtbank van 12 februari 2015 aan partijen, waarin het verzoek van Sun om aanhouding van het geplande pleidooi wordt geweigerd;
- de akte houdende overlegging aanvullende productie van 20 februari 2015 van Novartis, met productie 23;
- de brief van 19 februari 2015 van Sun met een als productie 39.1 genummerde actuele kostenopgave;
- de brief van 19 februari 2015 van Novartis, met een als productie 24 genummerde actuele kostenopgave;
- het pleidooi van 20 februari 2015 en de daarbij door beide partijen overgelegde pleitnotities, met in de pleitnotities van mr. Van den Horst en mr. Bremer doorgehaald de paragrafen 165 tot en met 169, 173 en 176 tot en met 186, welke niet zijn gepleit, en in de pleitnotities van mr. Kleemans en mr. Drok doorgehaald de paragrafen 178 tot en met 184, welke niet zijn gepleit.
2.De feiten
Novartis en het octrooi
Method of administering bisphosphonates”. EP 689 is verleend op een aanvrage van 18 juni 2001, met een beroep op de prioriteitsdocumenten US 597135 van 20 juni 2000 (hierna: US 135) en US 267689 P van 9 februari 2001 (hierna: US 689). De verlening van het octrooi voor onder meer Nederland is op 21 september 2005 gepubliceerd. EP 689 is een zogenaamd tweede medische indicatie-octrooi en ziet – kort gezegd – op het gebruik van zoledroninezuur 5 mg eens per jaar intraveneus toegediend voor de behandeling van osteoporose. De beschermingsomvang van het octrooi strekt zich niet uit tot de andere (eerste) medische indicatie waarvoor Aclasta® tevens is goedgekeurd, te weten de ziekte van Paget.
in vivo; the therapeutic efficacy of bisphosphonates has been demonstrated in the treatment of Paget's disease of bone, tumour-induced hypercalcemia and, more recently, bone metastasis and multiple myeloma (MM) (for review see Fleisch H 1997 Bisphosphonates clinical.
InBisphosphonates in Bone Disease. From the Laboratory to the Patient. Eds: The Parthenon Publishing Group, New York/London pp 68-163). The mechanisms by which bisphosphonates inhibit bone resorption are still poorly understood and seem to vary according to the bisphosphonates studied. Bisphosphonates have been shown to bind strongly to the hydroxyapatite crystals of bone, to reduce bone turn-over and resorption, to decrease the levels of hydroxyproline or alkaline phosphatase in the blood, and in addition to inhibit both the activation and the activity of osteoclasts.
per se, for example by means of conventional mixing, granulating, confectioning, dissolving or lyophilising processes. For example, pharmaceutical preparations for oral administration can be obtained by combining the active ingredient with solid carriers, where appropriate granulating a resulting mixture, and processing the mixture or granulate, if desired or necessary after the addition of suitable adjuncts, into tablets or dragée cores.
inter alia, concentrated sugar solutions that optionally contain gum arabic, talc, polyvinylpyrrolidone, polyethylene glycol and/or titanium dioxide, or lacquer solutions in suitable organic solvents or solvent mixtures or, to produce coatings that are resistant to gastric juices, solutions of suitable cellulose preparations, such as acetylcellulose phthalate or hydroxypropylmethylcellulose phthalate. Colouring substances or pigments may be added to the tablets or dragee coatings, for example for the purpose of identification or to indicate different doses of active ingredient.
- Placebo
- 0.25 mg zoledronic acid every 3 months
- 0.5 mg zoledronic acid every 3 months
- 1.0 mg zoledronic acid every 3 months
- 2.0 mg zoledronic acid every 6 months
- 4.0 mg zoledronic acid every 12 months
carve-out” (ook wel “skinny label” genaamd) te verwijderen uit de gedrukte SmPC (Summary of Product Characteristics) en de bijsluiter (ook wel aangeduid als Patient Information Leaflet - ‘PIL’) voor haar generieke product in verband met een geoctrooieerde indicatie. [1] Het CBG heeft Sun op 27 augustus 2013 laten weten dat het verzoek is verwerkt. Het beleid van het CBG zorgt er echter voor dat de carve-out niet wordt doorgevoerd in de digitale versie van de bijsluiter en SmPC die het CBG op haar website publiceert.
A single annual injection of the bisphosphonate, zoledronic acid, stably reduces bone turnover and increases bone density in postmenopausal osteoporosis’, Bone 28(5), S89 (2001), productie EP6, hierna: Reid), waarin alle kenmerken van de conclusies van EP 689 worden geopenbaard.
Swiss-type claimsbij tweede medische indicatie-octrooien. In het tweede van de op 6 februari 2015 gewezen vonnissen (dat ging over het te elfder ure – volgens de Engelse rechter ‘zonder twijfel’ ingegeven door het toen net gewezen arrest van het hof Den Haag – alsnog ingeroepen ‘anker’ van indirecte inbreuk) heeft Arnold J voorshands geoordeeld dat indirecte inbreuk op een
Swiss-type claimniet mogelijk is. Hij overwoog:
John Wyeth & Brother Ltd's Application[1985] RPC 545, 563;
Monsanto & Co. v Merck & Co. Inc.[2000] RPC 77, 92‑93;
Actavis UK Ltd v Merck & Co. Inc.[2008] EWCA Civ 444, [2009] 1 WLR 1186 at paragraphs 27 and 75; and Case T 1780/12
University of Texas Board of Regents/Cancer treatment[2014] EPOR 28 at paragraphs 18‑27. In order to succeed in its claim under section 60(2) Warner‑Lambert would have to persuade the Supreme Court to overrule
Monsanto v Merckon this point. I see no prospect of that occurring.
Swiss-type claimeen werkwijze claim is (par. 240):
Swiss-type claim(par. 684):
3.Het geschil
in conventie
- Sun met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis en op straffe van een dwangsom verbiedt in Nederland (indirect) inbreuk te maken op (het Nederlandse deel van) EP 689, in het bijzonder door het aanbieden of leveren van generiek zoledroninezuur 5 mg/100 ml (oplossing voor infusie), terwijl zij weet of moet weten dat het middel gebruikt gaat worden voor de behandeling van osteoporose,
- Sun met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis, tot expiratie, vernietiging of nietigverklaring van EP 689 en op straffe van een dwangsom, verbiedt deel te nemen aan tenders/overeenkomsten voor de levering in Nederland van generiek zoledroninezuur 5 mg/100 ml en verbiedt generiek zoledroninezuur 5 mg/100 ml te leveren in Nederland onder bestaande tenders/overeenkomsten, tenzij de tender/overeenkomst uitsluitend beperkt is tot de behandeling van de ziekte van Paget, en zodanig dat het generieke product alleen vergoed zal worden voor de ziekte van Paget, althans (subsidiair) verbiedt meer dan 135 eenheden per jaar (of een andere door de rechtbank in goede justitie te bepalen hoeveelheid) van het generieke product te leveren in Nederland onder bestaande tenders/overeenkomsten,
- Sun veroordeelt om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis en tot expiratie, vernietiging of nietigverklaring van EP 689, administratie te houden van de verkoop van generiek zoledroninezuur 5 mg/100 ml in Nederland en daarvan bij de raadslieden van Novartis periodiek opgave te doen,
- Sun gebiedt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaten van Novartis een door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte opgave te doen toekomen van verkoopcijfers, kopers, aanwezige voorraad en behaalde omzet en winst van (verkoop van) het generieke product,
- (volgens nadere uitleg van mr. Kleemans bij gelegenheid van het pleidooi van dit deel van de vorderingen) Sun veroordeelt tot schadevergoeding, dan wel winstafdracht, nader op te maken bij staat, en naar keuze van Sun,
- Sun veroordeelt om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis en op straffe van een dwangsom alle verzekeringsmaatschappijen die een tender met betrekking tot zoledroninezuur 5 mg/100 ml hebben uitgeschreven of voornemens zijn dat te gaan doen, alsmede alle partijen waarmee Sun een overeenkomst ter zake heeft gesloten of die Sun daartoe benaderen, schriftelijk te informeren door middel van een door Novartis voorgeschreven of een door de rechtbank in goede justitie te bepalen tekst, terwijl Sun aan Novartis daarvan kopieën en een lijst met geadresseerden zal verstrekken,
- met veroordeling van Sun in de volledige proceskosten overeenkomstig artikel 1019h Rv.
4.De beoordeling
bone modelling) en remodellering (
bone remodelling). Botmodellering speelt een belangrijke rol in de groeifase van jonge mensen. Bij volgroeide volwassenen wordt botremodellering belangrijker. Dankzij dit mechanisme, dat over een periode van zeven tot tien jaar resulteert in een kwantitatieve regeneratie van de complete menselijke botmassa, blijft het skelet stabiel en functioneel. Vooral drie typen cellen zijn betrokken bij het botremodelleringsproces, namelijk osteoclasten, osteoblasten and osteocyten. Samen worden zij botremodellerende units (
bone remodelling units, ‘BMUs’) genoemd.
bone remodelling cycle) na ongeveer drie tot vier maanden goeddeels afgerond was (zie het handboek ‘
Primer on the Metabolic Bone Diseases and Disorders of Mineral Metabolism’, An Official Publication of The American Society for Bone and Mineral Research, 4th Edition, 1999, p. 30, overgelegd door Novartis als productie 4).
bone mineral density,‘BMD’). Op de prioriteitsdatum werd de BMD gemeten met behulp van een densitometer die nagaat in welke mate mineralen in het bot (met name calcium) röntgenstraling absorberen. De meting wordt vergeleken met de gemiddelde botdichtheid van een jong volwassene. Bij een score van meer dan 2.5 standaardafwijking onder het gemiddelde van een jong volwassene is sprake van osteoporose.
‘the same invention’, zoals artikel 87 EOV verwoordt. [8] Voor een gegrond beroep dient de geclaimde uitvinding bovendien, zoals Sun terecht stelt, in het prioriteitsdocument nawerkbaar te zijn geopenbaard, in die zin dat aannemelijk dient te zijn dat de geclaimde uitvinding werkt. [9] In casu, waar het gaat om een tweede medische indicatie-octrooi (en waar het bereiken van het geclaimde therapeutische effect een functioneel technisch kenmerk is van de conclusie), betekent dit dat uit US 689 de geschiktheid van het te bereiden zoledroninezuur voor de geclaimde therapeutische toepassing moet kunnen worden afgeleid.
Treatment of Patients’omdat hierin de resultaten van een klinische studie worden gepresenteerd. In die studie is aan patiënten met osteoporose gedurende een jaar dan wel placebo dan wel (periodiek) verschillende doseringen, namelijk 0,25 mg elke 3 maanden (totaal 1,0 mg), 0,5 mg elke 3 maanden (totaal 2 mg), 1,0 mg elke 3 maanden (totaal 4,0 mg), 2,0 mg elke 6 maanden (totaal 4,0 mg) en eens 4,0 mg, zoledroninezuur intraveneus toegediend. Het resultaat van de studie wordt in US 689 als volgt verwoord (zie ook 2.6.):
problem-and-solution-approachhanteren, die beide partijen ook hebben gebruikt in hun argumentatie. In die benadering dient eerst te worden vastgesteld wat de meest nabije stand van de techniek, de
closest prior art, is. Volgens Sun dient te worden uitgegaan van WO95/30421, gepubliceerd op 16 november 1995, (hierna WO 421) als meest nabije stand van de techniek. Volgens Sun hebben zowel WO 421 als EP 689 hetzelfde doel, te weten het verschaffen van een effectieve behandeling van aandoeningen van verhoogde botresorptie door middel van bisfosfonaten. Novartis heeft betwist dat WO 421 als meest nabije stand van de techniek kan worden beschouwd.
most promising springboard) in de richting van een voor de hand liggende ontwikkeling naar de geclaimde uitvinding. Het moet bij de selectie van de meest nabije stand van de techniek gaan om hetzelfde of een nauw verwant technisch gebied en hetzelfde doel als de geclaimde uitvinding.
“bisphosphonates are used clinically to inhibit excessive bone resorption in a variety of diseases such as tumourinduced osteolysis, Paget’s disease and osteoporosis”.Verder wordt uitsluitend nog aan osteoporose gerefereerd in relatie tot de gesuggereerde ruime doseringsrange van genoemde bisfosfonaten voor de behandeling van loslatende of migrerende protheses (pagina 7, 4e alinea):
“doses which are in the same order of magnitude as those used in the treatment of the diseases classically treated with methanebisphosphonic acid deratives, such as Paget’s disease, tumourinduced hypercalcaemia or osteoporosis”.Deze vermeldingen maken niet dat aan WO 421 hetzelfde doel (behandeling van dezelfde aandoening) kan worden toegeschreven als aan EP 689.
most promising springboard) voor de uitvinding in EP 689.
-frequentie voor de hand lag. Op gelijke gronden als het hof heeft overwogen (de rechtbank verwijst hiertoe naar de overwegingen 4.15 tot en met 4.26 van het arrest die zij tot de hare maakt), heeft Sun evenmin in de bodemprocedure laten zien dat de gemiddelde vakman een aanwijzing (
pointer) zou hebben op grond waarvan hij op de prioriteitsdatum, uitgaande van WO 421, zonder inventieve denkarbeid zou (‘
would’ - not ‘could’) komen tot de toepassing van specifiek zoledroninezuur voor de behandeling van osteoporose door intraveneuze toediening in een doseringsrange van ongeveer 2-10 mg en een doseringsinterval van een jaar.
closest prior art, net zo goed “The Pink Sheet”, een biofarmaceutisch vakblad, Vol. 62, No. 8 van 21 februari 2000 (productie 1.23 van de zijde van Sun) (hierna: The Pink Sheet) aangemerkt kan worden als meest nabije stand van de techniek en zij heeft haar inventiviteitsaanval vervolgens met deze publicatie vervlochten. De rechtbank zal The Pink Sheet bij de inventiviteitsbeoordeling, op gelijke gronden als zij ten aanzien van de bij pleidooi nieuw gevoerde argumenten voor wat betreft prioriteit van US 689 ten opzichte van de conclusies 1-6 van het octrooi heeft gedaan (vgl. r.o. 4.30.), ambtshalve buiten beschouwing laten wegens strijd met de goede procesorde.
Warner-Lambert v. Actavis, waarin hij zich uitspreekt over de octrooi-inbreuk bij
Swiss-type claims. Sun heeft daarbij aangegeven zich bij die overwegingen aan te sluiten en die mede aan haar niet-inbreukverweer ten grondslag te leggen zodat volgens haar in deze zaak geen sprake kan zijn van indirecte inbreuk. Novartis heeft bezwaar gemaakt tegen dit verweer, dat wat haar betreft te laat en daarmee in strijd met een goede procesorde is gevoerd, zodat het dient te worden gepasseerd.
Swiss-type claim, hetgeen de rechtbank (bijvoorbeeld ook als het nadere verweer van Sun niet zou zijn gevoerd) ambtshalve dient vast te stellen.
directed to the use of a substance or composition for the manufacture of a medicament for a specified new and inventive therapeutic application”, een praktijk die zijn oorsprong vond in het Zwitserse octrooibureau (vandaar de benaming
‘Swiss-type’). Een S
wiss-type claimwerd daarna steeds geredigeerd als ‘gebruik van stof X voor de vervaardiging van geneesmiddel Y voor de behandeling van ziekte Z’. In de literatuur [12] werd aangenomen dat een
Swiss-type claimeen werkwijze onder bescherming stelt:
Swiss-type claimskwam een einde door wijzigingen in het Europees octrooiverdrag (aangeduid als EPC 2000 [13] ) waarbij het ingevolge artikel 54 lid 5 EPC 2000 is toegestaan tweede medische indicatie conclusies in een andere vorm (het gebruik van stof X voor behandeling van ziekte Y) te claimen. Octrooien met
Swiss-type claimsdie verleend zijn voor de inwerkingtreding van EPC 2000 behouden echter hun effect, zo oordeelde de Grote Kamer van Beroep in de beslissing G2/08. [14]
Swiss-type claimeen andere beschermingsomvang heeft dan een EPC 2000 claim.
Swiss-type claimszijn ‘
purpose limited process claims’, oftewel doelgebonden werkwijzeconclusies, terwijl EPC 2000 claims
‘purpose limited product claims’, oftewel doelgebonden productconclusies betreffen. In deze laatste claims ontbreekt de voor
Swiss-type claimskenmerkende maatregel
‘het bereiden van een geneesmiddel’.
Swiss Formgeredigeerd. Gelet op hetgeen hiervoor is besproken, is er in deze procedure van uit te gaan, en ook Novartis gaat daar van uit [16] , dat de conclusies werkwijzeconclusies betreffen. In het geval van conclusie 7 [17] gaat het dan om een werkwijze die ziet op de toepassing van a) zoledroninezuur, b) voor de bereiding van een geneesmiddel voor de behandeling van osteoporose, c) door intraveneuze toediening, d) in een eenheidsdosering van ongeveer 2-10 mg en e) met een toedieningsinterval van ongeveer één keer per jaar.
(‘the preparation’zoals conclusie 7 het noemt) van het geneesmiddel zoledroninezuur voor de behandeling van osteoporose. Vast staat echter dat de werkwijze, te weten het bereiden van het geneesmiddel, nergens in de keten na levering door Sun van het geneesmiddel (meer) wordt toegepast. De andersluidende lezing van Novartis dat toepassing van de geoctrooieerde uitvinding,
‘manufacturing’, gelijk moet worden gesteld aan het geven van een bestemming aan het geneesmiddel (product) kan enkel opgaan als een Swiss-type claim wordt aangemerkt als een
‘purpose limited product claim’, zoals de EPC 2000 claims dat zijn, althans daarmee gelijkgesteld zou moeten worden. Terecht beroept Novartis zich daar nu juist niet op. Waar Novartis met een verwijzing naar artikel 64 lid 2 EOV betoogt dat ook bij een
Swiss-type claimhet direct verkregen resultaat van de werkwijze, het geneesmiddel, is meebeschermd, verlaat zij de grondslag van de indirecte inbreuk en betreedt zij het terrein van de directe inbreuk [18] , waarover hierna meer.
Swiss-typeclaim noodzakelijk acht dat er in de keten van afnemers een persoon is die zoledroninezuur gebruikt voor de bereiding van een geneesmiddel.
Warner-Lambert v. Actavis(vgl. 2.24.). Het is deze laatste uitspraak geweest die heeft gemaakt dat het debat ter zitting, zij het wat gemankeerd, ten opzichte van de conclusiewisseling voorafgaande aan het pleidooi nadrukkelijker is gegaan over directe inbreuk. Het verweer van Sun tegen de vorderingen van Novartis is ook eerst ter zitting in de sleutel van de uitspraak van Arnold J geplaatst (vgl. r.o. 4.45.). Beide partijen hebben zich noch in de kort geding-procedures noch eerder in deze procedure over en weer bekommerd om de vraag of indirecte inbreuk op een
Swiss-type claimüberhaupt – in octrooi-technische zin – wel mogelijk is. Het thans gevoerde verweer is ook niet in de procedure bij het hof Den Haag aan de orde gekomen, zo heeft Sun desgevraagd aangegeven. De uitspraak van Arnold J van 21 januari 2015 vormde de katalysator voor partijen het debat over een andere boeg te gooien. Na de mondelinge behandeling is daar nog bijgekomen de uitspraak van de Court of Appeal van 28 mei 2015 (vgl. 2.25.) en de uitspraak van Justice Arnold van 10 september 2015 (vgl. 2.26.) met de inhoud waarvan de rechtbank ambtshalve bekend is.
Swiss-type claims(met kwesties als wetenschap over de bestemming van het geneesmiddel, wie geldt als bereider etc.), zoals beide partijen ook hebben benadrukt, ook voor toekomstige zaken (er staan nog een flink aantal geneesmiddelen onder octrooi waarvan de conclusies op Zwitserse wijze zijn opgesteld) van belang is. De markt is er bij gebaat als er duidelijkheid zou worden gegeven over de beschermingsomvang van dergelijke claims, zo is door beide partijen betoogd. In dat opzicht zou het enerzijds vanuit een rechtsvormende gedachte zeer ongelukkig zijn als partijen zich hierover niet in twee instanties zouden kunnen uitlaten. Anderzijds is, zoals de Engelse rechters ook overwogen
(‘this is a developing area of law’), het debat over inbreuk op
Swiss-type claimsbepaald niet uitgekristalliseerd.
Swiss- type claims, mogelijk de markt (ook) voor de geoctrooieerde indicatie zou willen betreden maar op een later moment, bijvoorbeeld in kort geding, in verband daarmee op grond van directe inbreuk zou worden teruggefloten.