Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres heeft (laatstelijk) op 14 maart 2011 een aanvraag ingediend om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘conform beschikking verweerder’. Verweerder heeft deze aanvraag bij besluit van 31 januari 2012 afgewezen. Het hiertegen gemaakte bezwaar is bij besluit van 3 augustus 2012 ongegrond verklaard. Het hiertegen ingestelde beroep is bij uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, van 22 mei 2013 (AWB 12 / 27123) ongegrond verklaard onder gelijktijdige afwijzing van het ingediende verzoek om een voorlopige voorziening (AWB 12 / 27125).
Eiseres verwijst voorts naar het bij haar schrijven gevoegde verweerschrift van de kantoorgenoot van haar gemachtigde, mr. J. Klaas, uitgebracht in reactie op het door verweerder overgelegde hoger beroepschrift.
Tot slot voert eiseres aan dat de in de praktijk wel meer beweging is dan verweerder nu schijft. Verweerder financiert inmiddels de gemeentelijk opvang en verwijst zelf ook niet meer naar DT&V, maar naar die door hem gefinancierde opvang. Ter onderbouwing heeft eiseres verwezen naar bijgevoegde brief van DT&V van 16 februari 2015 inzake een aanvraag om opvang en leefgeld.
122. The Committee observes, similarly, that the persons concerned by the current complaint undeniably find themselves at risk of serious irreparable harm to their life and human dignity when being excluded from access to shelter, food and clothing. It refers to its established case-law under the reporting procedure (see paragraphs 73, 106) and holds that access to food, water, as well as to such basic amenities as a safe place to sleep and clothes fulfilling the minimum requirements for survival in the prevailing weather conditions are necessary for the basic subsistence of any human being.