Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
Werkwijze
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak gaat het om een effectenleaseovereenkomst tussen Dexia en de appellant, waarbij de appellant is geadviseerd door een tussenpersoon zonder de vereiste vergunning. De centrale vraag is of Dexia op de hoogte was van deze situatie en of zij aansprakelijk is voor de door de appellant geleden schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tussenpersoon de appellant heeft geadviseerd over de leaseovereenkomst, maar niet over de vergunning beschikte. Dexia was zich bewust van de rol van de tussenpersoon en had moeten controleren of deze aan de vergunningseisen voldeed. De appellant heeft schade geleden door de leaseovereenkomst, en het hof oordeelt dat Dexia deze schade volledig moet vergoeden. De zaak is complex door de juridische context van effectenlease en de verantwoordelijkheden van tussenpersonen. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de kantonrechter vernietigd en Dexia veroordeeld tot schadevergoeding aan de appellant, terwijl de appellant ook een restitutievordering heeft gekregen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.