Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Procesgang
2.Voorgeschiedenis
the District Court of Vilnius City, Litouwen, met zaaknummer No. 1 -267-1100/2023 is verzoeker veroordeeld tot een vrijheidsstraf voor de duur van één jaar en acht maanden;
the Vilnius Regional Court, Litouwen, een EAB uitgevaardigd, strekkende tot de aanhouding en overlevering van verzoeker aan Litouwen, in verband met de tenuitvoerlegging van de hiervoor genoemde vrijheidsstraf (zaak: 13/307002-23, hierna:
EAB I);
the Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania, een EAB uitgevaardigd, strekkende tot de aanhouding en overlevering van verzoeker aan Litouwen, in verband met een strafrechtelijk onderzoek naar vermoedelijk door verzoeker gepleegde strafbare feiten (zaak: 13/307016-23, hierna:
EAB II);
the Vilnius Regional Court, Litouwen, een EAB uitgevaardigd, strekkende tot de aanhouding en overlevering van verzoeker aan Litouwen, in verband met de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van vijf jaar (zaak: 13/176573-24, hierna:
EAB III);
EAB I;
EAB Ibehandeld op de zitting van 4 juli 2024. Op die zitting zijn ook
EAB’s II en IIIbehandeld;
EAB I, omdat uit informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 2 juli 2024 was gebleken dat dit EAB was ingetrokken. De rechtbank heeft in dezelfde beslissing de overleveringsdetentie in die zaak opgeheven. De rechtbank heeft op de zitting van 4 juli 2024 vervolgens de gevangenneming van verzoeker bevolen inzake EAB II en EAB III waarna verzoeker daadwerkelijk in overleveringsdetentie is gebleven op basis van die nieuwe titel(s) tot aan zijn feitelijke overlevering op 25 juli 2024.
3.Verzoek
EAB Ien voor de kosten die in verband met het opstellen en indienen van het verzoek zijn gemaakt.
EAB Iinderdaad in mindering is gebracht op de straf die uiteindelijk klaarblijkelijk in een later vonnis in Litouwen is opgelegd, schadevergoeding niet meer aan de orde is. In dat geval heeft compensatie immers al plaatsgevonden. Zij heeft de rechtbank echter verzocht de zaak aan te houden om de informatie in de e-mail bij verzoeker te kunnen verifiëren.
4.Standpunt van het Openbaar Ministerie
5.Oordeel van de rechtbank
EAB I,die is geëindigd met niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie. Nog daargelaten of de door de opgeëiste persoon op grond van
EAB Iondergane overleveringsdetentie als onterecht ondergaan moet worden beschouwd, is er geen grond voor toewijzing van schadevergoeding voor deze ondergane detentie. Uit de hiervoor weergegeven informatie in de e-mail van 4 november 2024 van de Litouwse autoriteit blijkt immers dat deze overleveringsdetentie in mindering is gebracht op de vrijheidsstraf die na overlevering ter zake van een ander vonnis én ter zake van vervolging in een (nieuw) verzamelvonnis is opgelegd in Litouwen. Deze overleveringsdetentie is dus al gecompenseerd.
6.Beslissing
WIJST AFhet verzoek tot schadevergoeding en vergoeding voor de kosten die in verband met het opstellen en indienen van het verzoek zijn gemaakt.