Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
het geven van adviezen, het doen van onderzoek en het verlenen van assistentie op het gebied van organisatie en management aan bedrijven, organisaties, instellingen en de overheid tevens PlannersAcademy (trainingsactiviteiten)’ (kvk). Zij is een adviesbureau gespecialiseerd in personeelsplanning en -management. Bij Déhora werken ongeveer 220 mensen.
- Emotionele instabiliteit; het in stressvolle situaties met weerstand werken aan stemmingswisselingen, kalmte behouden en minder negatieve emoties.- Gebrek aan empathie; in sommige situaties komt [verzoeker] enigszins impulsief, agressief en prikkelbaar over. Focus op het minder bekritiseren en meer verplaatsen/ inleven in situaties/ gevoelens van medewerkers (en managers).
Bij goed functioneren wordt het bruto maandsalaris per 1 januari 2024 verhoogd naar€ 9.000,- op basis van voltijd.
Ik blijf Ikea meetings doen want daar is te veel mee gemoeid om dat nu weer te wisselen. Deze trein loopt net lekker Ikea vraagt daar ook om.Verder ben ik momenteel kotsmisselijk en voel ik me ronduit ellendig na de zoveelste poging mij onderuit te halen. Ik heb er simpelweg geen woorden voor. Dat onderzoek what ever it may be, kom maar door, ik hoop dat ze een goed verhaal hebben want ik ga me hard verdedigen. Ik ben alles bij mijzelf nagegaan en kan simpelweg 0 zaken bedenken waarbij ik over de schreef ben gegaan. Maar dat zal naar boven komen in dat onderzoek.Ik verlies hier wel enorm veel vertrouwen in de mens en in mijn collega’s en wantrouw alles momenteel.Tot slot: ik waardeer je enorm als mens en leidinggevende en wil graag dat je weet dat ik jou niks kwalijk neem en je de route pakt die nou eenmaal nodig is voor het belang van het bedrijf. Dit begrijp ik goed.
Beste collega,Deze week zijn diverse meldingen bij ons binnengekomen over [verzoeker] .Voor ons zijn deze meldingen aanleiding een onafhankelijk extern onderzoek in te stellen naar de validiteit van de meldingen. Duidelijk zal zijn dat dit onderzoek met respect voor melders en [verzoeker] zal gaan plaatsvinden.[verzoeker] heb ik gevraagd gedurende de loop van het onderzoek zijn werkzaamheden neer te leggen.Na deze e-mail zijn nieuwe meldingen over gedragingen van [verzoeker] bij Déhora gedaan.
In deze e-mail deelt u mee dat diverse meldingen over cliënt bij u zijn binnengekomen. (…)Hoewel de validiteit van de meldingen nog moet worden onderzocht, heeft dat u er niet van weerhouden het voltallige Nederlandse personeelsbestand van Déhora alvast op de hoogte te brengen van het bestaan van de situatie.(…)Namens cliënt merk ik op dat de wijze waarop deze situatie zich ontwikkelt hem overvalt, verrast en treurig stemt. Cliënt betreurt het ten zeerste dat thans op deze wijze (organisatie breed) met hem wordt gecommuniceerd. Déhora heeft cliënt direct vrijgesteld van zijn werkzaamheden. Déhora heeft de stekker er in die zin abrupt uitgetrokken. Dit was onnodig diffamerend, nu cliënt daar niet mee heeft ingestemd.(…)De schorsing is dan ook een buitenproportionele sanctie. Temeer nu u deze schorsing met al zijn Nederlandse collega’s heeft gedeeld en daarmee een terugkeer naar de werkvloer op voorhand onmogelijk heeft gemaakt. Ook ten onrechte geuite beschuldigingen kunnen grote schade berokkenen. Bij de Nederlandse collega’s zal snel de gedachte post kunnen vatten van ‘waar rook is, is vuur’.
Collega,
Déhora (…) heeft op 15 december 2023 Holland Integrity Group (…) naar aanleiding van klokkenluidersmeldingen gevraagd een feitenonderzoek uit te voeren ten aanzien van de heer [verzoeker] (…). De meldingen betreffen mogelijk grensoverschrijdend gedrag van de heer [verzoeker] in de richting van enkele medewerkers, waarbij de heer [verzoeker] mogelijk misbruik heeft gemaakt van zijn positie als directeur bij Déhora. Ten tijde van de opdrachtverstrekking is het vermeende grensoverschrijdend gedrag nog niet nader gespecificeerd. Eén melding is gedaan in januari 2023 en twee andere meldingen in november 2023. (…)1.3.2 Onderzoeksvragen
(ktr: [naam 6] en [naam 7] zijn niet met name genoemde (oud)medewerkers van Déhora)
Zoals in paragraaf 3.4 opgemerkt heeft de heer [verzoeker] verklaard dat [naam 6] aan de heer [verzoeker] , haar direct leidinggevende, heeft gevraagd of hij door [naam 7] gepijpt is. De heer [verzoeker] heeft van deze opmerking geen melding gemaakt. Wel heeft de heer [verzoeker] aan mevrouw [naam 4] aangegeven dat hij geen leiding meer wilde geven aan de afdeling Commerciële binnendienst, waar [naam 6] leiding aan geeft, omdat hij zich niet veilig voelde. Dit heeft hij ook met de heer [naam 1] besproken, maar die heeft dit volgens hem meermaals weggewuifd. Mevrouw [naam 4] heeft ook aangegeven dat zij hiervan op de hoogte is geweest en dat zij hem heeft verteld dat hij dit als directeur ook moet accepteren, omdat het erbij hoort.
(…) Ik vind het belangrijk om te refereren naar 13 september 2023. Een dag waarbij [verzoeker] mijn kamer binnenkwam en woest was omdat ik zaken onder de tafel hield, niet met hem besprak en zo meer. Een normaal gesprek was niet te voeren. Toen ik hem vroeg even rustig het gesprek te voeren kwam dit totaal niet aan want hij bleef schreeuwen, waarop ik mijn mond verder dicht heb gehouden. Hij verliet woedend mijn kamer en zichtbaar voor de medewerkers in de kantoortuin ging hij een andere meeting in. Ik ben hier erg van geschrokken en het voelde voor mij niet veilig toen [verzoeker] zo tekeer ging. We hebben het later niet meer besproken. (…)
En je hoeft je niet te excuseren, ik vertrouw je en geloof helemaal niets van al dat gedoe. Neem rust en werk verder in de luwte!
nav wat ik hoorde over de situatie rond de persoon [verzoeker] , voel ik me genoodzaakt in vertrouwen mijn persoonlijke ervaringen met de persoon in kwestie te delen.De samenwerking met [verzoeker] en het Belgische team is zeer moeizaam verlopen.[verzoeker] stelde zich van bij de start zeer autoritair en intimiderend op. In zodanige mate dat er in het Belgische team afgesproken werd om bijeenkomsten om de beurt bij te volgen. Uitspraken zoals “We gaan ze allemaal klein krijgen” en “Moet ik het in Nederland doen met die bende oude grijze mannen” (verwijzend naar de CEO ( [naam 1] ) en Directeur advies ( [naam 9] ) vloeiden veelvuldig en makkelijk over de tong.Het is duidelijk dat [verzoeker] een probleem heeft met bewaren van rust en dat zijn regelmatige buitensporige “uitspattingen” zeer intimiderend overkomen. Door de overvloed aan woorden wordt je al heel snel in een benarde situatie gezet die voor sommige collega’s zeker en vast als onaangenaam ervaren zal worden.Wat me persoonlijk het diepst geraakt heeft als manager is zijn “openlijke” opschepperij over seks hebben met meisjes in een zwembad en sauna. Zonder enig detail te besparen (…) met een puberale opschepperij over hoe je de “vrouwtjes” moet aanpakken. (…)Alsof dit dan nog niet genoeg was volgde later op de avond tijdens een diner met het management nog een opschepperij verhaal over hoe hij de vrouw van een potentiële klant tracht te benaderen met als doel op deze manier een project in één van onze buitenlandse vestigingen binnen te halen. Deze demarche wordt dan – zoals verteld – gevolgd door het roken van een verdovend middel op een terras met de potentiële klant.(…)Anderzijds heb ik na een tijdje [verzoeker] ook leren kennen als een ander persoon. Iemand met best veel complexen en persoonlijke struggles.Ik ben dan ook van mening dat [verzoeker] totaal niet goed in zijn vel zat in de rol van manager en dat persoonlijke issues hem parten speelden bij professionele relaties. Dit vertaalde zich in de werksfeer naar wat ik ongepast gedrag zou noemen (het innig omhelzen van een assistente op kantoor gebeurde meermaals).
Zoals besproken een aantal feiten m.b.t. het gedrag van [verzoeker] :1. In de tijd dat [verzoeker] directeur werd, heb ik met hem gesproken over zijn gewoonte om mensen aan te raken. Dat doet hij regelmatig op schouders, rug (boven- en onderrug) en een enkele keer op de buik. Ik vroeg hem of hij zich bewust is van dat gedrag en dat niet iedereen dat prettig vindt. Hij bevestigde dat hij weet dat hij mensen zo aanraakt en dat hij dat zelf geen probleem vindt. Ik heb hem toen gevraagd dat zeker met zijn nieuwe rol als directeur niet te doen. Hij gaf aan dat hij eraan zou denken, maar feitelijk heeft hij zijn gedrag niet aangepast.
3.Het verzoek en het verweer
Bij beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam is Déhora Consultancy Group B.V. veroordeeld een rectificatiemail te versturen met betrekking tot mijn berichtgeving aan u op 24 november 2023 en op 12 februari 2024. Daar in heb ik u bericht dat diverse meldingen zijn binnengekomen over grensoverschrijdend gedrag door onze medewerker [verzoeker] . Daarvan is evenwel geen sprake. De kantonrechter heeft geoordeeld dat mijn eerdere e-mails aan u onrechtmatig waren tegenvoer [verzoeker] omdat de door ons aangevoerde omstandigheden deze beschuldigingen op geen enkele wijze rechtvaardigen. In het geval hiermee onrust binnen de organisatie is ontstaan of de reputatie van [verzoeker] schade is toegebracht is dit nimmer mijn bedoeling geweest. Dit spijt mij dan ook zeer.
4.De beoordeling
Duidelijk is dat Déhora de twee meldingen serieus diende te nemen en zorgvuldig diende te (laten) onderzoeken. Die meldingen kwamen gezien de bij Déhora uit het verleden bekende gedragingen van [verzoeker] echter niet uit de lucht vallen. Eerdere meldingen over ongewenst gedrag van [verzoeker] zijn voor Déhora nooit aanleiding geweest om concrete maatregelen te treffen, zoals een schriftelijke waarschuwing en/of het aanbieden van een verbetertraject. Voorzover Déhora heeft aangevoerd dat [naam 1] hem in diverse gesprekken wél heeft gewaarschuwd, heeft [verzoeker] dit ontkent, en heeft Déhora daartegenover haar standpunt onvoldoende met feiten en omstandigheden toegelicht, zodat daarmee geen rekening wordt gehouden. De aangeboden coaching (zie r.o. 2.3 en 2.7) is geen verbetertraject. Voor een verbetertraject is vereist dat duidelijke doelen worden geformuleerd en dat na afloop gezamenlijk wordt vastgesteld of die doelen zijn behaald. Al met al had het voorgaande Déhora direct na de meldingen moeten aanzetten tot grote voorzichtigheid en genoeg aandacht voor de belangen van [verzoeker] . Dit heeft Déhora in onvoldoende mate gedaan en dat valt haar te verwijten.
nietworden ondersteund door de resultaten van het onderzoek. Het onderzoeksbureau concludeert immers dat de gedragingen niet op betrouwbare wijze kunnen worden gereconstrueerd. Het enige wat is vast komen te staan, is de (sexuele) affaire met een collega na het 35-jarig jubileumfeest, omdat [verzoeker] dat heeft erkend. Nu de betreffende collega niet zelf de melding heeft ingediend noch daarover heeft verklaard en, net als de melder, anoniem is gebleven, is niet gebleken dat [verzoeker] met die affaire de grenzen van die betreffende collega heeft overschreden (gesteld noch gebleken is dat de affaire niet vrijwillig was). [verzoeker] heeft ook uitdrukkelijk en gemotiveerd betwist dat hij de leidinggevende was van deze collega en dat hij enige zeggenschap over de collega had. Dit is onvoldoende onderbouwd weersproken door Déhora. Dat het onverstandig was om het bed te delen met een collega is iets anders. Dehora had ten tijde van de gedragingen geen gedragsprotocol over relaties tussen collega’s. Het gedrag van [verzoeker] is niet het gedrag dat je van een directeur mag verwachten. Dit valt [verzoeker] te verwijten. Déhora heeft daar echter nimmer adequaat op ingegrepen.
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad (onder meer HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187 (New Hairstyle), HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:878 (Zinzia) en HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2218 (Service Now) volgt dat het er bij de begroting van de billijke vergoeding, kort gezegd, om gaat dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De rechter kan daarbij rekening houden met de gevolgen van het ontslag voor zover die zijn toe te rekenen aan het aan de werkgever van het ontslag te maken verwijt. De Hoge Raad heeft in dat verband een niet-limitatieve lijst van gezichtspunten geformuleerd die van belang kunnen zijn bij de begroting van de vergoeding, waaronder:
- hetgeen de werknemer aan loon zou hebben genoten als het ontslag niet zou hebben plaatsgevonden;
- de mate waarin de werkgever een verwijt valt te maken;
de gevolgen van het ontslag voor zover deze zijn toe te rekenen aan het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever;
- of de werknemer inmiddels ander werk heeft gevonden en welke inkomsten hij daaruit geniet;
- de andere inkomsten die de werknemer in de toekomst naar verwachting kan verwerven;
- de hoogte van de aan de werknemer toekomende transitievergoeding.
€ 14.452,85 bruto. Déhora zal worden veroordeeld tot betaling daarvan.