Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court Constanţa, Roemenië (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
final and enforceable decisionvan 30 september 2020 (361/30.09.2020) van
the District Court Constanţa, final by the criminal decision of the Court of Appeal Constanţavan 27 oktober 2021 (818/P/27.10.2021).
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW
the Preliminary Chamberaangevoerd. In
the Preliminary Chamberheeft een Roemeense rechter zich vóór de uiteindelijke strafzaak al over de rechtmatigheid van het (tot dan toe) vergaarde bewijs gebogen. Diezelfde rechter heeft de strafzaak nadien echter ook inhoudelijk behandeld. De rechter die over de voorfase heeft geoordeeld, heeft dus ook geoordeeld over de inhoudelijke zaak. Dat is in strijd met het recht op een eerlijk proces en daarmee is sprake van een voltooide schending van de verdedigingsrechten.
HvJ EU’) zal de rechtbank eerst moeten vaststellen of verdachten in Roemeense strafzaken een reëel gevaar van schending van het door artikel 47, tweede alinea, van het Handvest gewaarborgde grondrecht op een eerlijk proces lopen wegens structurele of fundamentele gebreken wat de onpartijdigheid van de rechterlijke macht in Roemenië betreft, omdat aldaar rechters die in het vooronderzoek als rechter(-commissaris) optreden ook als zittingsrechter bij de inhoudelijke behandeling van dezelfde strafzaak kunnen optreden. [6]
hierna: Handvest) voortvloeit voor personen die in een Roemeense penitentiaire instelling worden gedetineerd, met name vanwege de overbevolking in de penitentiaire instellingen. [8]
the Ministry of Justice, National Administration of Penitentiariesde volgende garantie verstrekt:
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court Constanţa(Roemenië) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.