Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedures vanaf het tussenvonnis van 11 september 2019
overchargete berekenen alsmede over welke data en informatie daarvoor nodig zouden zijn.
Berkeley Research Group(BRG). Eveneens op 16 december 2020 hebben partijen gezamenlijk een
agree/disagreedocument van hun deskundigen over de berekening van de
overchargein het geding gebracht.
overchargeen
volume of commerce(VoC) niet aan de orde gekomen. Om inzicht te verkrijgen in wat er aan de zijde van SCC en Equilib aan data, informatie en verdere onderbouwing beschikbaar is en om te bepalen van welke cedenten de vorderingen reeds bij gebrek aan onderbouwing moeten afvallen voor het vervolg van de procedures, heeft de rechtbank op de voet van artikel 22 Rv SCC en Equilib opgedragen hun vorderingen voor iedere
shippernader te onderbouwen. Het proces-verbaal van die zitting luidt, voor zover hier relevant (onderstrepingen, rb):
shipperin de relevante periode een luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen en nadere informatie verstrekt. De luchtvaartmaatschappijen hebben bij antwoordakte bevel art. 22 Rv van 23 februari 2022 daarop gereageerd en bij akte overlegging producties van 25 maart 2022 zich uitgelaten over wat er uit de BRG Database zou blijken.
2.Het toetsingskader
elke achterliggende partijluchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen. Zij menen dat zij kunnen volstaan met de stelling (en onderbouwing) dat de groep (het concern) waartoe de achterliggende partij behoort, luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen. Equilib doet dit met een beroep op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) van 12 december 2019 (
Otis) [2] en SCC onder verwijzing naar het Europeesrechtelijke begrip ‘onderneming’. Het betoog van zowel Equilib als SCC gaat niet op. Dit wordt als volgt toegelicht.
Otis-arrest heeft beslist dat de kring van schadelijdende partijen jegens wie de ondernemingen aansprakelijk zijn, niet is beperkt tot degenen die op de relevante markt producten of diensten hebben afgenomen, zolang er maar causaal verband is tussen de inbreuk en de schade. Equilib verwijst hiertoe naar de volgende overwegingen in het arrest:
Otis-arrest zien op die situatie. Het Land Oberösterreich stelde immers dat het geen schade heeft geleden als directe of indirecte afnemer van de producten waarop het betrokken kartel betrekking had, maar in de hoedanigheid van subsidieverstrekker. Equilib stelt dat elke achterliggende partij een luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen. Dat zal zij dan ook moeten onderbouwen. Dit geldt ook voor achterliggende partijen die onderdeel zijn van een concern (groep). Ook voor die achterliggende partijen zal Equilib moeten onderbouwen dat een luchtvrachtdienst daadwerkelijk door de betrokken achterliggende partij is afgenomen. Anders dan Equilib stelt, is er – zonder nadere toelichting (die ontbreekt) – geen enkele reden om aan te nemen dat "
bijvoorbeeld moedervennootschappen van dochterondernemingen die luchtvrachtvervoersdiensten hebben ingekocht, ook zelf daardoor schade hebben geleden die voor vergoeding in aanmerking komt". Equilib heeft onvoldoende gesteld ten aanzien van (de feitelijke grondslag van) dergelijke schade en stelt bovendien louter dat die
"niet valt uit te sluiten".Equilib heeft daarmee onvoldoende toegelicht dat (afgeleide) schade van andere rechtspersonen (groepsvennootschappen) dan afnemers van luchtvrachtvervoersdiensten eveneens onderdeel is van de door haar ingestelde (gecedeerde) vorderingen.
Otis-arrest (randnr. 41):
“(…) niet nodig [is] dat (thans al) kan worden vastgesteld welke shippers welke vluchten (welke routes) hebben afgenomen”.En in r.o. 4.9.3 van het tussenarrest staat:
“De luchtvaartmaatschappijen betogen op zichzelf terecht dat het bepaalbaarheidsvereiste in geval van een generieke omschrijving van de vordering vereist dat aan de hand van die omschrijving op grond van andere objectieve gegevens kan worden vastgesteld welke vorderingen zijn geleverd. De omstandigheid dat deze vaststelling in dit stadium van deze complexe procedure nog niet heeft plaatsgevonden, brengt echter niet mee dat dat aan dit vereiste niet is voldaan. (…)”.
Berkeley Research Groupal over beschikte (de gegevens waren oorspronkelijk aan
Berkeley Research Groupverstrekt voor een ander doel dan deze procedures). De betreffende luchtvaartmaatschappijen hebben toestemming gegeven om deze gegevens te gebruiken om een beter beeld te krijgen van eventuele achterliggende partij-gerelateerde informatie die mogelijk (deels) wel aanwezig is in de BRG Database. De luchtvaartmaatschappijen hebben bij hun analyse van de door SCC en Equilib – vaak alleen op groepsniveau – overgelegde data geprobeerd de grote hoeveelheid aangeleverde gegevens met de BRG Database te koppelen. De luchtvaartmaatschappijen hebben in het voordeel van SCC en Equilib het bestaan van bepaalde luchtvrachtvervoersdiensten erkend, voor zover de door SCC en Equilib verstrekte transactiegegevens van die luchtvrachtvervoersdiensten voldoende overeenkomen met gegevens in de BRG Database. Uit de BRG Database blijkt evenwel in de meeste gevallen niet welke
shipperof
consigneeeen luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen, omdat die informatie in de regel niet is opgenomen in de administratie van de luchtvaartmaatschappijen. Uit de BRG Database blijkt in ieder geval niet aan welke partij de kosten van de luchtvrachtvervoersdienst in rekening zijn gebracht, aldus steeds de luchtvaartmaatschappijen.
matchof koppeling’ van door SCC en Equilib aangeleverde data met de gegevens in de BRG Database in zijn algemeenheid niet voldoende is om aan te nemen dat een bepaalde achterliggende partij een luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen (en betaald). Dit alles nog afgezien van het feit dat het – zoals uitvoerig is overwogen in dit vonnis (en de eerdere vonnissen) – aan Equilib en SCC is om hun vorderingen te onderbouwen.
litigation funderachter SCC) dat SCC alle data en informatie met betrekking tot de relevante luchtvrachtvervoersdiensten van de
‘shippers’heeft ontvangen. Onder die omstandigheden houdt de domeinleer niet in dat SCC, in dit stadium van de procedures en in het licht van de specifieke opdracht van de rechtbank, kan volstaan met de blote stelling dat elke achterliggende partij luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen en het vervolgens aan de luchtvaartmaatschappijen is om in hun administratie te gaan zoeken naar die luchtvrachtvervoersdiensten. Verwezen wordt naar hetgeen al is overwogen ten aanzien van de stelplicht in dit vonnis (en de eerdere vonnissen). Bovendien geldt dat de luchtvaartmaatschappijen meermaals hebben toegelicht dat in hun administratie de namen van de achterliggende partijen (de
‘shippers’) meestal niet voorkomen, omdat de meeste luchtvrachtvervoersdiensten worden afgenomen door (via)
freight forwarders. De luchtvaartmaatschappijen zullen dus enige concrete aanwijzingen van de achterliggende partijen aangedragen moeten krijgen, voordat zij een koppeling met de informatie in de BRG Database kunnen maken.
afgenomenwanneer een (eventueel door een andere partij) afgenomen luchtvrachtvervoersdienst door of voor rekening van de betreffende achterliggende partij is betaald. Als dit niet het geval is, is immers geen vermogensvermindering opgetreden en is van schade dus ook geen sprake. De rechtbank heeft op de regiezitting van 11 februari 2021 uitdrukkelijk ervoor gekozen om de opdracht tot nadere onderbouwing vooralsnog te beperken tot één luchtvrachtvervoersdienst per achterliggende partij, omdat de rechtbank zicht wenst te krijgen op het bij SCC en Equilib aanwezige ‘bewijsmateriaal’. In het proces-verbaal van de zitting wordt daarom gesproken van “een ultieme onderbouwingspoging” en “naar beste vermogen zo goed mogelijk zullen onderbouwen”. De uit de artikelen 149 en 150 Rv voortvloeiende stelplicht brengt mee dat de eisende partij alle feiten dient te stellen die benodigd zijn voor het intreden van het beoogde rechtsgevolg. Dit brengt mee dat bij aanvang van de procedure (dus al bij dagvaarding) alle feitelijke elementen moeten worden aangevoerd die op basis van de wet nodig zijn voor de toewijzing van de vordering. Die feitelijke elementen moeten worden geconcretiseerd; met algemeenheden kan niet worden volstaan (zie vonnis van 11 september 2019, r.o. 4.2). SCC en Equilib mogen dit alles aantonen met alle middelen rechtens.
air waybillof factuur te onderbouwen dat die cedent in de relevante periode ten minste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen. De rechtbank begrijpt dat de achterliggende partijen (en dus ook SCC en Equilib) niet van elke luchtvrachtvervoersdienst direct bronbewijs (meer) zullen hebben. Het kartel is jarenlang geheim gehouden en SCC en Equilib hebben terecht opgemerkt dat de administratie van de achterliggende partijen er natuurlijk niet op was ingericht om eventuele latere claims als deze te kunnen onderbouwen. SCC en Equilib worden echter niet gevolgd in hun betoog dat de rechtbank het nu (zoals SCC het formuleert) maar moet doen met de data en informatie die zo’n vijftien tot twintig jaar na dato nog beschikbaar zijn. SCC en Equilib hadden immers, zoals hiervoor is overwogen, van aanvang af hun vorderingen voldoende moeten onderbouwen. De kartelperiode was van 2000 tot 2006, het Besluit en het persbericht van de Commissie waren er ‘al’ in 2010, en de eerste dagvaardingen waarmee deze procedures zijn ingeleid werden uitgebracht in 2010 (Equilib) en in 2013 (SCC). Ook toen was al sprake van enig tijdsverloop, maar geen vijftien tot twintig jaar. Dat SCC en Equilib – professionele claimvehikels – kennelijk niet (in alle gevallen) bij aanvang van de procedures voldoende specifieke onderbouwende gegevens en documenten hebben opgevraagd bij de achterliggende partijen en aldus hebben veiliggesteld, moet voor hun risico komen. Dit alles betekent dat de onderbouwing – ook als geen direct bronbewijs beschikbaar is – dus wel voldoende concreet moet zijn. Op dit moment – in dit stadium van de procedures en in het licht van de beperkte opdracht van de rechtbank – kunnen SCC en Equilib niet meer volstaan met blote stellingen. De eisen die de rechtbank stelt zijn in lijn met het toepasselijke Nederlandse (proces)recht en daarmee komen naar het oordeel van de rechtbank het gelijkwaardigheidsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel als bedoeld in de Kartelschaderichtlijn niet in het geding. [4]
witness statements’).
3.De achterliggende partijen aan de zijde van SCC
Siemens-groep (achterliggende partijen 01.01 en volgende)
Principal Legal Counsel, en [naam 2] ,
Commodity Manager for Airfright(productie SCCA-0270);
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot in ieder geval 715.495 individuele vluchten en transacties van de achterliggende partijen in het geding gebracht, waarvan een overzicht als productie SCCA-0272 is overgelegd. Uit dat overzicht blijkt dat de achterliggende partijen in ieder geval 488.430 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode via verschillende
freight forwarders, waaronder Siemens Energy, Inc. (01.482 vluchten). Ten aanzien van die vluchten en transacties vermeldt dat overzicht veelal door welke verzender de luchtvrachtvervoersdiensten zijn afgenomen, de code van de luchtvaartmaatschappij, de
master air waybill(MAWB) en de
house air waybill(HAWB), de plaats van vertrek en de plaats van aankomst, de datum, het
gross weighten het
chargeable weight, de naam van de
freight forwarderen het nummer van de factuur. De data en informatie zijn afkomstig van een intern systeem van Siemens, waarin gedurende de relevante periode de details van individuele vluchten en transacties zijn opgeslagen op basis van data en informatie in rapportages die Siemens van haar logistieke dienstverleners heeft ontvangen. SCC heeft verder verwezen naar de overgelegde AWB’s, de (getuigen)verklaringen van [naam 1] en [naam 2] van Siemens en van [naam 4] van Omni Bridgeway, alsmede naar de e-mails van [naam 3] .
.op 30 december 2011 is ontstaan als een afsplitsing van STMicroelectronics N.V. en dat met die afsplitsing de vorderingen met betrekking tot het kartel zijn overgegaan op STMicroelectronics International N.V. SCC verwijst daarbij met name naar het overgelegde splitsingsvoorstel, waarin onder meer staat dat
“logistieke overeenkomsten”.
data packsvan Oxera (SCCA-0254 en SCCA-0266) en het overzicht van de betreffende vluchten en transacties dat het concern STM in ieder geval 30.346 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen. Bovendien blijkt uit de overgelegde facturen dat STMicroelectronics International N.V. in de relevante periode bij verschillende
freight forwardersluchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen, welke facturen de code van de betreffende luchtvaartmaatschappij, de plaats van vertrek, de plaats van aankomst, het gewicht en de naam van de
freight forwardersbevatten, aldus steeds SCC.
freight forwardersen niet direct van luchtvaartmaatschappijen. Ook over het bestaan van dergelijke rechtsverhoudingen in de relatie tussen STMicroelectronics N.V. en
freight forwardersheeft SCC niets gesteld en daarvan is ook anderszins niet gebleken. Daarnaast geldt dat vorderingen uit onrechtmatige daad niet kwalificeren als rechten uit de vracht- en transportovereenkomsten, aldus steeds de luchtvaartmaatschappijen.
Corporate Vice President & General Counsel, [naam 7] , destijds
Director, General Counsel(productie SCCA-0292), en [naam 6] , destijds werkzaam bij Sony Mobile Communications AB (achterliggende partij 03.01) (productie SCCA-0293); in de e-mails van [naam 5] en [naam 7] staat onder meer:
“During the period 2001-2007 (…) procured and/or paid for airfreight services”.
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot in ieder geval 439.009 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht en dat uit het overgelegde Excel-bestand blijkt dat “de Sony Ericsson
Shippers” in ieder geval 344.914 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen tijdens de kartelperiode en de periode van nawerking. In haar PowerPointpresentatie geeft [naam 6] inzicht in de achtergrond van de luchtvrachtvervoersdiensten die Sony Ericsson Mobile Communications AB in de relevante periode heeft afgenomen, waarbij zij verwijst naar twee Excelbestanden: (i) één waarin
“all data combined- freight invoices + sales orders -ODC”zijn opgenomen en (ii) een overzicht van uitgaven aan luchtvrachtvervoersdiensten, zoals die in de periode 2002-2007 op de relevante grootboekrekening in de administratie van Sony Ericsson Mobile Communications AB zijn geboekt onder vermelding van, onder andere, de naam van de betreffende
freight forwarder.Uit de kolom
“Company Code”blijkt dat de luchtvrachtvervoersdiensten zijn afgenomen door Sony Ericsson Mobile Communications AB. Uit de getuigenverklaringen van [naam 4] en [naam 8] van Omni Bridgeway blijkt dat SCC alle data en informatie met betrekking tot de relevante luchtvrachtvervoersdiensten van de “
Shippersbinnen de groep Sony Ericsson” zijn ontvangen, aldus steeds SCC.
freight forwarderDB Schenker (productie SCCA-0301);
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot in ieder geval 91.642 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overzicht van de betreffende vluchten en transacties (productie SCCA-0299) blijkt dat de Infineon groep in ieder geval 89.320 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode. De overgelegde bestanden betreffen per jaar een overzicht van luchtvrachtvervoersdiensten in de periode 2000-2006 via
freight forwarders, zoals ook volgt uit de verklaring van [naam 9] . Waar beschikbaar bevatten de overgelegde overzichten ten aanzien van al die vluchten en transacties ook de code en de naam van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB, de gevlogen route, het
chargeable weight, het
actual weight, de datum van de factuur, het nummer van de vlucht, het nummer van de factuur en het nummer van de AWB, aldus steeds SCC.
Shipment Air Waybill” op pagina’s 3 en 4 in producties SCCA-0313, SCCA-0314 en SCCA-0315. Verder heeft SCC toegelicht dat de code MHN op de als productie SCCA-0313 overgelegde AWB een oude code voor het vliegveld van Mannheim is en dat het bezorgadres op die AWB in Ludwigshafen am Rhein 15 kilometer van Mannheim is gelegen. De rechtbank is van oordeel dat uit de combinatie van de overgelegde documenten en de toelichting van SCC voldoende volgt dat Infineon Technologies China Co. Ltd in de relevante periode tenminste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen, zodat ook deze achterliggende partij ook mee mag blijven doen in het vervolg van deze procedures.
Procurement Consultant-Logistics(productie SCCA-0320);
Senior Legal Associate(producties SCCA 0321, SCCA-0322 en SCCA-0323); in een van deze e-mails staat onder meer:
“the invoiced entities on Lilly’s side”bevat;
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) heeft SCC – zo stelt zij – data en informatie met betrekking tot in ieder geval 46.450 individuele vluchten en transacties in het geding gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat de achterliggende partijen in ieder geval 46.450 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode. Dat overzicht bevat ten aanzien van al die vluchten en transacties de
bookdateen het
chargeable weight,in vrijwel alle gevallen ook de code van de luchtvaartmaatschappij en het MAWB-nummer, alsmede de plaats van vertrek en het land van aankomst (in veel gevallen ook de plaats van vertrek en aankomst). Verder stelt SCC ten aanzien van Eli Lilly Italia S.p.A. (05.04) dat uit de overgelegde factuur van een
freight forwarderblijkt dat een luchtvrachtvervoersdienst (“
nolo aered”) en toeslagen (“
sovrattassa sicurezza” en “
fuel surcharge”) bij deze achterliggende partij in rekening zijn gebracht.
Here is the data we have (we have a small part of 2003) as well as 2004, 05 and 06. Will send over to you data for 2007, 08 & 09 once we have it completed.”
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot in ieder geval 1.032.514 individuele vluchten en transacties in het geding gebracht. Uit het overgelegde Excel-bestand blijkt dat de achterliggende partijen in ieder geval 163.286 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen tijdens de kartelperiode en de periode van nawerking. De overgelegde bestanden betreffen per jaar overzichten van de luchtvrachtvervoersdiensten die via de
freight forwarderTrendset zijn afgenomen, althans via Trendset in rekening zijn gebracht. De overzichten zijn rechtstreeks afkomstig uit het systeem van Trendset. Ten aanzien van al die vluchten en transacties bevat het overzicht in ieder geval het land van vertrek, het land van aankomst, de datum van de vlucht, het
actual weighten het nummer van de factuur. Als in die overzichten alleen al wordt gekeken naar de kolommen
‘SHIPPER_NAME’en ‘
CONSIGNEE_NAME’,dan blijkt dat beide achterliggende partijen in de relevante periode luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen, althans daarvoor hebben betaald. Uit een
is our parent company but will not show on our AWB Etc although the freight will have been billed to the Corporation in some instances.”,
groepFairchild stellingen heeft ingenomen en niet op het niveau van de individuele cedenten, dat geen direct bronbewijs is overgelegd en dat de Excel-bestanden (welke bovendien geen van alle AWB-nummers vermelden) op zichzelf onvoldoende zijn. Verder lijkt uit de door SCC aangehaalde e-mail van [naam 13] te volgen dat alleen Fairchild Semiconductor Ltd. (07.02) als relevante entiteit op enige AWB zou zijn vermeld.
Legal Counsel(productie SCCA-0346);
Letters of Understandingdie RSC Commercial Services OHG namens dan wel ten behoeve van C&A Buying GmbH & Co. KG met Lufthansa Cargo heeft gesloten (productie SCCA-0349);
VP International Logisticsen een kopie van zijn identiteitskaart (producties SCCA-0357A en SCCA-0357F);
freight forwarderSchenker S.A. (productie SCCA-0357B);
freight forwarderGeodis Overseas (productie SCCA-0357C);
freight forwardersSchenker en Geodis stuurden bioMérieux S.A. maandelijks een Excel-bestand met daarin een overzicht en details van de afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (producties SCCA-0357D en SCCA-0357E). Met de
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) heeft SCC data en informatie met betrekking tot in ieder geval 12.126 individuele vluchten en transacties in het geding gebracht. Uit het overzicht van de betreffende vluchten en transacties (productie SCCA-0358) blijkt dat bioMérieux S.A. in ieder geval 7.208 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen tijdens de kartelperiode en de periode van nawerking. De data en informatie in productie SCCA-0358 is afkomstig uit de als productie SCCA-0359 overgelegde bestanden. Op twee na bevat dat overzicht ten aanzien van al die vluchten en transacties in ieder geval de naam van de
freight forwarder, de code van de luchtvaartmaatschappij, de gevlogen route, de
bookdateen het
chargeableof
actual weightalsmede in veel gevallen het MAWB, aldus steeds SCC.
Geodis 2005. See attached file”) en dat is onvoldoende concreet en verifieerbaar zonder nadere onderbouwing. Verder verklaart [naam 16] slechts in algemene termen dat bioMérieux S.A.
“to the best of my knowledge”luchtvrachtvervoersdiensten van Geodis en Schenker heeft afgenomen in de periode 1999-2007 en daarvoor heeft betaald. Bovendien is hij pas sinds 2009 bij bioMérieux werkzaam. Ook de bijlagen bij die verklaring bevatten onvoldoende gegevens, in ieder geval geen route en geen naam van een achterliggende partij, aldus steeds de luchtvaartmaatschappijen.
freight forwardersSchenker en Geodis maandelijks stuurden aan bioMérieux S.A.), maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst – die is (zijn) afgenomen door bioMérieux S.A. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard, en het overzicht van vluchten en transacties (productie SCCA-0358) moet toch ergens op zijn gebaseerd. SCC stelt dat het overzicht ten aanzien van al die vluchten en transacties (op twee na) in ieder geval de naam van de
freight forwarder, de code van de luchtvaartmaatschappij, de gevlogen route, de
bookdateen het
chargeableof
actual weight,alsmede in veel gevallen het MAWB bevat. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen onder meer door het horen van medewerkers van het concern bioMérieux die de betreffende data en informatie aan SCC hebben verstrekt, is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
paid for these shipments in those years of the claim (2000-2010). So Covag will be the beneficiary of the refunds out of this cartel Claim. (…)
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) heeft SCC data en informatie met betrekking tot in ieder geval 212.794 individuele vluchten en transacties in het geding gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat Covidien AG in ieder geval 84.779 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode en daarin staat de
ship dateen de naam van de
freight forwarderalsmede in vrijwel alle gevallen ook de gevlogen route, aldus SCC.
data packsvan Oxera (productie SCCA-0364);
member of the Board of Directors(producties SCCA-0365);
freight forwarderSavino del Bene S.p.A. (producties SCCA-0365 (
Attachment B) en SCCA-0367 t/m SCCA-0369);
freight forwarderJet Air Service S.p.A. (producties SCCA-0365 (Attachment C), SCCA-0370 en SCCA-0371);
managing director(productie SCCA-0375);
ModeOfTransport’ en ook het MAWB zijn vermeld. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
Indirect Sourcing Buyer(productie SCCA-0382);
data packsvan Oxera.
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot in ieder geval 54.612 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit de overgelegde bestanden blijkt volgens haar dat I.F.F. 50.793 luchtvrachtvervoersdiensten via verschillende
freight forwardersheeft afgenomen in de periode 2000-2007, die op de relevante grootboekrekening in haar administratie als uitgaven zijn geboekt en in haar ERP-systeem zijn geregistreerd.
freight forwardersMOL Logistics (Netherlands) B.V. en DHL zou hebben afgenomen in de relevante periode), maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst – die is/zijn afgenomen door I.F.F. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard, en het overzicht van uitgaven (productie SCCA-0416) moet toch ergens op zijn gebaseerd. SCC stelt dat het overzicht ten aanzien van die vluchten en transacties waar beschikbaar de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB, de gevlogen route, het
chargeable weight,de datum van de vlucht en het nummer van de vlucht bevat. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers van het concern I.F.F. die de betreffende data en informatie aan SCC hebben verstrekt en medewerkers van de betreffende
freight forwarders,is – zoals hiervoor onder het toetsingskader is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
data packsvan Oxera.
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 90.680 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit de overgelegde bestanden blijkt dat Ferragamo 36.850 luchtvrachtvervoersdiensten (met Italië als land van vertrek) heeft afgenomen in de relevante periode en die bestanden betreffen overzichten van uitgaven aan luchtvrachtvervoersdiensten zoals die op de relevante grootboekrekeningen in haar administratie zijn geboekt onder vermelding van het nummer van de factuur.
freight forwarder), maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst is afgenomen door Ferragamo. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard, en de overzichten van uitgaven (productie SCCA-0419) moet toch ergens op zijn gebaseerd. SCC stelt dat het overzicht ten aanzien van die vluchten en transacties in ieder geval het land van aankomst, de datum, het
chargeable weighten de naam van de betreffende
freight forwarderbevatten. Omdat die gegevens toch ergens vandaan moeten komen ziet de rechtbank niet in waarom SCC niet ten minste wat betreft één luchtvrachtvervoersdienst de onderbouwing van haar stellingen nader zou kunnen concretiseren. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers van het concern Ferragamo die de betreffende data en informatie aan SCC hebben verstrekt en medewerkers van de betreffende
freight forwarders, is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
witness statementvan [naam 22] , bestuurder van Mattel Europa B.V. (productie SCCA-0423);
air waybillsen facturen (productie SCCA-0424);
air waybillsmet bijbehorende facturen en overige documenten die betrekking hebben op een aantal specifieke luchtvrachtvervoersdiensten (producties SCCA-0425 tot en met SCCA-0430.
witness statementsvan [naam 23] en [naam 24] , beiden
Head of procurementbij Heidelberger Druckmaschinen AG (productie SCCA-0434);
air waybillsen facturen (productie SCCA-0435);
air waybillsmet bijbehorende facturen en overige documenten die betrekking hebben op een aantal specifieke luchtvrachtvervoersdiensten (producties SCCA-0436 tot en met SCCA-0439).
witness statementvan [naam 26] , voormalig
delegated administratorvan Alpimex (productie SCCA-0443);
Buying Directorbinnen de HVEG Fashion Group (productie SCCA-0445);
freight forwarderOTX zouden zijn afgenomen (productie SCCA-0448);
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 1.503 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht en de verklaring van [naam 27] blijkt dat de achterliggende partijen 1.503 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode. Op vier na bevat dat overzicht de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB, de gevlogen route, de
bookdate, het
chargeable weight, het
actual weighten het nummer van de factuur. De overgelegde geaggregeerde gegevens betreffen per jaar een overzicht van uitgaven aan luchtvrachtvervoersdiensten van de achterliggende partijen, zoals die in de periode 2002-2010 op de relevante grootboekrekeningen in de administratie zijn geboekt, aldus SCC.
“productie SCCA-0448 een weergave is van de luchtvrachtvervoersdiensten die de achterliggende partijen via een freight forwarder heeft afgenomen”onvoldoende concreet en verifieerbaar zonder nadere onderbouwing en wordt slechts gesteld dat de achterliggende partijen gebruik hebben gemaakt van luchtvrachtvervoersdiensten en dat zij hebben betaald.
die Brams Paris B.V. […], althans de Fashion Linq Shippers tijdens de kartelperiode en de periode van nawerking via Freight Forwarder OTX hebben afgenomen” zonder dat overzicht nader te duiden, wijst er bovendien op dat SCC niet het vereiste onderscheid tussen de verschillende achterliggende vennootschappen binnen de Fashion Linq groep heeft gemaakt.
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) SCC data en informatie met betrekking tot 56.512 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat de TMS achterliggende partijen 42.583 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode via verschillende
freight forwarders, zoals ook blijkt uit de overgelegde getuigenverklaringen. Dat overzicht bevat de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB, de
bookdate,het
chargeable weight, het nummer van de betreffende vlucht, de naam van de
freight forwarder,het nummer van de factuur en het nummer van de HAWB en veelal ook de plaats van vertrek en de plaats van aankomst, aldus SCC.
)tijdens de kartelperiode en de periode van nawerking zouden hebben afgenomen (productie SCCA-0458)
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 4.634 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat de Florimex achterliggende partijen 4.634 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode. Dat overzicht bevat de
bookdateen in veel gevallen ook de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB, het land van vertrek, het land van aankomst, het factuurnummer, het nummer van de
purchase orderen/of de naam van de
freight forwarder.Met betrekking tot Florimex B.V. beschrijft SCC een specifieke luchtvrachtvervoersdienst, onder verwijzing naar de overgelegde bijbehorende AWB en factuur.
–die is (zijn) afgenomen door Baardse B.V. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard, en het overzicht van uitgaven (productie SCCA-SCCA-0459) moet toch ergens op zijn gebaseerd. Dat SCC uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers van het de Florimex Groep die de betreffende data en informatie aan SCC hebben verstrekt en medewerkers van de betreffende
freight forwarders, is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
freight forwarderszou hebben afgenomen (productie SCCA-0463);
freight forwarders(productie SCCA-0466).
freight forwarderszou hebben afgenomen (productie SCCA-0471);
freight forwarderszou hebben afgenomen (productie SCCA-0481);
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 1.565 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overzicht van de betreffende vluchten en transacties (productie SCCA-0479) blijkt dat Flowex B.V. 1.119 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen tijdens de kartelperiode en de periode van nawerking. Het als productie SCCA-0480 overgelegde bestand betreft een overzicht van diensten die via verschillende
freight forwarderszijn afgenomen. Op tien na bevat dat overzicht de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB-nummer, de gevlogen route, de
bookdate, het
chargeable weighten de naam van de
freight forwarder.Op de overgelegde AWB wordt onder het kopje ‘Accounting Information’ Flowex B.V. als partij genoemd die op de hoogte moet worden gesteld. Daaruit blijkt dat de luchtvrachtvervoersdienst door een
freight forwarderals
consigneeis afgenomen voor Flowex B.V. Op de AWB is ook vermeld dat de vracht onder meer ‘gypsophila’ en ‘carnations’ bevat. Dit zijn bloemen en Flowex B.V. importeert bloemen, onder meer vanuit Ecuador, op welk land ook de AWB ziet. Bovendien is de transactie opgenomen in de overgelegde Excel-bestanden, aldus steeds SCC.
shipper) noch als ontvanger (
consignee) vermeld maar slechts als ‘notify’ partij. Hieruit volgt niet dat Flowex B.V. de luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen en/of betaald. Voorts zijn de Excel-bestanden onvoldoende en blijkt daaruit tegenstrijdige informatie. Flowex B.V. wordt in het ene bestand als verzender aangeduid en in het andere als ontvanger, terwijl voor beide Excel-bestanden precies dezelfde transacties worden overgelegd en dezelfde kosten worden opgevoerd. Derhalve kan niet van de betrouwbaarheid van deze bestanden worden uitgegaan. Ook het enkele voorkomen van een AWB-nummer in Excel-bestanden en het bezit van een AWB maakt nog niet dat Flowex B.V. de afnemer van een luchtvrachtvervoersdienst is geweest.
notify” partij is vermeld in de AWB is daarvoor in ieder geval onvoldoende.
freight forwarder(productie SCCA-0485);
freight forwarders(producties SCCA-0486 t/m SCCA-0490);
freight forwarderszouden hebben afgenomen (productie SCCA-0502);
freight forwarders(productie SCCA-0528);
freight forwarder, met informatie uit het ERP-systeem van Antibioticos (productie SCCA-0530);
freight forwarders, waaronder C.T.I. (productie SCCA-0540);
freight forwarders(productie SCCA-0544).
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 1.086 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat Siae 415 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode. Op 21 na bevat dat overzicht ten aanzien van al die vluchten en transacties in ieder geval de plaats of het land van vertrek, de plaats of het land van aankomst, het nummer van de factuur, het
chargeable weighten/of het
actual weighten de naam van de
freight forwarderalsmede in veel gevallen ook de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB-nummer, de
bookdate, het nummer van de vlucht en/of het HAWB-nummer. BRG is met bevindingen gekomen ten aanzien van 724 transacties, waarvan de luchtvaartmaatschappijen het bestaan ten onrechte betwisten.
freight forwarders,is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
consigneeheeft afgenomen in de relevante periode (productie SCCA-0547);
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) meer geaggregeerde data en informatie met betrekking tot afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten in de periode 2000-2006 in het geding heeft gebracht dan de reeds in de cessiedocumentatie verstrekte gegevens. Volgens SCC zijn de nu overgelegde data de enige relevante gegevens waarover New Wave Group AB nog beschikt en blijkt daaruit dat New Wave Group AB tijdens de kartelperiode en de periode van nawerking direct of indirect luchtvrachtvervoersdiensten waar het kartel betrekking op had heeft afgenomen.
bolag" is Zweeds voor "
bedrijf") dan New Wave Group AB. De
verantwoordelijk was voor de logistiek", is een blote stelling die zij verder niet
de logistiek" verantwoordelijke entiteit
“de logistiek”niet noodzakelijkerwijs volgt dat zij dus ook zelf luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode.
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 5.312 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde blijkt dat B.V. Scheepswerf Damen Gorinchem 5.312 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode. SCC verwijst verder naar de e-mail van [naam 42] , waaruit blijkt dat de data en informatie in de overgelegde bestanden voor wat betreft de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB-nummer, de gevlogen route, het
chargeable weight, de
bookdateen de naam van de
freight forwarderafkomstig zijn uit via haar
freight forwarderverkregen bestanden. Verder blijkt uit die
bookdate,en op één na ook steeds het betreffende factuurnummer bevat. Op 23 na bevat het overzicht ook steeds
chargeable weighten het MAWB, aldus SCC. Die gegevens moeten toch ergens vandaan komen? Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen onder meer door het horen van medewerkers van het concern Damen die de betreffende data en informatie aan SCC hebben verstrekt, is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende. Het voorgaande geldt temeer omdat B.V. Scheepswerf Damen Gorinchem deel uitmaakt van een groep van rechtspersonen en SCC niet duidelijk maakt op grond waarvan ervan kan worden uitgegaan dat B.V. Scheepswerf Damen Gorinchem zelf, en niet een van haar groepsmaatschappijen, de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten zou hebben afgenomen.
freight forwarderszijn afgenomen in de relevante periode (productie SCCA-0581 en SCCA-0582);
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 596 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat Garletti 596 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode via verschillende
freight forwarders. Dit volgt ook uit de getuigenverklaringen van [naam 44] en [naam 45] . Op zestien na bevat dat overzicht in ieder geval de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB-nummer, het land van aankomst, het land van vertrek, de
bookdateen de naam van de
freight forwarderalsmede in vrijwel alle gevallen een interne referentie en het
chargeable weight, aldus SCC.
freight forwarderCool Control op
freight forwarderCool Control in Nederland, gaat het hier om een vlucht van Mexico naar Nederland, maar de gevlogen route (en het gewicht) is in het kader van de door de rechtbank gegeven opdracht tot onderbouwing (nog) niet relevant: het gaat er immers (slechts) om of een luchtvrachtvervoersdienst is afgenomen in de relevante periode, aldus SCC.
freight forwarderdie voor een zending van die leverancier heeft gezorgd volgt immers nog niet zonder meer dat dit ook de plaats van vertrek en bestemming van de vlucht waren – maakt niet dat deze achterliggende partij in deze fase, waar het op de onderbouwing van stellingen aankomt, reeds moet afvallen.
freight forwarders(productie SCCA-0586);
freight forwarders(productie SCCA-0595);
freight forwardersheeft afgenomen (productie SCCA-0603);
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) heeft SCC data en informatie met betrekking tot 892 individuele vluchten en transacties in het geding gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat (de rechtsvoorganger van) EV Group Europe & Asia/Pacific GmbH 635 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen tijdens de relevante periode. Op vier na bevat dat overzicht ten aanzien van al die vluchten en transacties in ieder geval de naam van de
freight forwarder, de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB-nummer, de gevlogen route, de
bookdate,het
chargeable weighten het nummer van de factuur alsmede in vrijwel al die gevallen ook het nummer van de vlucht.
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 951 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat Starflor Distributiecentrum B.V. in de periode 2002-2006 947 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode via verschillende
freight forwarders.Dit volgt ook uit de verklaring van [naam 47] . Op vijftien na bevat dat overzicht in ieder geval de naam van de luchtvaartmaatschappij, de gevlogen route, de datum en het nummer van de factuur alsmede de naam van de
freight forwarder.
freight forwarder,maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst die is afgenomen door Starflor Distributiecentrum B.V. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard, en de overzichten van uitgaven en vluchten (productie SCCA-0622 en 0621) moet toch ergens op zijn gebaseerd. SCC stelt dat het overzicht ten aanzien van die vluchten en transacties in ieder geval voor de meeste vervoersdiensten ook de naam van de luchtvaartmaatschappij, de gevlogen route, de datum en het nummer van de betreffende factuur en de naam van de betreffende
freight forwarderbevatten. Omdat die gegevens toch ergens vandaan moeten komen ziet de rechtbank niet in waarom SCC niet ten minste wat betreft één luchtvrachtvervoersdienst de onderbouwing van haar stellingen nader zou kunnen concretiseren. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers en de Financial Director [naam 47] van Starflor Distributiecentrum BV. die de betreffende data en informatie aan SCC hebben verstrekt, is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 701 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat AGM Jactex AG 701 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode. Het overgelegde bestand bevat voor alle vluchten en transacties de
bookdateen het factuurnummer van de
freight forwarderalsmede in veel gevallen ook de naam van de luchtvaartmaatschappij en de gevlogen route.
freight forwarders,maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst die is afgenomen door AGM Jactex AG. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard, en de overzichten met betrekking tot de relevante luchtvrachtvervoersdiensten (productie SCCA-0623) moet toch ergens op zijn gebaseerd. SCC stelt dat het overzicht ten aanzien van die vluchten en transacties in ieder geval de
bookdateen het nummer van de betreffende factuur van de betreffende
freight forwarderbevatten. In vele gevallen, zo stelt SCC, bevat het bestand ook de naam van de betreffende luchtvaartmaatschappij en/of de gevlogen route. Omdat die gegevens toch ergens vandaan moeten komen, ziet de rechtbank niet in waarom SCC niet ten minste wat betreft één luchtvrachtvervoersdienst de onderbouwing van haar stellingen nader zou kunnen concretiseren. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers AGM Jactex AG. die de betreffende data en informatie aan SCC hebben verstrekt, is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) middels het Excel-bestand meer geaggregeerde data en informatie met betrekking tot de afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten in het geding heeft gebracht. Dit betreft per jaar een overzicht van uitgaven aan die diensten in de periode 2003-2006. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
packs, welk bestand echter alleen jaartallen en totalen en geen transactiegegevens bevat. Verder heeft SCC geen bronbewijs of ander documenten, data of informatie overgelegd. Dat de zoekterm ‘Ghersi’ resultaten oplevert in de BRG Database is onvoldoende voor de vaststelling dat deze achterliggende partij zelf in de relevante periode tenminste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen.
freight forwarders,maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst die is afgenomen door G. Ghersi & C. S.A.S.
General Mangervan
freight forwarderCopex (productie SCCA-0637);
CEOvan Polytex AG (productie SCCA-0646)
General Mangervan
freight forwarderCopex (productie SCCA-0637);
air waybills(SCCA-0662).
air waybills(producties SCCA-0666 tot en met SCCA-0669).
data packsvan Oxera (producties SCCA-0254 en SCCA-0266) geaggregeerde data en informatie in het geding heeft gebracht. Het overgelegde overzicht ziet op uitgaven van Herrenknecht AG aan luchtvrachtvervoersdiensten in de periode 2000-2012, uitgesplitst naar jaar en
freight forwarder.SCC verwijst verder naar de getuigenverklaring van [naam 51] .
,maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst die is afgenomen door Herrenknecht AG. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard, en de overzichten met betrekking tot de relevante luchtvrachtvervoersdiensten moet toch ergens op zijn gebaseerd. SCC stelt dat het overzicht van uitgaven aan luchtvrachtvervoersdiensten in de periode 2000 – 2012 uitgesplitst is naar jaar en
freight forwarder.Omdat die gegevens toch ergens vandaan moeten komen, ziet de rechtbank niet in waarom SCC niet ten minste wat betreft één luchtvrachtvervoersdienst de onderbouwing van haar stellingen nader zou kunnen concretiseren. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers van HerrenknechtAG en van de
freight forwardersen de heren [naam 51] en Stiefel is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
data packsvan Oxera (SCCA-0254 en SCCA-0266 data en informatie met betrekking tot 291 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat Mehadrin Tnuport Export (L.P.) 260 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen in de relevante periode. Ten aanzien van al die vluchten en transacties vermeldt dat overzicht de code van de luchtvaartmaatschappij, het MAWB-nummer, de plaats van aankomst, de date en het
chargeable weight.Verder heeft [naam 52] verklaard dat Mehadrin Tnuport Export (L.P.) in de periode 2004-2007 luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen om producten zoals dadels en citrusvruchten naar klanten te vervoeren en blijkt uit de overgelegde AWB dat op 19 mei 2008 een luchtvrachtvervoersdienst door Mehadrin Tnuport Export (L.P.) is afgenomen.
freight forwarders,maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst die is afgenomen door Mehadrin Tnuport Export (L.P). De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard. Bovendien stelt SCC dat het overzicht van individuele luchtvrachtvervoersdiensten in de periode 2004 – 2007 in ieder geval de code van de betreffende luchtvaartmaatschappij, het MAWB, de plaats van aankomst, de
dateen het
chargeable weightbevat. Omdat die gegevens toch ergens vandaan moeten komen, ziet de rechtbank niet in waarom SCC niet ten minste wat betreft één luchtvrachtvervoersdienst de onderbouwing van haar stellingen nader zou kunnen concretiseren. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers van Mehadrin Tnuport Export (L.P.) is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende. De bij repliek overgelegde
airway bill(productie (SSCA-0723) kan SSC niet baten, nu deze ziet op een niet door Mehadrin Tnuport Export (L.P.) afgenomen luchtvrachtvervoersdienst.
data packsvan Oxera (SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 13.727 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. De data en informatie in het Excel-bestand zijn afkomstig van een overzicht van luchtvrachtvervoersdiensten die de achterliggende partijen in de periode 2002-2006 via een
freight forwarderhebben afgenomen. Ten aanzien van al die vluchten en transacties vermeldt dat overzicht ook door welke achterliggende partij de luchtvrachtvervoersdienst is afgenomen, zie de kolom “
Name” in het tabblad ‘
IMP’ en de kolom “
Shpr Name” in het tabblad ‘
EXP’. Het tabblad ‘
IMP’ bevat in ieder geval de plaats van vertrek, het gewicht, het nummer en de datum van de factuur en het nummer van de
house air waybill. Het tabblad ‘
EXP’ bevat in ieder geval de code van de luchtvaartmaatschappij, de gevlogen route, het
chargeable weight,de datum en het nummer van de HAWB.
freight forwarderDHL, maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst die is afgenomen door de individuele achterliggende partijen behorende tot de NCR groep. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard. Bovendien stelt SCC dat het overzicht van individuele luchtvrachtvervoersdiensten in de periode december 2004 – 2006 in ieder geval vermeldt door welke NCR achterliggende partij de betreffende diensten zijn afgenomen, de plaats van vertrek, het gewicht, de datum, het nummer en de datum van de betreffende factuur en het nummer van de relevante
house air waybill. Omdat die gegevens toch ergens vandaan moeten komen ziet de rechtbank niet in waarom SCC niet ten minste wat betreft één luchtvrachtvervoersdienst per individuele achterliggende partij de onderbouwing van haar stellingen nader zou kunnen concretiseren. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers van NCR en DHL is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
freight forwarderPanalpina (productie SCCA-0692).
data packsvan Oxera (SCCA-0254 en SCCA-0266) geaggregeerde data en informatie in het geding heeft gebracht. Dit betreft een overzicht van uitgaven van de achterliggende partijen aan luchtvrachtvervoersdiensten die zij via
freight forwarderPanalpina in de relevante periode hebben afgenomen en die bij hen in rekening zijn gebracht. Dit blijkt ook uit de e-mailcorrespondentie tussen de achterliggende partijen en Panalpina, alsmede uit de verklaring van [naam 53] .
“I understand that 92 ZF Group companies on the list (…) have previously been identified by the ZF group as the companies within the ZF group that have procured and/or paid for the airfreight services”en
“During the period 1999-2006, to the best of my knowledge, the ZF Shippers indeed procured airfreight services”. Voorts blijkt uit de e-mails van Panalpina dat alleen geaggregeerde data kunnen worden verstrekt en dat data op transactie- of vlucht-niveau niet meer beschikbaar zijn.
freight forwarderPanalpina, maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst – die is/zijn – afgenomen door de individuele achterliggende partijen behorende tot de ZF groep. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard, en de overzichten met betrekking tot de relevante luchtvrachtvervoersdiensten moet toch ergens op zijn gebaseerd. Omdat die gegevens toch ergens vandaan moeten komen ziet de rechtbank niet in waarom SCC niet ten minste wat betreft één luchtvrachtvervoersdienst per individuele shipper de onderbouwing van haar stellingen nader zou kunnen concretiseren. Dat SCC uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers van het concern ZF, waaronder [naam 53] , [naam 54] en [naam 55] , en medewerkers van Panalpina, waaronder [naam 56] , is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende. Het feit dat, zoals [naam 56] heeft verklaard, er gewerkt wordt met een IT-systeem waardoor data op individueel niveau per shipper niet mogelijk is doet hier niet aan af (of komt voor rekening van SCC). Dit betreft de volgende achterliggende partijen:
data packsvan Oxera (SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 24.264 individuele vluchten en transacties in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat de achterliggende partijen 14.308 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode. De overgelegde bestanden zijn overzichten van via verschillende
freight forwardersafgenomen luchtvrachtvervoersdiensten in de periode 2005-2007. Voor een goed begrip van de inhoud van die bestanden verwijst SCC naar een e-mail van [naam 57] . Als in die overzichten wordt gekeken naar kolom O (‘
Customer’), die blijkens de e-mail van [naam 58] de entiteit die de betreffende luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen bevat, dan blijkt dat luchtvrachtvervoersdiensten zijn afgenomen door Pioneer Electronics (USA) Inc. (59.02), Pioneer Europe N.V. (59.03) en Pioneer Automotive Technologies Inc. (59.04). Voornoemde overzichten bevatten, waar beschikbaar, de code van de luchtvaartmaatschappij, de gevlogen route, het
chargeable weight, de datum en het nummer van de vlucht,de naam van de
freight forwarder,alsmede, waar beschikbaar, het MAWB-nummer.
customer-afkortingen. Voor de tabel van 180 afkortingen die SCC zelf heeft opgenomen ontbreekt een bron. Voor de vijf transacties die eerder op basis van een koppeling met de BRG database konden worden erkend, zijn de luchtvaartmaatschappijen op basis van voornoemd Excel-bestand (productie SCCA-0696) nagegaan welke entiteiten deze transacties volgens SCC zouden hebben afgenomen. De aangetroffen afkortingen komen niet in die tabel voor. Het lijkt erop dat geen van de door SCC genoemde
‘customer’- afkortingen betrekking hebben op de in deze procedure betrokken Pioneer cedenten.
freight forwarders, maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst die is afgenomen door de individuele achterliggende partijen behorende tot de Pioneer groep. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – niet alleen onvoldoende, maar ook onbegrijpelijk, mede omdat alles erop duidt dat SCC wel beschikt over de relevante documenten/data, zo hebben de heren van Omni Bridgeway immers verklaard. Bovendien stelt SCC dat het overzicht van luchtvrachtvervoersdiensten in de periode 2006 – 2007 in ieder geval, op 20 diensten na, de code van de betreffende luchtvaartmaatschappij, de gevlogen route, het
chargeable weight, de datum en het nummer van de betreffende vlucht en de naam van de betreffende
freight forwarderbevat
.Omdat die gegevens toch ergens vandaan moeten komen, ziet de rechtbank niet in waarom SCC niet ten minste wat betreft één luchtvrachtvervoersdienst per individuele achterliggende partij de onderbouwing van haar stellingen nader zou kunnen concretiseren. Dat SCC meermaals uitdrukkelijk bewijs aanbiedt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten (in het overzicht) zijn afgenomen, onder meer door het horen van medewerkers van het concern Pioneer, waaronder [naam 57] en [naam 58] en medewerkers van de verschillende
freight forwarders, is – zoals hiervoor onder het toetsingskader ook in algemene zin is overwogen – in het licht van de opdracht van de rechtbank onvoldoende.
data packsvan Oxera (SCCA-0254 en SCCA-0266) data en informatie met betrekking tot 35.796 individuele vluchten en transacties van de achterliggende partijen in het geding heeft gebracht. Uit het overgelegde overzicht blijkt dat zij 23.032 luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode. Het overgelegde bestand bevat twee overzichten van luchtvrachtvervoersdiensten die zijn afgenomen. Het tabblad ‘
Elop’bevat een overzicht van luchtvrachtvervoersdiensten die Elbit Systems Electro-Optics Elop Ltd. (60.03) heeft afgenomen. Dit blijkt ook uit de kolom “
Client Name” in het tabblad, waarin wordt verwezen naar “
ELBIT SYSTEMS ELECTRO-OPTICS E”. Ten aanzien van al die vluchten en transacties bevat dat overzicht de code en naam van de betreffende luchtvaartmaatschappij, het MAWB-nummer, de gevolgen route en het
chargeable weight.In vrijwel alle gevallen bevat het overzicht ook de naam van de betreffende luchtvaartmaatschappij, de datum van vertrek en de datum van aankomst van de betreffende vlucht, de naam van de betreffende
freight forwarderen/of het nummer van de betreffende HAWB. Het tabblad
‘Elbit’bevat een overzicht van luchtvrachtvervoersdiensten die de achterliggende partijen hebben afgenomen. Dit blijkt ook uit de kolom
“Customer”in het tabblad, waarin wordt verwezen naar de achterliggende partijen. Op een na bevat het overzicht ten aanzien van al die vluchten en transacties in ieder geval de datum en het nummer van de factuur, het nummer van de AWB en het gewicht. In vrijwel alle gevallen bevat het overzicht ook de plaats van vertrek van de betreffende vlucht. SCC heeft verder verwezen naar de overgelegde e-mails.
4.De achterliggende partijen aan de zijde van Equilib
[naam 59]
datasheet(Excel-bestand) met details van afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (document [naam 59] 1);
datasheetmet details van afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten in de periode 2002-2004 informatie bevat als de betalende entiteit (Tongu Fruits/Heijer B.V.), AWB-nummer, vluchtnummer (alleen KLM), vertrekluchthaven (Accra, Ghana), aankomstluchthaven (Amsterdam), gewicht en totale kosten. Verder verstrekt de accountant in zijn verklaring een overzicht van alle ‘
luchtvrachtkosten Ghana’voor [naam 59] Management & Consultancy B.V./Tongu Fruits B.V. (haar dochtermaatschappij) in de periode 2000-2004 ten bedrage van
consigneestaat vermeld. Uit het overgelegde bericht uit Trouw blijkt bovendien dat de heer [naam 59] , de persoon achter de vennootschap, in Ghana een ananasfarm heeft opgezet, waarvoor hij in 2003 de innovatieprijs van de groenten- en fruitwereld heeft gekregen. Op 9 juli 2010 is in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel geregistreerd dat Tongu Fruits B.V. is opgehouden te bestaan. Op 14 maart 2011 heeft de heer [naam 59] de cessiedocumentatie getekend met vermelding van [naam 59] Management & Consultancy B.V. en Tongu Fruits B.V., de twee rechtspersonen die door hem zijn gebruikt voor de import van ananas uit Ghana. Het Unierecht althans de redelijkheid en billijkheid brengt mee dat vergoeding moet kunnen worden gevorderd van de door haar (ten tijde van de boeteoplegging inzake het onderhavige kartel) reeds ontbonden dochtermaatschappij Tongu Fruits B.V. Daarbij is van belang dat ook [naam 59] Management & Consultancy B.V. kan worden aangemerkt als schadelijdende partij, nu zij in de hypothetische situatie zonder kartel als moedermaatschappij meer vermogen aan haarzelf had uitgekeerd uit het vermogen van Tongu Fruits B.V. dan in de daadwerkelijke situatie met het kartel, aldus steeds Equilib.
‘ [naam 59] ’haar vorderingen aan Equilib heeft gecedeerd. De door Equilib genoemde rechtspersoon Tongu Fruits B.V. maakt geen onderdeel uit van het
‘Overzicht benadeelden en cessiedocumentatie’dat door Equilib in het geding is gebracht en door de rechtbank in het vonnis over de rechtsgeldigheid van de cessies als leidend is aangemerkt. Eventuele vorderingen van Tongu Fruits B.V. kunnen dus geen onderdeel zijn van deze procedure.
prepaidis betaald, derhalve door de verzender (Tongu Fruits B.V.) en niet door [naam 59] Management & Consultancy B.V. Overigens is ook niet duidelijk welke (rechts)persoon op de AWB is vermeld als
consignee(Tongu Fruits B.V., [naam 59] Management & Consultancy B.V. of de heer [naam 59] ). Dit is relevant, omdat (zoals hiervoor reeds gezegd) Tongu Fruits B.V. door Equilib niet eerder is opgevoerd als cedent of benadeelde partij. Bovendien komen de gegevens van de overgelegde AWB niet volledig overeen met het overgelegde Excel-bestand. Volgens dat bestand zou
‘Tongu Fruits/Heijer bv’de betalende entiteit zijn, maar in de AWB staat dat Tongu Fruits GH.LTD heeft betaald voor de luchtvrachtvervoersdienst.
assignor. Tongu Fruits B.V, kon op dat moment dus geen vorderingen meer cederen. Betwist wordt dat [naam 59] Management & Consultancy B.V. desondanks schadevergoeding moet kunnen vorderen, omdat rechtspersonen ten aanzien van hun vermogensrechtelijke positie naar Nederlands recht niet kunnen worden vereenzelvigd met andere (gelieerde) rechtspersonen. Ook wordt betwist dat [naam 59] Management & Consultancy B.V. zelf als schadelijdende partij moet worden aangemerkt, zoals Equilib betoogt.
datasheet(Excel-bestand) met details van afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (document Aablo Export 2);
freight forwarderaan Aablo B.V. met bijbehorende AWB (document Aablo Export 4).
FRA Template, waarin details zijn vastgelegd van afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten in de periode november 2002 t/m februari 2006 (document Adomex 3);
(‘Omzetevoluties airfreight cartel 2000-2007’) (document AGFA 2);
Agfa Gevaert’zijn afgenomen door Agfa Gevaert N.V. Agfa Gevaert heeft de status van IATA-agent en contracteert rechtsreeks met de luchtvaartmaatschappijen. De activiteiten van Agfa Gevaert N.V. zijn vanaf 1 januari 2008 ondergebracht in drie separate entiteiten en sindsdien heeft Agfa Gevaert N.V. de luchtvrachtvervoersdiensten niet langer voor zichzelf ingekocht maar voor haar dochtermaatschappijen Agfa Graphics N.V. en Agfa Healthcare N.V. Vanaf dat moment was Agfa Gevaert N.V. ook de IATA-agent van deze twee dochters. In de kartelperiode betroffen de luchtvrachtkosten uitsluitend eigen
shipmentsvan Agfa Gevaert N.V. met vertrek uit België. Het overgelegde overzicht
(‘Omzetevoluties airfreight cartel 2000-2007’) toont de totaalbedragen die Agfa Gevaert N.V. in de jaren 2000-2007 heeft betaald aan leveranciers van luchtvrachtvervoersdiensten, waaronder een bedrag van € 58.873.330 aan IATA. Eerder heeft Equilib al Excel-bestanden voor de jaren 2000-2007 en 2008-2013 in het geding gebracht, waarin de IATA
carrier prefix, de IATA
carrier code, de
carrier nameen vanaf 2003 de totaalbedragen voor alle luchtvaartmaatschappijen per maand zijn opgenomen.
cargo agent’) rechtstreeks deel aan het IATA Cargo Settlement System (CASS) voor België en Luxemburg. Agfa Gevaery N.V. was ook ladingsagent voor haar twee dochtermaatschappijen, die vorderingen hebben gecedeerd. Uit de digitale CASS-factuur kan worden afgeleid dat Agfa Gevaert N.V. de daarin genoemde luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen (welke overigens niet voorkomt in het Equilib Transactieoverzicht).
freight forwarders(documenten Alcatel-Lucent 2, 5, 6, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 36);
screenshotsvan Excel-bestanden (documenten Alcatel-Lucent 19 en 22);
freight forwardersin 2012 verzocht data aan te leveren. In de jaren 1999 tot en met 14 februari 2006 heeft Alcatel gebruik gemaakt van onder andere SDV, Kuehne + Nagel (K+N) en DHL, en Lucent voornamelijk van Panalpina, Schenker, TAG en Acciona. Equilib stelt dat zij aan de hand van de informatie van
freight forwardersheeft aangetoond dat (de rechtsvoorganger van) iedere achterliggende partij tenminste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen in de relevante periode en onderbouwt dat als volgt:
freight forwarderSDV (document Alcatel-Lucent 19) bevat transacties voor (
shipper) Alcatel CIT. In dit bestand is onder meer de volgende transactie vermeld: een vlucht van Frankrijk naar Maleisië met Singapore Cargo Airlines op 15 mei 2002, AWB-nummer: 61844486794, gewicht: 1.127 kg, totale kosten: € 6.819,84; de
shipperis Alcatel CIT en de gehanteerde Incoterm CPT, waaruit volgt dat Alcatel CIT voor de vracht heeft betaald. Deze vlucht is bovendien door de luchtvaartmaatschappijen
gematchedin de BRG-database.
gematchedin de BRG-database.
charge weight: 558,5 kg. De transactiegegevens voor Alcatel-Lucent USA zijn bovendien
gematchedin de BRG-database.
consignee. Uit de e-mail van DHL (document Alcatel-Lucent 11) volgt dat voor de transacties in dit bestand de
consigneesvoor de luchtvrachtvervoersdiensten hebben betaald. Dit bestand is door DHL opgesteld door in de
collectbestanden te filteren op Alcatel-Lucent entiteiten omdat deze entiteiten (dus de
consignees) hebben betaald.
air waybillsof facturen) overgelegd. Documenten Alcatel-Lucent 13 en 15 (en bijbehorende
screenshotsdocumenten Alcatel-Lucent 26 en 28) bevatten geen gegevens over de
chargeable weight.Zonder nadere informatie over betaling valt niet te verifiëren of sommige achterliggende partijen voor luchtvrachtdiensten hebben betaald. Het enkele feit dat de aangeleverde gegevens succesvol zijn gekoppeld met de BRG Database is onvoldoende voor de vaststelling dat deze individuele achterliggende partijen zelf in de relevante periode ten minste één luchtvrachtvervoersdienst hebben afgenomen. In aanvulling hierop hebben de luchtvaartmaatschappijen voor de volgende achterliggende partijen nog het volgende aangevoerd (waaruit volgens hen volgt dat de door Equilib overgelegde gegevens geen betrouwbare data zijn):
screenshotszijn onvoldoende om als bewijs te dienen dat deze vennootschap in de betreffende periode ten minste zelf één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen
consigneede volledige kosten voor deze luchtvrachtvervoersdienst heeft voldaan.
air waybillen/of factuur over te leggen. De luchtvaartmaatschappijen hebben wel in algemene zin opgeworpen dat zonder nadere informatie over betaling niet is te verifiëren of sommige achterliggende partijen voor luchtvrachtdiensten hebben betaald, maar hebben de hieronder weergegeven gemotiveerde stellingen van Equilib op dit punt niet concreet weersproken:
Alcatel-Lucent France SA: de
shipperis Alcatel CIT en de gehanteerde Incoterm CPT, waaruit volgt dat Alcatel CIT (= Alcatel-Lucent France SA) voor de vracht heeft betaald;
Alcatel Italia Spa: uit het feit dat het hier gaat om een
collectbestand kan worden afgeleid dat deze vennootschap als
consigneeten minste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen en Alcatel Italia Spa wordt ook als klant aangeduid in het K+N EEA Inbound bestand;
Alcatel Bell N.V.: wordt als klant aangeduid in de K+N EEA bestanden;
Alcatel-Lucent Deutschland AG: wordt als klant aangeduid in de K+N EEA bestanden;
Alcatel-Lucent USA Inc.: (bij repliek) het bestand is door
freight forwarderUPS opgesteld door in de
collectbestanden te filteren op Alcatal-Lucent entiteiten omdat deze entiteiten (dus
consignees) betaald hebben;
Alcatel-Lucent Enterprise SA: Alcatel Business Systems SA (= Alcatel-Lucent Enterprise SA) is aangeduid als
consignee. Uit de e-mail van DHL (document Alcatel-Lucent 11) volgt dat voor de transacties in dit bestand de
consigneesvoor de luchtvrachtvervoersdiensten hebben betaald. Dit bestand is door DHL opgesteld door in de
collectbestanden te filteren (met Equilib is de rechtbank van oordeel dat de stelling van de luchtvaartmaatschappijen dat de betalende entiteit zou zijn af te leiden uit de kolom “
prepaid level ome” in het licht hiervan dan ook geen hout snijdt. De luchtvaartmaatschappijen zijn hier bij dupliek ook niet nader op ingegaan).
datasheet(Excel-bestand) met details van facturen van
freight forwardersvan door haar afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (document Amphenol 1);
ASM Lithography BV’is (document ASML 2);
freight forwarderPanalpinia gericht aan ASM Lithography BV voor vier vluchten met KLM, Lufthansa en Cargolux (document ASML 5).
freight forwarderGeodis) voor AstraZeneca AB (document AstraZeneca 1);
‘Macc Airfreight’1999-2006 (Excel-bestand) met gegevens over afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten uit het eigen ‘
SAP systeem’van AstraZeneca UK (document AstraZeneca 3);
freight forwarderDHL (document AstraZeneca 4);
raw data’voor 1999-2002, afkomstig van DHL(documenten AstraZeneca 5-8);
screenshotvan een selectie van de ‘
raw data 2002’ betreffende vluchten uitgevoerd door Lufthansa vanuit de UK (document AstraZeneca 9).
freight forwarderGeodis een ‘omvangrijk bestand met kosten in rekening gebracht aan AstraZeneca AB’ aangeleverd (document AstraZeneca 1). Document 2 bevat gedetailleerde informatie over vluchten van KLM met vertrekpunt Stockholm in mei 2005: MAWB-nummers (beginnend met 74 voor KLM), ‘
transport mode’(‘
air’), ‘KundNahm’ (klantnaam: AstraZeneca AB), gewicht,
origin, destination, gewicht, kosten en specificatie
surcharges.Document 3 bevat informatie uit het eigen SAP systeem van AstraZeneca UK Ltd. In het overgelegde screen shot met ‘
raw data’(document 9) staan verwijzingen naar locaties van AstraZeneca UK Ltd in de UK (ophaalplek “IPS, Warehouse I en MDU”); het bevat ook het gewicht, de kosten van de vracht en het totale bedrag (inclusief
fuelen
security surcharges). Dit bestand bevat weliswaar geen AWB-nummers en ook niet de naam van AstraZeneca UK Ltd., maar uit haar activiteiten en haar locatie vloeit voort dat zij luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen. Dit wordt bovendien bevestigd in de overgelegde e-mail van de Senior Director van AstraZeneca UK Ltd, waarin staat:
“I have been able to confirm that my colleague’s understanding is that the various acronyms and abbreviations listed in the “shipper” column of the raw data are different AZ departments that would have booked the shipments – so they are understood to be all part of the same entity, but just different cost centres”.
screenshotsonvoldoende zijn. In de overgelegde bestanden worden de achterliggende partijen niet genoemd, maar slechts shippers die geen onderdeel uitmaken van deze procedures, en daarin ontbreken AWB-nummers, gevlogen routes en data van vluchten. Verder volgt uit de overgelegde e-mails slechts dat de Astra Zeneca groep stelt dat zij gebruik heeft gemaakt van luchtvrachtvervoersdiensten en staat in de e-mail van de Senior Director van AstraZeneca UK Ltd slechts dat een collega begrijpt – en niet bevestigt – dat bepaalde afkortingen zouden verwijzen naar verschillende afdelingen binnen die achterliggende partij.
freight forwarderGeodis blijkt dat AstrZeneca AB de (betalende) klant was, niet voldoende weersproken. Zoals hiervoor onder het toetsingskader al is overwogen, hoeft Equilib niet voor iedere achterliggende partij direct bronbewijs bestaande uit een
air waybillen/of factuur over te leggen.
air waybillnummers. De luchtvaartmaatschappijen hebben er ook terecht op gewezen dat de overgelegde e-mail van de Senior Director van AstraZeneca UK Ltd, te weinig specifiek is.
freight forwardersverstrekte gegevens over afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten door Atlas Copco Airpower N.V., Atlas Power Tools Distribution N.V. en Atlas Copco Rock Drills AB (documenten Atlas Copco 1, 2 en 6);
screenshotsvan de van een selectie van de als documenten Atlas Copco 1, 2 en 6 overgelegde
datasheets(documenten Atlas Copco 7, 8 en 9).
freight forwarderDHL en er bestaat geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze data.
screenshotszijn onvoldoende. Equilib stelt zelf ook dat de overgelegde gegevens voor Atlas Copco Rock Drills AB geen details op vluchtniveau bevatten Verder volgt uit de overgelegde e-mails slechts dat bij verschillende
freight forwardersdata zijn verzameld over luchtvrachtvervoersdiensten. Bovendien heeft Equilib ten aanzien van een aantal achterliggende partijen geen (nadere) specifieke stellingen ingenomen of stukken overgelegd.
freight forwarderDHL overgelegd, maar zij heeft verzuimd voor ten minste één luchtvrachtvervoersdienst aan de hand van die stukken te concretiseren dat die is afgenomen in de betreffende periode. Ook voor Atlas Copco Airpower N.V. en
shipper. Uit de overige overgelegde gegevens blijkt dat de andere achterliggende Atmel-partijen dat deze in totaal USD 11 miljoen aan luchtvrachtvervoer hebben uitgegeven. Voor deze achterliggende partijen heeft geen details op transactieniveau kunnen achterhalen.
freight forwarderPanalpina voor een vlucht met Cargolux van Shanghai via Luxemburg naar Eindhoven (document BenQ 2);
screenshotvan het Excel-bestand (document Betafence 2).
freight forwarder. Het bestand bevat geen MAWB-nummers. Het als document 2 overgelegde screenshot betreft een luchtvrachtvervoersdienst voor een transport van Brussel naar Beirut op 16 december 2005 met Martinair. De gedetailleerde informatie past bij de bedrijfsactiviteiten van Betafence N.V. Hiermee heeft Equilib voldoende aangetoond dat Betafence N.V. in de relevante periode ten minste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database. Uit de door de luchtvaartmaatschappijen overgelegde aanvullende producties 3 en 4 volgt dat ‘Betafence’ in 30 transacties als ‘
shipper’ is opgenomen in de BRG Databae.
freight forwarders) (documenten BIC 3 en 4);
freight forwarderen de luchtvaartmaatschappij waarmee werd gevlogen. Ook de later overgelegde databestanden (documenten BIC 8-11) bevatten eveneens details van afgenomen luchtvracht die niet zijn verzonnen: factuurnummers,
freight forwarder,plaats van aankomst en datum. De zoekterm ‘BIC’ komt bovendien volgens de luchtvaartmaatschappijen 5.040 keer voor in het
‘shipper’veld en 2.712 keer in het ‘
consignee’veld in de BRG Database. De in bestanden vermelde uitgaven zijn echter niet in alle gevallen toe te wijzen aan één entiteit binnen de groep van cedenten die onder de naam ‘BIC’ vorderingen hebben gecedeerd.
air waybillof factuur – zijn overgelegd en dat de overgelegde Excel-bestanden alsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn. De overgelegde Excel-bestanden bevatten geen MAWB-nummers, geen data van vluchten (behoudens document 2) en geen gewicht, zodat verificatie van deze gegevens praktisch onmogelijk is. In document 2 worden verder slechts drie achterliggende partijen als betalende partij genoemd.
datasheet(Excel-bestand) met gegevens over afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (document Bluetenpracht 2) met begeleidende e-mail (document Bluetenpracht 1);
screenshotvan het voormalige ERP-systeem van Bluetenpracht (document Bluetenpracht 3).
screenshotvan haar voormalige ERP-systeem blijkt dat zij in de relevante periode luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen. Document 2 bevat details als betalende entiteit (Bluetenpracht), AWB-nummer, datum, luchtvaartmaatschappij, totale kosten, plaats van vertrek en aankomst en gewicht. Onder vertrekluchthaven heeft Bluetenpracht in veel gevallen de naam van de
freight forwarderopgenomen (TransSchryver Quito/Ecuador of DeijlCargo Quito/Ecuador. Document 3 bevat een
screenshotvan een transactie voor een vlucht vanuit Ecuador naar Amsterdam met KLM op 1 oktober 2001 met AWB-nummer 074-99578172 en
charge weight674 kg. Deze transactie is aan Bluetenpracht gefactureerd voor (omgerekend) EUR 1.322,98. Deze vlucht is tevens opgenomen in het als document 2 overgelegde document op regel 269 en document 4 bevat een print van deze transactie. Bovendien blijkt dat (in ieder geval) één transactie uit het databestand tot een succesvolle koppeling met de BRG Database heeft geleid.
air waybillof factuur – zijn overgelegd en dat het overgelegde Excel-bestand en het screenshot alsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn. Verder bevestigt het screenshot ook niet dat Bluetenpracht Frischblumen GmbH de
shipperof
consigneeis en evenmin wat de plaats van vertrek is. Uit de overgelegde e-mails volgt slechts dat een Excel-bestand is verstrekt aan Claims Funding Europe Ltd., de
litigation fundervan Equilib.
air waybillen/of factuur over te leggen.
database(document Canon 2);
screenshotvan dat Excel-bestand (document Castelijn en Beerens 3).
freight forwarderen het HAWB-nummer. Document 3 ziet op een luchtvrachtvervoersdienst voor een transport van Kolkata naar Amsterdam op 16 augustus 2005 met vermelding van het AWB-nummer 020-34818663 en Castelijn en Beerens B.V. als betalende partij (‘
paying party’).
screenshotonvoldoende zijn. Die documenten bevatten bovendien nagenoeg geen MAWB-nummers waardoor verificatie van de gegevens praktisch niet uitvoerbaar is. Bovendien blijkt uit de stellingen van Equilib dat Castelijn en Beerens onderliggende documentatie beschikbaar heeft die zij niet in het geding heeft gebracht; Castelijn en Beerens heeft het Excel-bestand immers handmatig ingevuld aan de hand van de beschikbare facturen. Hieruit volgt dat er wel degelijk facturen beschikbaar zijn, maar dat Equilib er om onnavolgbare redenen voor heeft gekozen geen enkele factuur over te leggen. Uit de overgelegde e-mails blijkt slechts dat een Excel-bestand is verstrekt aan Claims Funding Europe Ltd., de
litigation fundervan Equilib.
beschikbare facturenzijn vastgelegd.
Ngong Roses
INVOICE FOR CHANJEMA” (productie 4 bij akte van repliek);
(…) In all cases, the freight were deducted at source by the consignees from the flower sales proceeds of the supplier (Ngong Roses and Chanjema Flowers) and paid on their behalf to the clearing agents who would have paid the airlines on collect basis during clearing of the consignment.
shipper. Verder staat op de HAWB vermeld dat de kosten voor luchtvracht ‘
as agreed’in rekening zullen worden gebracht via ‘
collect’. Productie 4 bevat verder brieven van Airflo aan Chanjema Flowers Ltd., waarin de nieuwe kosten voor luchtvracht worden besproken en een factuur van de inklaringsagent aan Fleuro Plus B.V. (de veiling), met daarop de vermelding van de kosten voor de luchtvracht en de vermelding dat de kosten uiteindelijk aan Chanjema Flowers Ltd. in rekening zullen worden gebracht aan de hand van de tekst:
“INVOICE FOR CHANJEMA
”.
shipperis;
freight forwarderBREX voor een vlucht met Martinair van Guatamala naar Amsterdam (document Chico 1);
freight forwarderNorther Cargo AS voor een vlucht met Lufthansa van Oslo naar Hong Kong (document Coast Seafood 2).
screenshotmet data (document Daimler 2);
freight forwarderKarl Heins Dietrich GmbH en de bijbehorende (H)AWB (document Daimler 4).
Freight Cost Calculator tool’(
FCC) die Dell Products (Ireland) – hierna: Dell Ireland – in november 2005 in gebruik nam. Voor eerdere jaren is geen data beschikbaar en is aan de hand van extrapolatie een inschatting van luchtvrachtkosten gemaakt. Document 2
(‘S. Africa Working’) ziet op luchtvrachtkosten voor Dell Ireland vanuit het Verenigd Koninkrijk en vanuit Nederland naar Zuid-Afrika. Tab 1 van dit document betreft een toelichting hierop van de
EMEA Freight & Logistics Managervan Dell, waarin hij aangeeft dat 80% van de transporten voor Zuid-Afrika uit het Verenigd Koninkrijk zullen zijn verscheept en 20% vanuit Nederland. Tab 2 (‘
FCC’) bevat de informatie over de jaren 2005 en 2006 vastgelegd in het FCC. Document 3 (‘
AE Working’) bevat een toelichting op de FCC data voor transporten van Dell Ireland naar de Verenigde Arabische Emiraten en documenten 4 (‘
KSA Working’) en 5
(‘Israel Working’) bevatten vergelijkbare bestanden voor transporten vanuit Nederland naar respectievelijk Saudi Arabië en Israël. De
EMEA Freight & Logistics Managergeeft in deze bestanden met data over (deels) 2005 en 2006 aan dat de volumes in voorgaande jaren vergelijkbaar zullen zijn geweest. Uit de bestanden die afkomstig zijn uit de eigen administratie van Dell is in veel gevallen alleen de
freight forwarderopgenomen en is niet op te maken met welke luchtvaartmaatschappij is gevlogen. Het gaat voor Dell in de kartelperiode om in zeer vele vluchten vanaf Amsterdam naar de hiervoor genoemde landen. Gelet op het hoge marktaandeel op Schiphol van KLM en de aanwezigheid op deze luchthaven van een groot aantal karteldeelnemers, is het onmogelijk dat Dell niet ten minste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen.
freight forwarders. Diramode S.A. beschikte niet meer over data van voor 2005. In het databestand staan de kolommen ‘
container’ en ‘
vessel’, hetgeen gebruikelijk is voor zeevervoer. Document 2 ziet op transacties waarbij de luchtvaartmaatschappij is vermeld, waaronder Cargolux en KLM. Dat het om luchtvracht gaat en niet om zeevervoer komt ook overeen met de vertrek- en aankomstdatum en de kosten per gewichtseenheid. Document 3 ziet op leveringen aan de Pimkie centrales in Frankrijk, Duitsland en Spanje. Het overzicht bevat details van facturen uit 2005. De details (doorlooptijd en kosten) komen overeen met de details van de facturen waarbij wel een luchtvaartmaatschappij is opgegeven. Hiermee wordt aangetoond dat Diramode S.A. in de relevante periode luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen. Daarbij is onmogelijk dat bij de grote aantallen transacties van Diramode S.A. geen vlucht naar Europa met een van de luchtvaartmaatschappijen zit. Dit blijkt ook wel uit het doel van Diramode:
“fabrication de tous textiles naturels ou artificiels, l’achet et la vente en gros et en detail de tous articles de lingerie et mercerie”(producties 6). Als productie 7 heeft Equilib een recente air waybill voor Diramode overgelegd.
After 2007 we created Diramode”) en de eerder overgelegde stukken kunnen worden vertrouwd zonder dat enige verificatie mogelijk is. De overgelegde HAWB is ook onvoldoende omdat het AWB-nummer daarop ontbreekt en de HAWB buiten de (volgens Equilib) relevante periode valt.
freight forwarders(document Electrolux 4);
freight forwarders(zie document 4) en dat veel details met betrekking tot deze diensten niet werden vastgelegd. De beschikbare bestanden beslaan de periode 2005-2010 en de oudste daarvan bevatten slechts de route op landniveau, het totaal aantal zendingen en het totale gewicht. De data voor 2008/2009 geeft de route op plaatsniveau, het aantal zendingen en het totale gewicht. Het bestand voor 2010 bevat details op transactieniveau, zoals HAWB-nummer, datum, plaats van vertrek en bestemming,
shipper, consignee, paying entity, incotermsen kosten, maar geen aanduiding van met welke luchtvaartmaatschappij is gevlogen. Equilb heeft de
freight forwardersom informatie gevraagd. Alleen
freight forwarderScanGlobal heeft een bestand verstrekt met details van een groot aantal luchtvrachttransacties die door Electrolux Laundry Systems AB (Zweden) zijn betaald. Twee andere
freight forwarders(Dimenco en K+N) hebben gegevens met de Electrolux groep gedeeld over de jaren 2000-2006 met details (AWB-nummers), maar geen duidelijke koppeling aan een achterliggende partij. Als document Electrolux 9 heeft Equilib data overgelegd over 2008 en 2009. Vertrek- en aankomstplekken die hierin veel voorkomen komen overeen met de steden waar Electrolux fabrieken heeft. EU-
inboundroutes in dit bestand (zie document Electrolux 10) hadden in veel gevallen als bestemming steden in Hongarije en Polen waar Electrolux ook fabrieken heeft. In de 2010 datapack (document Electrolux 11) zijn hiervoor ook aanwijzingen te vinden, want daarin is een groot aantal Electrolux-entiteiten als ‘
paying entity’opgenomen.
carriage paid’(CPT) vanaf Malmö (Zweden) en het bestand noemt als opdrachtgever ‘Electrolux Laundry Systems’. Uit dit bestand heeft Equilib als voorbeeld gelicht de transactie op de eerste regel. Dit betreft een transport met Scandinavian Airlines (AWB-nummer 11744941935) van Tokyo naar Stockholm met datum 14 april 2005. Het bestand bevat nog veel meer transacties voor deze entiteit (en ook voor Electrolux Logistics AB en Electrolux AB, zie kolom J ‘ORDREGIVER’ – maar dit heeft Equilib niet verder geconcretiseerd, rb).
dustbags’ van in totaal 1.424 kg met vlucht KL/8160 van Gothenburg naar Shanghai op 6 oktober 2004 met MAWB nr. 074-46194606 (KLM); de
fuel chargeen de
security surchargezijn op deze factuur apart opgenomen.
For your information As we repeatedly have explained to CFI we do not have any centralised records for air cargo purchases prior to July 2006. We simply do not know which entities bought how much air cargo from which freigt forwarder or airlines.”Daaruit blijkt dat de Electrolux groep kennelijk afhankelijk is van
freight forwardersom details over luchtvracht te achterhalen en dat zij zelf niet in staat is vast te stellen welke entiteiten welke hoeveelheid luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen voor 2006.
freight forwarderszal gaan verzoeken om data, waarop
freight forwarderScanGlobal een aantal documenten heeft verstuurd (document 6). Uit document 4 volgt ook niet dat de achterliggende partijen luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen. Dit document bevat namen van ongeveer 24
freight forwarders, maar toont niet aan dat Electrolux daadwerkelijk met deze
freight forwadersheeft gewerkt.
EMC’voorkomt in de BRG Database (verwezen wordt naar aanvullende producties 3 en 4 van de luchtvaartmaatschappijen) en dat de luchtvaartmaatschappijen ten minste één transactie voor EMC hebben kunnen matchen met de Database.
freight forwarderPanalpina (document Ericsson 3);
freight forwarders, blijkt dat alle achterliggende partijen luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode. Per entiteit heeft Equilib dit als volgt toegelicht:
consigneeis “Nanjing Ericsson Com. Ltd, waarmee gedoeld wordt op Nanjing Ericsson Panda Communications Company Ltd. Dat laatstgenoemde entiteit de kosten voor deze vlucht heeft betaald volgt uit de notitie “freight collect”.
screenshotsvan de) Excel-bestanden zijn hiervoor onvoldoende. De omstandigheid dat een succesvolle koppeling met de BRG Database heeft plaatsgevonden zegt ook niets, want die koppeling zag op gegevens die zijdens Ericsson op groepsniveau waren overgelegd en niet op het niveau van individuele achterliggende partijen.
screenshotvan het Excel-bestand (document Eurochoice B.V. 3).
screenshotstaat een groot aantal transacties inzake vluchten met KLM, waaronder tweemaal een transport van Amsterdam naar Bangkok op 1 januari 2003 met vermelding van het AWB-nummer (074-21700803). Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshotvan het) Excel-bestand onvoldoende is. Het Excel-bestand bevat geen informatie over de datum en het gewicht en uit de overgelegde e-mails volgt slechts dat Eurochoice B.V. een Excel-bestand heeft verstrekt aan Claims Funding Europe Ltd., de
litigation fundervan Equilib. Voor Eurochoice B.V. zijn geen transactiegegevens verstrekt die verifieerbaar zijn en voldoende overeenkomen met de gegevens in de BRG Database. De enkele omstandigheid dat de zoekterm “Eurochoice” resultaten oplevert is onvoldoende om aan te nemen dat Eurochoice B.V. zelf in de relevante periode ten minste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen, aldus steeds de luchtvaartmaatschappijen.
beschikbare facturenzijn vastgelegd. Ook heeft Eurochoice weliswaar twee transporten van Amsterdam naar Bangkok als voorbeeld genoemd onder vermelding van een AWB-nummer, maar nagelaten toe te lichten op grond waarvan ervan uit moet worden gegaan dat die specifieke luchtvrachtvervoersdiensten zijn betaald door Eurochoice of dat zij de kosten daarvoor heeft gedragen.
datasheetdoor Equilib is verwerkt in het Equilib Transactieoverzicht. Dat bestand bevat een overzicht met gedetailleerde gegevens als de datum, het gewicht, de totale kosten, de
shipper,de vertrekluchthaven (Nairobi, Kenia) en het land van aankomst (Holland). Het is meer dan aannemelijk dat Everflora – een Keniaanse kwekerij van rozen – op de route Kenia-Amsterdam (indirect) ook luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen van KLM, Martinair en/of Air France. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database, aldus steeds Equilib.
screenshotvan een Excel-bestand met transactiegegevens (‘Client Roche 2000-2010 Europe Outbound’) (document Hoffmann La Roche 8).
freight forwarders(KN en DHL), documenten 2 en 4
.Document 5 bevat een handmatig door F. Hoffmann La Roche Ltd/AG opgesteld overzicht van details van
hardcopyfacturen van afgenomen luchtvracht in de periode 2000-2006. Document 7 zijn facturen gericht aan F. Hoffmann La Roche AG voor afgenomen luchtvracht. Het gaat om (i) een vlucht van Bazel naar Auckland (Nieuw-Zeeland) met Singapore Airlines in december 2000 en (ii) een vlucht van New York naar Bazel met Swiss International Air Lines in december 2000. Hieruit blijkt dat F. Hoffmann La Roche AG luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen.
AWB Overview 1van het bestand ‘
Client Roche 2000-2010 Europe Outbound’. In verreweg het grootste deel van de transacties is de naam ‘Roche Diagnostics GmbH’ opgenomen onder het kopje ‘
Invoice-to-Party name’.Hieruit volgt dat Roche Diagnostics GmbH relevante luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen, aldus Equilib.
“The file has been completed. But as you can see – and as already mentioned before – a lot of information is missing”.Uit diezelfde e-mail blijkt tevens dat Equilib een tijd geleden al elektronische gegevens van andere afdelingen heeft ontvangen, maar die gegevens zijn niet overgelegd. Ook staat in die e-mail:
“F. Hoffmann-La Roche paid for all shipments”,zonder te specificeren om welke achterliggende partijen het zou gaan. De overgelegde e-mails (documenten 1 en 3) en de kostenoverzichten (documenten 2 en 4) bevatten bovendien slechts niet onderbouwde totaalbedragen.
AGgenoemd) mee mag blijven doen in het vervolg van deze procedures. Ook de rechtbank is van oordeel dat Equilib wat betreft deze achterliggende partij haar vordering conform de opdracht van de rechtbank voor dit moment voldoende heeft onderbouwd, nu zij met betrekking tot ten minste één specifieke luchtvrachtvervoersdienst concrete verifieerbare informatie heeft verstrekt waaruit kan worden afgeleid dat die is afgenomen in de relevante periode.
freight forwarderHellman, document 2) voor een Federal Mogul entiteit;
freight forwardersDHL, Hellman, Danzas en KN. In de datasheets staat veelal gedetailleerde informatie als de datum, het (M)AWB-nummer, de luchtvaartmaatschappij, het gewicht, de totale kosten en de brandstoftoeslag. Volgens Equilib is de betalende entiteit (steeds een Federal Mogul entiteit) te herleiden door te selecteren op ‘
Shipper’ en de bijbehorende Incoterms.
air waybillof factuur – overgelegd. De overgelegde Excel-bestanden (datasheets) en de screenshots (de selectie uit de datasheets) die Equilib ten aanzien van de overige twintig achterliggende partijen heeft overgelegd zijn onvoldoende. In die bestanden ontbreken bovendien MAWB-nummers en het gewicht, waardoor verificatie van deze gegevens bij gebrek aan onderliggende documentatie praktisch niet uitvoerbaar is.
ex works” aan haar zijn geleverd. Voor Galeries Lafayette SA heeft zij eveneens een factuur overgelegd voor luchtvrachtkosten. Die factuur is gericht aan ‘Galeries Lafayette SPAM Import’. SPAM is de inkoopcentrale voor Galeries Lafayette SA en de kosten voor luchtvrachtvervoersdiensten werden logischerwijs doorgelegd aan Galeries Lafayette SA. Uit het feit dat de factuur mede is gericht aan ‘Galeries Lafayette’ volgt dat zij de kosten heeft betaald. Op de factuur is bovendien route-informatie opgenomen: het betreft onder meer vluchten van Zuid-Korea naar Frankrijk en van Nederland naar Frankrijk. Ook zijn vluchtdata en gewicht opgenomen.
ex works”) gegeven. Gesteld noch gebleken is dat de betreffende vracht anders dan per luchtvracht kan zijn verzonden. In die omstandigheden leidt het enkele ontbreken van een MAWB-nummer en de “route” er, anders dan de luchtvaartmaatschappijen betogen, niet toe dat Equilib – voor dit moment – onvoldoende heeft onderbouwd dat Louis Pion SAS deze luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen. Dat de transactie volgens de luchtvaartmaatschappijen door het ontbreken van die informatie niet te koppelen is aan de BRG-database is (in ieder geval in het kader van de onderhavige opdracht tot onderbouwing) niet van doorslaggevend belang.
freight forwarderPanatlantic (document Gebr. Van den Haak Import 2);
freight forwardersten behoeve van zichzelf en haar groepsmaatschappijen. Betalingen liepen via een centraal betalingssysteem. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
freight forwarderssloot ten behoeve van zichzelf én haar groepsmaatschappijen (waaronder deze drie) en dat betalingen via een centraal betalingssysteem liepen. Hoe en of dat er in deze drie gevallen in geresulteerd heeft dat de kosten van de luchtvrachtvervoersdiensten (integraal) zijn doorberekend aan respectievelijk HP International, HP CDC en HP Duitsland, heeft Equilib niet duidelijk gemaakt, laat staan van enige vorm van onderbouwing voorzien. De verwijzing naar de draaitabel en de algemene verklaring van de heer [naam 63] volstaan daartoe in ieder geval niet. De rechtbank brengt daarbij in herinnering dat het hier (zoals tijdens de laatste mondelinge behandeling besproken) gaat om het onderbouwen van schade met betrekking tot slechts (ten minste) één luchtvrachtvervoersdienst, waartoe vereist is dat de gevolgen van het kartel (met een in het licht van het causaal verband voldoende mate van directheid) zijn opgetreden in het vermogen van de achterliggende partij van wiens vordering de voldoening wordt gevorderd door Equilib. Dat een luchtvrachtvervoersdienst ten behoeve van een bepaalde achterliggende partij is afgenomen door een groepsmaatschappij is dus niet voldoende om te kunnen zeggen dat die achterliggende partij zelf een luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen.
freight forwarders,onvoldoende gemotiveerd, zodat moet worden aangenomen dat Hewlett-Packard Company in de relevante periode ten minste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen.
freight forwarderDB Schenker (document Hilti 1);
freight forwarderverstrekte gegevens van voor 2003 een overzicht heeft opgesteld, waarin uitgebreide informatie is opgenomen zoals de betalende entiteit, de datum, de
freight forwarder, de luchtvaartmaatschappij, het (M)AWB-nummer, het vertrek, de aankomst, het gewicht en de totale kosten. Aan de hand van door Hilti/IVV groep aangeleverde gedetailleerde informatie is voor de ontbrekende jaren een schatting gemaakt. Equilib heeft in document Hilti 4 verder gepreciseerd welke van de twee entiteiten voor een specifieke transactie heeft betaald. Aan de opgave door de achterliggende partijen zelf kan in dit geval wel degelijk waarde worden gehecht. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
freight forwarders–
screenshotvan de
datasheetmet alle luchtvracht die in december 2000 met Lufthansa is vervoerd (document Rode Kruis 3).
screenshotuit dit Excel-bestand (document Interparfums 3);
Executive Vice Presidentvan Interparfums S.A. (productie 8 bij repliek inzake een transactie per cedent).
screenshotbevat gegevens met betrekking tot vluchten van Parijs naar Bangkok. Verder geldt, dat hoewel een groot deel van de luchtvrachtkosten wordt betaald door klanten van Interparfums S.A., in de e-mail van [naam 64] wordt bevestigd dat het transactieoverzicht uitsluitend door Interparfums S.A. afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten bevat waarvoor zij de kosten heeft gedragen. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
chargeable weighten daaruit kan niet worden afgeleid dat de transacties daadwerkelijk door Interparfums S.A. zijn verricht. Het Excel-bestand bevat vermeldt verder ‘Interparfums’ steeds als betalende partij, maar daaruit volgt nog niet dat de luchtvrachtdienst door Interparfums S.A. is afgenomen en betaald. Daarbij komt dat Interparfums S.A. volgens de stellingen van Equilib een parfum- en cosmeticafabrikant is die haar producten wereldwijd distribueert. Het is aannemelijk dat in de keten producent-distributeur-lokale
retailerniet de producent maar de distributeur of
retailervoor het vervoer van als voorraad ingekochte goederen betaalt. Verder volgt uit document 1 slechts dat Interparfums S.A. een Excel-bestand aan Claims Funding Europe heeft toegezonden. Uit de e-mail van [naam 64] volgt voorts niet op welke wijze of op basis van welke gegevens hij is nagegaan dat de luchtvrachten door Interparfums S.A. zijn betaald.
screenshotuit dit Excel-bestand (document Ulysse 4).
Interpral Ulysse”,die uitsluitend op deze cedent kan zien, komt veelvuldig voor in zowel het “
shipper” veld als het “
consignee” veld in de BRG Database.
screenshotalsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database zijn onvoldoende. De documenten bevatten bovendien geen
chargeable weighten daaruit kan niet worden afgeleid dat de transacties daadwerkelijk door Interpral-Ulysse SAS zijn verricht. Verder volgt uit de overgelegde e-mail slechts dat Interpral-Ulysse SAS een Excel-bestand aan Claims Funding Europe heeft toegezonden.
freight forwardersen een bijlage (documenten Jabil Circuit 1, 2 en 4);
screenshotsvan de Excel-bestanden (documenten Jabil Circuit 7 tot en met 21);
screenshotsvan de bestanden waaruit de selecties van de transactiegegevens in documenten Jabil Circuit 6 tot en met 21 zijn gemaakt, met uitgelichte transacties van enige achterliggende partijen (producties 9 en 10 bij conclusie van repliek).
freight forwarders. In de overgelegde overeenkomsten is expliciet opgenomen dat de ‘
fuel surcharges’ door de
freight forwardersworden doorberekend. Documenten Jabil Circuit 5 en 6 zijn afkomstig van de
freight forwardersen bevatten details over afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten over de jaren 1999-2006 met vermelding van de totale bedragen. Equilib heeft voor veertien achterliggende partijen voorbeeldtransacties uitgewerkt in de documenten Jabil Circuit 7 tot en met 21. Verder is ten aanzien van negen achterliggende partijen sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
fuel surcharges’zijn doorberekend door de
freight forwardersaan de achterliggende partijen.
screenshotvan het Excel-bestand (document Jules SAS 2).
screenshotomvat een luchtvrachtdienst voor een transport van Turkije naar Frankrijk in november 2005 met Air France en Jules SAS staat daarin als betalende partij genoemd. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
“nom du payeur”in een door Jules SAS zelf opgesteld overzicht, zonder enige nadere informatie over de achtergrond van die vermelding, volstaat niet als onderbouwing op dit punt.
freight forwarder,waarin de prestaties van iedere
freight forwarderis afgezet tegen de
Key Performance Indicators (KPI’s) (documenten Philips 2, 3, 4 en 5);
Airfreight Performance Reportover de maand april 2005 voor Philips Lighting B.V., met onder meer een vlucht van Amsterdam naar India (document Philips 7);
Airfreight Performance Reportover de maand april 2005 voor Philips Medical Systems Nederland B.V., met onder meer een vlucht van Eindhoven naar India (document Philips 8);
Airfreight Performance Reportover de maand april 2005 voor Philips Consumer Lifestyle B.V., met onder meer een vlucht met Singapore Airlines van Eindhoven naar Singapore (document Philips 9);
Panalpina KPI Reportover augustus 2005 voor Philips Austria GmbH (document Philips 16);
Expeditorsvoor Philips Lighting Poland S.A. (document Philips 18);
Airfreight Performance Report KPIapril 2005 voor Philips Medizin Systeme Böblingen GmbH (document Philips 19);
Air KPI Reportvoor Philips GmbH, waaronder een voorbeeld transport voor een vlucht met Lufthansa van Duitsland naar Bulgarije (document Philips 20);
Menlo Air KPI Reportover 2005 voor Philips Technologie GmbH (document Philips 24);
freight forwarder,waarin de prestaties van iedere
freight forwarderis afgezet tegen de
Key Performance Indicators(
KPI’s). De
KPI-rapportages zijn ten tijde van het kartel opgesteld en bevatten gedetailleerde en (voor monitoringdoeleinden) gecontroleerde gegevens die als zeer betrouwbaar moet worden aangemerkt. Voor Philips Technologie GmbH is in document 24 een luchtvrachtvervoersdienst uitgelicht, die weliswaar aan ‘Philips Automotive Lighting’ in rekening is gebracht maar waarmee blijkens document 6 Philips Technologie GmbH is bedoeld. Document 34 heeft betrekking op Philips Electronics Hong Kong Limited en ziet op een vlucht vanuit Frankfurt, voor welke luchtvrachtvervoersdienst zij blijkens dat document ook heeft betaald. Voor twee achterliggende partijen was Equilib niet in staat een transactie uit de beschikbare informatie te koppelen. Deze achterliggende partijen zijn echter bewust geselecteerd en het is aannemelijk dat zij (althans hun rechtsvoorgangers) ook tenminste één luchtvrachtvervoersdienst hebben afgenomen. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
KPI-rapporten en overige door Philips zelf en/of de door haar ingeschakelde
freight forwardersopgestelde documenten en overzichten. Uit de combinatie van vermeldingen van de entiteit die als
shipper,dan wel
consignee,zou zijn opgetreden en vermeldingen wie (
shipperof
consignee) heeft betaald leidt Equilib af dat de betreffende entiteiten ook de kosten voor de relevante luchtvrachtvervoersdiensten zouden hebben betaald. De luchtvaartmaatschappijen hebben dat (met betrekking tot deze 13 achterliggende partijen) gemotiveerd betwist en er in dat kader onder meer op gewezen dat uit de overgelegde Excel-bestanden en selecties daaruit blijkt dat de voor Philips Technologie GmbH, Philips Eletrônica da Amazônia Ltda en Philips Electronics Hong Kong Limited uitgelichte luchtvrachtvervoersdiensten, anders dan Equilib stelt, niet bij deze achterliggende partijen in rekening zijn gebracht. In reactie daarop heeft Equilib het volgende gesteld. Het klopt dat de uitgelichte luchtvrachtvervoersdienst voor Philips Technologie GmbH volgens het betreffende bestand bij “Philips Automotive Lighting” in rekening is gebracht, maar zoals blijkt uit de als document Philips 6 overgelegde notitie van een betrokken jurist van Philips is met “Philips Automotive Lighting” Philips Technologie GmbH bedoeld. De luchtvaartmaatschappijen hebben gelijk dat de uitgelichte luchtvrachtvervoersdienst voor Philips Eletrônica da Amazônia Ltda (optredend als
consignee) is betaald door
shipperPhilips Industria Activities NV; Equilib heeft bij de selectie een fout gemaakt, maar in hetzelfde document (Philips 32) zijn op pagina 2 reeds meerdere transacties aan te wijzen die aan de
receiverin rekening zijn gebracht (Equilib laat echter na een of meer van die transacties te beschrijven in haar akte). De opmerking van de luchtvaartmaatschappijen dat de voor Philips Electronics Hong Kong gemarkeerde luchtvrachtvervoersdienst zou zijn betaald door Philips France is, gelet op de inhoud van document Philips 34, onjuist. Naar het oordeel van de rechtbank levert deze reactie van Equilib geen voldoende weerlegging op van de door de luchtvaartmaatschappijen geconstateerde lacunes in de onderbouwing en is gebleken dat op de juistheid van de stellingen van Equilib ten aanzien van het dragen van de kosten niet zonder meer kan worden vertrouwd. Het feit dat met betrekking tot Philips Electronics Hong Kong kennelijk sprake was van een (lees)fout van de luchtvaartmaatschappijen maakt dit, ook wat betreft die entiteit, niet anders. Ook wat betreft Philips Electronics Hong Kong heeft Equilib in het licht van de betwisting door de luchtvaartmaatschappijen onvoldoende toegelicht op grond waarvan ervan moet worden uitgegaan dat zij voor ten minste één specifieke luchtvrachtvervoersdienst heeft betaald/de kosten heeft gedragen. de kosten heeft gedragen. Daar komt bij dat Equilib volgens haar eigen stellingen met betrekking tot twee achterliggende partijen helemaal geen luchtvrachtvervoersdiensten uit de beschikbare informatie aan hen heeft kunnen koppelen. Als dat Equilib al niet lukt kan, anders dan Equilib bepleit, er niet op worden vertrouwd dat deze entiteiten (of hun rechtsvoorgangers) wel luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode, uitsluitend omdat “deze cedenten bewust zijn geselecteerd”. Het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, maakt naar het oordeel van de rechtbank dat de onderbouwing door Equilib ten aanzien van de resterende 13 Philips-entiteiten in het licht van de gemotiveerde betwisting door de luchtvaartmaatschappijen onvoldoende is, mede omdat blijkt dat (gelet ook op de twee cedenten die helemaal niet blijken te kunnen worden “gekoppeld” aan concrete luchtvrachtvervoersdiensten) van de juistheid van de opgaves van Philips en haar
freight forwardersniet zonder meer kan worden uitgegaan.
screenshotvan een selectie uit document Koppert 1 (document Koppert 6).
air waybillen/of factuur over te leggen. Equilib heeft in haar akte verstrekking gegevens een concrete luchtvrachtdienst omschreven, met vermelding van luchtvaartmaatschappij, plaats van vertrek en eindbestemming, datum en AWB-nummer. Zij heeft (door de luchtvaartmaatschappijen niet specifiek weersproken) gesteld dat op deze transactie de Incoterm CFR (
“cost and freight”) van toepassing was en dat dit inhoudt dat de verkoper (Koppert) de kosten en vracht heeft moeten betalen om de goederen naar de bestemming te brengen. Daar komt bij dat gesteld noch gebleken is dat Koppert in een groep is verbonden met andere entiteiten die voor haar de luchtvrachtdienst kunnen hebben afgenomen dan wel de kosten daarvan kunnen hebben betaald. In dit licht is de algemene betwisting van de luchtvaartmaatschappijen, die feitelijk niet meer inhoudt dan dat er geen bronbewijs is overgelegd, niet toereikend.
freight forwarder(document Kyocera 3);
litigation fundervan Equilib. Bovendien stelt Equilib zelf dat behalve Kyocera Document Solutions Europe B.V. (voorheen Kyocera Mita Europe B.V.) de overige achterliggende partijen in veel mindere mate gebruikmaakten van luchtvervoer en staat in document 6 dat afgezien van Kyocera Document Solutions Europe B.V., Kyocera Mita France SAS en Kyocera Mita Italy S.p.A.:
“The other SC didn’t have airfreight directly but only via Kyocera DS Europe or there was not enough airfreight justify the search for data”.Voorts kan uit de overgelegde foto geen informatie worden afgeleid aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de overige achterliggende partijen (behalve Kyocera Document Solutions Europe B.V.) in de relevante periode luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen.
freight forwarders(producties 11 en 12 bij repliek inzake een transactie per cedent).
freight forwardersuit de kartelperiode (van 2003 tot 2006) ter beschikking heeft gesteld en daarnaast vanuit haar eigen administratie gedetailleerde transactieoverzichten beschikbaar had uit 2001 en 2002 van uitgaven aan luchtvracht. Die gegevens zijn toegevoegd aan het Equilib Transactieoverzicht en aan de hand van die data, aangevuld met schattingen, is een berekening gemaakt van de totale uitgaven aan luchtvracht van Luxottica. De huidige schatting van de VOC ziet op de entiteiten Luxottica Distribution Center Srl, Luxottica Srl en Killer Loop Eyewear Spa en van alle drie die entiteiten wordt een voorbeeld gegeven van een afgenomen luchtvrachtvervoersdienst. Van Oakley Inc. en van OPSM Group Pty Ltd. is geen administratie meer beschikbaar, maar dat gezien de gelijkenissen tussen de productieketen van Oakley Inc. – (sport)brillen, kleding en accessoires – en de andere Luxottica entiteiten dan wel de locaties van de OPSM winkels en de productielocaties van de door haar verkochte goederen is aannemelijk dat zij geraakt zijn door het kartel, aldus steeds Equilib.
freight forwardersoverlegt is des te opmerkelijker omdat zij stelt er duizenden te hebben ontvangen van Luxottica, aldus de luchtvaartmaatschappijen.
screenshotsuit bovengenoemd Excel-bestand (documenten Mavuno Group 7 en 8).
HardcopyAWB’s waren niet meer aanwezig. Documenten Mavuno Group 4 en 5 zijn interne overzichten uit januari en maart 2004, waarin staat hoeveel vrachten, dozen en kilogrammen per luchtvaartmaatschappij zijn vervoerd. Aan de hand van die overzichten en de administratie van Airflo is een Excel-bestand opgesteld met zoveel mogelijk details. Documenten Mavuno Groep 7 en 8 bevatten databestanden met details van facturen uit 2006 en 2007 voor vluchten met Martinair van Kenia naar Amsterdam respectievelijk Londen, zonder AWB-nummers maar wel met vluchtnummers en datum. Verder is in de BRG Database ten onrechte alleen gezocht op de term ‘Mavuno’.
screenshotvan het) Excel-bestand onvoldoende is. Verder is niet relevant op welke term in de BRG Database is gezocht, omdat ook een succesvolle koppeling onvoldoende is. Daarbij ontbreken in het Excel-bestand MAWB-nummers en volgt daaruit niet – en evenmin uit de overgelegde e-mails – welke achterliggende partij de luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen. Bovendien valt uit de overgelegde overzichten niet af te leiden wie de kosten van die diensten heeft betaald.
litigation fundervan Equilib.
screenshotvan dat Excel-bestand (document Mephisto 3).
screenshoteen specifieke luchtvrachtvervoersdienst. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshotvan het) Excel-bestand alsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn. Verder volgt uit de overgelegde e-mails slechts dat een Excel-bestand is verstrekt aan Claims Funding Europe Ltd, de
litigation fundervan Equilib.
freight forwardersverstrekte Excel-bestanden met gegevens over, volgens Equilib, door respectievelijk de achterliggende partijen Organon en Diosynth, Sentipharm en Intervet afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (documenten MSD 4, 5 en 6);
screenshotsvan die Excel-bestanden (documenten MSD 7, 8 en 9).
freight forwarders. Het gaat daarbij om luchtvrachtvervoersdiensten in de periode december 1999-februari 2006. In de Excel-bestanden staat vermeld welke entiteit voor een specifieke vlucht heeft betaald. Equilib heeft verder verwezen naar de overgelegde
screenshotsvoor specifieke vluchten voor de verschillende achterliggende partijen en heeft daarbij een toelichting gegeven. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database. Zij stelt verder dat de rechtspersonen N.V. Organon en Diosynth B.V., die luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen in de relevante periode, via een serie van juridische fusies zijn opgegaan in MSD B.V. Intervet en Sentipharm zijn dochterondernemingen van MSD B.V.
screenshotsvan de) Excel-bestanden alsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn. Verder volgt uit de overgelegde e-mails slechts dat Excel-bestanden zijn verstrekt aan Claims Funding Europe Ltd, de
litigation fundervan Equilib.
air waybillen/of factuur over te leggen, mits zij die omissie compenseert door haar stellingen op een andere wijze te onderbouwen. Wat zij wel gedaan heeft is voor elk van deze drie partijen, aan de hand van de gegevens uit de overzichten van de
freight forwarders,een concrete luchtvrachtvervoersdienst beschrijven met vermelding van luchtvaartmaatschappij, AWB-nummer, plaatsen van vertrek en bestemming en de datum waarop de vlucht is uitgevoerd. Daarbij heeft zij per achterliggende partij ook uitgelegd uit welke gegevens volgens haar blijkt dat de betreffende luchtvrachtvervoersdienst voor rekening van de betreffende achterliggende partij is uitgevoerd. Wat betreft MSD B.V. gaat het om een vlucht waarvan de kosten zijn betaald door N.V. Organon dat, zoals door de luchtvaartmaatschappijen niet is betwist, na een serie juridische fusies, in 2013 is opgegaan in (de cedent) MSD B.V. De luchtvaartmaatschappijen konden gelet op deze door Equilib gegeven toelichting niet volstaan met hun algemene betwisting, zodat Equilib voor dit moment voldoende heeft onderbouwd dat elk van de drie genoemde achterliggende partijen in de relevante periode ten minste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen.
screenshotvan het ERP-systeem van een
freight forwarder(document Mitsubishi 3).
freight forwarderheeft verkregen. Het aan de hand van deze gegevens in september 2012 aangeleverde Excel-bestand beslaat de periode december 1999-februari 2006, en daarin zijn zendingen opgenomen met gedetailleerde informatie als de datum, het (M)AWB-nummer, de luchtvaartmaatschappij, de vertrekluchthaven, de aankomstluchthaven, het aantal stuks, het gewicht en de totale kosten. Het
screenshotbevat gegevens van een specifieke, door Mitsubishi Motors Europe B.V. (hierna ook: Mitsubishi) afgenomen en betaalde luchtvrachtvervoersdienst, waarbij een toelichting wordt gegeven. Verder is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshotalsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn. Uit het overgelegde screenshot blijkt dat bij de door Equilib beschreven specifieke transactie Mitsubishi is aangemerkt als “
consignee” (ontvanger) van de beweerdelijke luchtvrachtvervoersdienst. Het is daarmee geenszins zeker dat Mitsubishi deze luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen. Bovendien komt deze luchtvrachtvervoersdienst voor in het door de luchtvaartmaatschappijen bij hun akte van 16 december 2020 gedeelde document genaamd “
Unverifiable and Unmatched Records”. De luchtvaartmaatschappijen kunnen het bestaan van deze luchtvrachtvervoersdienst dus niet zelf verifiëren.
air waybillen/of factuur over te leggen. Zij kan die omissie compenseren door haar vordering op een andere manier te onderbouwen. Equilib heeft in haar akte verstrekking gegevens, aan de hand van gegevens ontvangen van de door Mitsubishi voor alle
“westbound” vracht ingeschakelde
freight forwarderHankyu-Hanshin Express, een concrete luchtvrachtvervoersdienst beschreven. Daarbij heeft zij gegevens verstrekt waaronder het AWB-nummer,
chargeable weight, luchtvaartmaatschappij en aankomst- en vertrekluchthaven. Ook heeft zij gesteld dat de dienst aan Mitsubishi is gefactureerd voor een bedrag van € 3.299,83 inclusief brandstoftoeslag. Dit laatste is door de luchtvaartmaatschappijen niet (voldoende gemotiveerd) betwist; de enkele opmerking dat het feit dat Mitsubishi de
consigneewas niet betekent dat zij de dienst ook heeft afgenomen volstaat daartoe niet in het licht van de gedetailleerde stellingen van Equilib. Equilib heeft dus voor dit moment haar stelling dat Mitsubishi tenminste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen in de relevante periode voldoende onderbouwd.
screenshotvan het Excel-bestand (document NEC Display Solutions 2).
screenshotbevat onder meer een luchtvrachtvervoersdienst met KLM voor een transport van Hong Kong naar Maastricht op 2 februari 2004 onder vermelding van het AWB-nummer. Uit de eerste kolom volgt dat NEC Display Solutions Europe GmbH de “
paying party”was. Verder is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshotalsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn.
freight forwarders(documenten Nokia 3 tot en met 6);
screenshotvan een Excel-bestand met gegevens over volgens Equilib door Nokia via
freight forwardersafgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (document Nokia 9).
freight forwardersom informatie heeft verzocht, maar dat zij aangaven niet te kunnen of te willen meewerken. Document 6 bevat een overzicht van de totale bedragen per jaar die de
freight forwarderWaco aan Nokia in rekening heeft gebracht. Verder bevatten documenten 7 en 8 weinig details. Document 9 bevat een
screenshotvan data uit de interne administratie met details over de jaren 2008-2010, waaruit blijkt dat de
freight forwardershoofdzakelijk vanuit locaties in Finland diensten aan Nokia Corporation hebben geleverd. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
“Ondanks de vele inspanningen heeft Nokia, met behulp van Equilib en FRA, geen details van afgenomen luchtvracht kunnen achterhalen”.Bovendien kan uit de overgelegde e-mails niet worden afgeleid dat Nokia Corporation luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen.
freight forwardersspeciaal voor (fabrieken van) Nokia bepaalde vrachtroutes hebben opgezet. Ook stelt zij dat uit een studie van een studie van een student aan de MIT Sloan School of Management zou blijken dat
“Nokia has traditionally relied on air freight as the primary means of transporting goods from factories to customers (…) Nokia pays for the cost of transporting finished goods from its factories to consumer destinations”.Deze stellingen zijn echter te algemeen in het licht van de opdracht van de rechtbank en de betwisting door de luchtvaartmaatschappijen. De rechtbank begrijpt ook niet waarom het niet mogelijk was om met betrekking tot ten minste één specifieke luchtvrachtvervoersdienst een nadere toelichting en concrete, verifieerbare gegevens te verstrekken. De gegevens in de overgelegde Excel-bestanden moeten toch ergens vandaan komen? Equilib heeft in dit verband ook niet aan haar wegwijsverplichting voldaan.
freight forwarder,de
originen de
destination, het
chargeable weight, de totale kosten, het MAWB-nummer, de naam van de luchtvaartmaatschappij en het jaartal bevat. Verder is op basis van de documenten 10, 11 en 12 (afkomstig uit eigen SAP systemen) aannemelijk dat Novartis Vaccines & Diagnostics s.r.l. (voor circa € 2,4 miljoen) en Novartis Vaccines & Diagnostics Germany luchtvrachtdiensten hebben afgenomen. Voor Novartis Vaccines & Diagnostics (UK) Ltd verwijst Equilib naar productie 13. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshotvan een aantal geselecteerde afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten uit het Excel-bestand (document Novozymes 3).
screenshotbevat onder meer een luchtvrachtvervoersdienst voor een transport van Denemarken naar de Verenigde Staten in december 2005 onder vermelding van het AWB-nummer. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshotspecifiek voor deze procedures opgesteld door de achterliggende partijen zelf en blijkt nergens uit dat de gegevens afkomstig zijn uit bijvoorbeeld de administratie van een
freight forwarder.Bovendien blijkt uit document Novozymes 1 slechts dat een ‘
data request template’ is aangeleverd bij Claims Funding International. Voorts heeft Equilib ten aanzien van Novozymes North America Inc. geen concrete stellingen ingenomen of stukken overgelegd.
freight forwarder(document Bekaert 2);
freight forwardersverstrekte gegevens over afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (documenten Bekaert 3, 4, 6, 7, 8, 10 en 11);
customer’ zijn vermeld op het tabblad, dat van de daarin opgenomen outbound transacties. 2407 van de 2494 regels zien op een vlucht met vertrek vanuit België of Nederland en dat er is gevlogen met verschillende luchtvaartmaatschappijen waaronder KLM. Onder meer het bestand ‘
Statistics Harthrodt’in document 6 bevat details van luchtvrachtvervoersdiensten geleverd aan NV Bekaert SA, waaronder details van een vlucht met Cargolux van Brussel via Luxemburg naar Hong Kong, onder vermelding van het AWB-nummer.
freight forwarderKN – in het geding gebracht, maar zij heeft verzuimd voor ten minste één luchtvrachtvervoersdienst aan de hand van die stukken te concretiseren dat die in de betreffende periode is afgenomen door N.V. Bekaert SA zelf (en bijvoorbeeld niet een derde, die geen cedent is). Dat die entiteit zou voorkomen op het tabblad “
customer” van een door KN opgesteld Excel-overzicht is daartoe, in het licht van de betwisting door de luchtvaartmaatschappijen, niet voldoende. De slotsom is dat de vorderingen van N.V. Bekaert SA en haar dochtermaatschappijen Bekaert Combustion Technology B.V., Bekintex N.V., Bekaert Advanced Coatings N.V. en Bekaert Advanced Filtration SA (om verschillende redenen) afvallen respectievelijk niet worden toegelaten voor het vervolg van deze procedure.
litigation fundervan Equilib.
origin, de
destinationen de freight forwarder. In de overgelegde verklaring wordt bevestigd dat deze data zien op luchtvrachtvervoersdiensten die zijn betaald door Omron Europe B.V. en wat de bron is van de verstrekte data. Omron Europe B.V. ontving van de
freight forwarderverzamelfacturen voor afgenomen luchtvracht, die gedetailleerde informatie per zending bevatten, zoals het vluchtnummer. Verder is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
freight forwarderExpeditors International (document Parker Hannifin 1);
freight forwarderverstrekte gegevens over afgenomen luchtvrachtdiensten (document Parker Hannifin 2);
freight forwarderSchenker (document Parker Hannifin 3);
freight forwarderverstrekte gegevens over afgenomen luchtvrachtdiensten (document Parker Hannifin 4);
fuel surcharge. De als documenten 5 t/m 13 overgelegde documenten bevatten selecties van vluchten uit de Excel-bestanden voor Parker Hannifin Corporation, Parker Hannifin OY, Parker Hannifin AS, Parker Hannifin AB, Parker Hannifin GmbH, Parker Hannifin (UK) Limited, Parker Hannifin France (SAS), Parker Hannifin (Espana) S.A. en Parker Hannifin B.V., waarvan de eerste drie genoemde entiteiten daarin als betalende partij zijn vermeld. Omdat de gedetailleerde data niet volledig is, valt niet uit te sluiten dat de andere achterliggende partijen ook (indirect) luchtvrachtdiensten hebben afgenomen.
litigation fundervan Equilib. Hieruit valt niet op te maken dat de gegevens in deze bestanden zien op door de cedenten afgenomen diensten. Bovendien heeft Equilib ten aanzien van 54 entiteiten geen specifieke stellingen ingenomen of stukken overgelegd.
fuel surcharge. Dit betreft de volgende achterliggende partijen):
screenshotvan het tabblad Kenia zoals opgenomen in Document Paul Michel 1 (document Paul Michel 3).
screenshotziet op een vlucht met KLM van Kenia naar Frankrijk onder vermelding van het AWB-nummer, het aantal dozen en de totale kosten. Verder stelt zij dat uit aanvullende producties van de luchtvaartmaatschappijen volgt dat “Paul Michel” in 38 transacties als ‘
shipper’ en in 369 transacties als “
consignee” is opgenomen. Er is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshoten het Excel-bestand alsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database op de zoekterm “Paul Michel” onvoldoende zijn. Verder staat in de overgelegde e-mail slechts dat Paul Michel SA stelt dat zij gebruik heeft gemaakt van luchtvrachtvervoersdiensten in de jaren 1999-2006 en is daarvan een overzicht verstrekt.
freight forwarderPanatlantic SA (document Profile Flowers 4);
screenshotmet geaggregeerde data (document RD Produce 2);
‘prepaid’op die AWB.
freight forwarderSchenker Deutschland afkomstige als document 5 overgelegde factuur voldoende blijkt dat Rehau GmbH in de relevante periode zelf tenminste één luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen. Ook de rechtbank is van oordeel dat Equilib deze vordering conform de opdracht van de rechtbank voor dit moment voldoende heeft onderbouwd, nu zij met betrekking tot ten minste één specifieke luchtvrachtvervoersdienst concrete verifieerbare informatie heeft verstrekt waaruit kan worden afgeleid dat die is afgenomen in de relevante periode door deze achterliggende partijen.
freight forwardersverstrekt Excel-bestand met gegevens over afgenomen luchtvrachtdiensten (document Saab 2).
freight forwardersverstrekte Excel-bestanden met gegevens over afgenomen luchtvrachtdiensten (documenten SABIC 8, 9 en 10).
freight forwardersverstrekte documenten 9 en 10 bevatten gedetailleerde informatie van luchtvracht afgenomen door onder meer SABIC Innovative Australia Pty Ltd, SABIC Innovative Plastics South America – Industria e Comercio de Plasticos Ltda, SABIC Innovative Plastics India Private Limited, SABIC Innovative Plastics (China) Co. Ltd, SABIC Innovative Plastics B.V. en SABIC Innovative Plastics Japan LLC. Verder is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
litigation fundervan Equilib.
datasheet(Excel-bestand) met gegevens over afgenomen luchtvrachtcument Schaffner 1);
litigation fundervan Equilib.
datasheet(Excel-bestand) met gegevens over afgenomen luchtvrachtdiensten (document SUN Microsystems 2).
datasheetalle data is die Sun Microsystems kon terugvinden en dat dit bestand details bevat voor de jaren 2006-2008 over de
freight forwarder,de plaats van herkomst en de bestemming, omschrijving van de goederen, het
chargeable weighten de totale kosten. Op basis van dit bestand zelf is niet vast te stellen welke van de drie achterliggende partijen heeft betaald voor de luchtvrachtvervoersdienst. Verder is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
litigation fundervan Equilib.
freight forwarderPanalpina (document Syngenta 2);
freight forwarderPanalpina (document Syngenta 3);
datasheet(Excel-bestand) met gegevens over afgenomen luchtvrachtdiensten door Syngenta Seeds B.V. van
freight forwarderKDS (document Syngenta 6);
datasheetvan KDS (document Syngenta 7).
freight forwarder, waarop informatie over luchtvracht en kosten staat. Steeds wordt op die facturen per zending vermeld wat het AWB-nummer is, het gewicht, de vluchtdatum, de verzender, de ontvanger en de totaalprijs. Document 2 betreft een factuur van 28 november 2003 voor enkele tientallen luchtvrachtzendingen, waaronder een zending naar Indonesië met Singapore Airlines op 3 november 2003 onder vermelding van het AWB-nummer, het gewicht en de kosten. Voor Syngenta Chemicals B.V. kon geen factuur worden achterhaald, maar aannemelijk is dat zij ook voor luchtvracht heeft betaald omdat zij onderdeel uitmaakte van de Crop Protection Business groep. Documenten 4 en 5 zien op het vergaren van data ten aanzien van Syngenta Seeds B.V. Document 6 is verkregen van een
freight forwarderen ziet op 1804 zendingen tussen maart 2005 en 31 december 2006, met gedetailleerde informatie als het (M)AWB-nummer, de vertrekluchthaven, de aankomstluchthaven, het aantal stuks, het gewicht, de vluchtdatum, de totale kosten, de brandstoftoeslag en de ontvanger alsmede de toepasselijke Incoterm, waarbij Syngenta Seeds B.V. steeds betaalt voor het vervoer. Document 7 bevat onder meer een vlucht met KLM van Nederland naar Turkije op 22 december 2005 onder vermelding van het AWB-nummer, het gewicht en de kosten, waarvan een bedrag aan brandstoftoeslag. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
“Syngenta Supply AG, Syngenta Crop Protection AG en Syngenta Chemicals BV gezamenlijk voor bijna USD 41 miljoen aan luchtvrachtvervoersdiensten hebben afgenomen en Syngenta Seeds BV voor circa EUR 3 miljoen”. In de voor Syngenta Crop Protection AG als document 2 overgelegde factuur ontbreekt informatie over de gevlogen route. Verder volgt uit de overgelegde e-mails slechts dat Syngenta een Excel-bestand heeft verstrekt aan Claims Funding Europe Ltd., de
litigation fundervan Equilib.
freight forwarderAltrex Air B.V. (document Teijin Aramid 6).
freight forwarder. Zij contracteerde rechtstreeks met de luchtvaartmaatschappijen. Disselkoers Airfreight heeft de kosten intern doorbelast aan de betreffende groepsmaatschappij waarvoor luchtvracht werd uitgevoerd. Voor de overige cedenten is getracht om tenminste één AWB te vinden, liefst in combinatie met CASS factuur en een factuur van Disselkoers Airfreight B.V., maar dat is niet gelukt omdat deze documenten niet bij elkaar bewaard werden. Voor de volgende cedenten zijn documenten overgelegd waaruit blijkt dat zij ten minste een luchtvrachtvervoersdienst hebben afgenomen:
chargeable weighten kosten (incl. brandstof-toeslag);
shipperzijn aangemerkt, hetgeen erop duidt dat deze achterliggende partijen voor de betreffende luchtvrachtvervoersdiensten hebben betaald. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
freight forwarderopereert en dat zij de luchtvrachtkosten altijd intern heeft doorbelast. Dat betekent dat zij feitelijk zelf geen luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen en zelf dus ook geen schade heeft geleden. Dit volgt ook uit de vermelding op de overgelegde AWB’s van de betreffende achterliggende partij (en niet C. Disselkoers Airfreight B.V.) als
shipper. Niet is aangetoond dat de kosten daadwerkelijk intern zijn doorbelast. Voor J.H. Wagenaar B.V. zijn in het geheel geen specifieke stellingen ingenomen of stukken overgelegd.
shipper’ zijn aangemerkt is daartoe onvoldoende. Met betrekking tot Boers Holland B.V. zijn geen stukken overgelegd waaruit de afname van ten minste één luchtvrachtvervoersdienst blijkt.
Initial Airfreight Info(document Guardian 2);
screenshotvan het als document Guardian 3 overgelegde Excel-bestand (document Guardian 7).
freight forwardersgebruik gemaakt in de relevante periode. Van
freight forwarderHiggs heeft zij gegevens heeft gekregen met betrekking tot afgenomen luchtvrachtdiensten. De overgelegde Excel-bestanden beslaan de jaren 1999-2006 en bevatten zendingen met informatie als de datum, het AWB-nummer, het gewicht en de aankomstluchthaven. Document 7 bevat onder meer details over een factuur voor een vlucht met British Airways op 5 januari 2001 vanuit waarschijnlijk Londen, mogelijk Lille, naar Gibraltar, met British Airways en met vermelding van het MAWB-nummer 125-85783106. Verder is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
freight forwarders.
freight forwarderniet langer actief is. De overgelegde factuur ziet op vervoer van Bogota naar Amsterdam en specificeert de luchtvaartmaatschappij en het AWB-nummer.
shipperdan wel de
consigneeen het
chargeable weight.
freight forwarderTransWorld Forwarding Inc. de route, de luchtvaartmaatschappij, een AWB-nummer en de vracht, maar de
shippperen de
consigneeontbreken.
litigation fundervan Equilib. Nu Equilib zelf heeft erkend dat niet is onderbouwd dat Umicore France S.A. luchtvrachtvervoersdiensten heeft afgenomen, valt zij reeds om die reden af.
air waybillen/of factuur over te leggen.
freight forwardersUnilever samenwerkte in de relevante periode, welke data zij van deze partijen heeft ontvangen en wat de
spendis van Unilever bij deze
freight forwarders(document Unilever 1);
freight forwardersmet wie Unilever toentertijd samenwerkte en dat deze de periode 2008-2010 beslaan. Gezien de activiteiten van deze multinationale onderneming is zeer aannemelijk dat zij (ook) in de relevante periode veelvuldig gebruik heeft gemaakt van luchtvracht. Ook al kan niet worden vastgesteld welke achterliggende partij welke luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen, vast staat dat de Unilever-groep schade heeft geleden als gevolg van het kartel. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
datasheetsmet data over de periode 2008-2010 en de stelling dat het aannemelijk is dat Unilever in de relevante periode dus ook vergelijkbare uitgaven aan luchtvracht had is verregaand onvoldoende. Het betreft de volgende achterliggende partijen:
freight forwarderTotal Touch Cargo Holland B.V. (document Van Beek Bloemen 1) overgelegd.
fuel surchargevan USD 424,60. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
shipperen de kosten niet zijn vermeld. Het enkele feit dat Van Beek Bloemen als ‘
consignee’ is vermeld is zonder nadere toelichting onvoldoende. Hetzelfde geldt voor de vermelding op de factuur van
’warehouse charges Nairobi’.
consignee’ staat op de AWB ‘Florist Center C/O G. van der Deijl Noordwijk B.V.’ vermeld en dat G. van der Deijl Noordwijk B.V. (thans Van der Deijl Beheer) verantwoordelijk was voor de afhandeling van de luchtvracht, inclusief betaling van de kosten.
collect’. Dit betekent volgens de luchtvaartmaatschappijen dat de
consigneebetaalt – en als
consigneestaat ‘Florist Center’. Wat betreft de als productie 18 overgelegde AWB erkennen de luchtvaartmaatschappijen dat deze luchtvracht is betaald door Van der Deijl Beheer. Deze luchtvrachtvervoersdienst heeft echter plaatsgevonden vóór de overgang van de bedrijfsactiviteiten van Van der Deijl Beheer op Van der Deijl Roses. De luchtvaartmaatschappijen stellen dat Equilib niet heeft aangetoond dat de vermeende vorderingen van Van der Deijl Beheer middels de activa-passivatransactie zijn overgegaan op Van der Deijl Roses.
eenVan der Deijl-vennootschap een luchtvrachtvervoersdienst heeft afgenomen (en betaald), maar niet welke.
screenshotvan het Excel-bestand (document Van Oord 3).
datasheetsmet details en facturen uit 2005 en 2006 heeft ontvangen. Het Excel-bestand, dat Van Oord Shipmanagement B.V. van haar
freight forwarderheeft ontvangen, ziet op de jaren 2003-2006 met daarin gedetailleerde data als de datum, het AWB-nummer, de plaats van vertrek en aankomst, het gewicht, de luchtvrachtkosten en de
surcharges.Equilib verwijst verder naar het overgelegde
screenshot met daarop een vlucht van Deutsche Lufthansa van Amsterdam naar Caracas op 31 augustus 2005 met vermelding van het AWB-nummer. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshotvan het) Excel-bestand en een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn. Bovendien volgt uit de overgelegde e-mails slechts dat een Excel-bestand is verstrekt aan de
litigation fundervan Equilib.
freight forwarder, maar verzuimd aan te wijzen welke (passages in die) documenten/welke data zien op welke luchtvrachtvervoersdienst(en) – of, zoals de opdracht luidt: op één concrete luchtvrachtvervoersdienst die door Van Oord Shipmanagement B.V. is afgenomen. De rechtbank acht dit – in het licht van de specifieke opdracht – onvoldoende.
screenshotsvan het voormalige ERP-systeem met gegevens over afgenomen luchtvrachtvervoersdiensten (documenten Van Rijn 3 en 4).
screenshotsis te zien dat de data in 2004 is ingevoerd en sindsdien niet meer is gewijzigd. Bovendien is sprake van een succesvolle koppeling met de BRG Database.
screenshotsvan het overgelegde voormalige ERP-systeem alsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn.
screenshotvan het Excel-bestand (document Warnaco 2).
screenshotalsmede een succesvolle koppeling met de BRG Database onvoldoende zijn. Verder heeft Equilib voor Warnaco Incorporated geen specifieke stellingen ingenomen of stukken overgelegd en wordt alleen Warnaco B.V. in de overgelegde documenten als ‘
consignee’ genoemd.
5.De beslissing
27 en 28 juni 2023,