Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 augustus 2022 (hierna: het tussenvonnis),
- de korte notitie van het IJI van 19 januari 2023,
- de reactie daarop van MTB van 24 januari 2023,
- de reactie op beide voorafgaande stukken van Heineken c.s. van 26 januari 2023,
- de verdere mailwisseling van de kant van MTB (1 februari) en Heineken c.s. (2 februari).
2.De beoordeling
Het onderzoek door het IJI
“De rechtbank is - evenals partijen - van oordeel dat de vorderingen van MTB op grond van art. 3 lid 1 WCOD worden beheerst door Grieks recht.”De vraagstelling ziet dan ook op de uitleg van artikel 35 GCA. Het IJI heeft in de korte notitie vermeld dat de Richtlijn ook in Nederland is geïmplementeerd, maar de rechtbank begrijpt daaruit niet dat het IJI beoogt buiten de vraagstelling te treden. Naar partijen terecht opmerken is de vraagstelling geheel gericht op het Griekse recht. Omdat Griekenland lid is van de EU zal het Europese recht daarbij echter mede van belang zijn.
Zo nee, waar en hoe is artikel 9 van de Schaderichtlijn dan geïmplementeerd, welke keuzes zijn daarbij gemaakt en hoe verhoudt die bepaling zich tot artikel 35 GCA?
- met betrekking tot welk standpunt van partijen dan wel met betrekking tot welk van de door het IJI te beantwoorden vragen de rechtsbron relevant is,
Het is niet de bedoeling dat partijen in dit stuk een nadere toelichting op hun standpunt geven en het is evenmin de bedoeling dat partijen op elkaar reageren. Als dat toch gebeurt mag de deskundige dat negeren.
Wel zullen partijen op het aan de rechtbank uitgebrachte rapport commentaar mogen leveren doordat zij elk gelijktijdig daarover een akte mogen nemen. De zaak zal voor deze akte nadat het rapport van het IJI is ontvangen door de rechtbank naar de rol worden verwezen op een termijn van vier weken.
3.De beslissing
22 maart 2023voor het nemen van een akte door beide partijen, uitsluitend over de voorgestelde aanvulling van de vraagstelling zoals vermeld onder 2.7, waarna bij vonnis zal worden beslist over de voortgang van het deskundigenbericht,
22 maart 2023de deskundige en de rechtbank een bericht dienen te sturen als bedoeld onder 2.9 en 2.11; bij gebreke van een bericht als bedoeld onder 2.9 zullen de door hen ingediende rechtsbronnen in het onderzoek van de deskundige buiten beschouwing mogen worden gelaten,