In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 9 december 2022, in de zaak tussen eiseres, een alleenstaande vrouw met Iraanse nationaliteit en statushouder, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen, wordt de aanvraag van eiseres voor bijzondere bijstand voor verhuis- en inrichtingskosten beoordeeld. Eiseres had bijzondere bijstand aangevraagd voor de huur voor de maand juli 2021, nadat verweerder eerder bijzondere bijstand had toegekend voor de maand juni 2021. De rechtbank oordeelt dat het besluit van verweerder om geen bijzondere bijstand voor de huur van juli 2021 toe te kennen, in overeenstemming is met het buitenwettelijk begunstigend beleid. De rechtbank toetst dit beleid terughoudend en concludeert dat eiseres geen recht heeft op de gevraagde bijstand voor de huur van juli 2021. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat verweerder ten onrechte bedragen in mindering heeft gebracht op de overbruggingskosten die aan eiseres zijn toegekend. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het de hoogte van de inhoudingen op de overbruggingskosten betreft en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Eiseres krijgt ook een vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht terugbetaald.