Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
parket van de procureur des Konings Antwerpen, afdeling Turnhout(België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
beschikkingvan de Raadkamer Antwerpen van 3 juli 2017, waarbij internering op tegenspraak werd bevolen en van een
vonnisvan de Kamer tot Bescherming van de Maatschappij (KBM) van Antwerpen van 15 februari 2022, waarbij de voorlopige invrijheidsstelling werd herroepen.
4.Strafbaarheid
public statement concerning Belgiumvan het CPT van 13 juli 2017 [7] en naar brieven van de Belgische advocaat Segers, die gespecialiseerd is in interneringszaken. Daaruit blijkt onder meer blijkt dat de wachttijden voor plaatsing in een FPC (te) lang zijn. Bovendien is er in deze zaak – in tegenstelling tot in andere gevallen – geen garantie afgegeven dat de opgeëiste persoon binnen vier maanden naar een FPC zal worden overgeplaatst. Omdat de kans bestaat dat de opgeëiste persoon langer dan vier maanden in [plaatsnaam] zal verblijven en in [plaatsnaam] geen juiste zorg kan worden verleend, levert dat een schending van zijn grondrechten op. De raadslieden verzoeken daarom de overlevering op grond van artikel 11 OLW te weigeren.
Aranyosi en Căldăraruvan het Hof van Justitie van Europa (hierna: HvJ EU). [8]
statementvan het CPT is van 2017 en ook de overige arresten van het EHRM waar de raadslieden naar verwijzen zijn een aantal jaar oud. Die gegevens kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangemerkt als naar behoren bijgewerkte gegevens, zodat de rechtbank op basis daarvan geen actueel algemeen reëel gevaar op een onmenselijke of vernederende behandeling kan aannemen.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
parket van de procureur des Konings Antwerpen, afdeling Turnhout(België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.