Verzoek met betrekking tot het verhoor van de partner van de kroongetuige
9. De rechtbank heeft bij beslissing van 29 september 2020het verzoek van de verdediging van verdachten [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7] en [verdachte 8] om de partner van de kroongetuige te horen toegewezen. De onderwerpen van dat toegewezen verhoor zijn: de telefoons die de kroongetuige (mogelijk) in zijn cel heeft gehad in 2017 en haar wetenschap met betrekking tot de betrokkenheid van de kroongetuige bij de feiten uit de zaaksdossiers Roos/Doorn.
10. Op de regiezitting van 16 april 2021 heeft de verdediging van verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] en [verdachte 3] de rechtbank verzocht te bepalen dat de partner van de kroongetuige mag worden ondervraagd over de
inhoudvan de door hem gebruikte iPhone. Op deze regiezitting is eenzelfde verzoek gedaan door de verdediging van verdachten [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] en [verdachte 7] . Andere raadslieden hebben zich toen bij dat verzoek aangesloten. De rechtbank heeft deze verzoeken – en de verzoeken van de andere raadslieden om bij dat verhoor te mogen aansluiten afgewezen.
11. In haar beslissing van 14 januari 2022heeft de rechtbank overwogen dat de kroongetuige inmiddels (op de terechtzitting van 22 september 2021) is verhoord over algemene onderwerpen, waaronder over de inhoud van berichten uit de iPhone en dat de rechtbank zich voorstelde dat op de eerstvolgende regiezitting een eventueel debat zou kunnen plaatsvinden over de vraag of de partner van de kroongetuige ook over de
inhoudvan de iPhone bevraagd zou mogen worden. Op 1 maart 2022 heeft die regiezitting plaatsgevonden. Op de regiezitting van 1 maart 2022 heeft de verdediging van verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] en [verdachte 3] geen zelfstandig verzoek gedaan tot het horen van de partner van de kroongetuige, noch is aangesloten bij het verzoek van de verdediging van verdachte [verdachte 7] om deze getuige ook te mogen horen over de
inhoudvan de iPhone. De verdediging van verdachte [verdachte 9] heeft zich wel aangesloten bij dit verzoek.
12. Bij beslissing van 23 maart 2022heeft de rechtbank bepaald dat de partner van de kroongetuige over de twee eerder toegewezen onderwerpen (zie onder 9.) zal worden gehoord door de rechter-commissaris in de zaken van verdachten [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7] en [verdachte 8] , zoals de rechtbank op 29 september 2020 heeft beslist. Het verzoek om deze getuige over de inhoud van de iPhone te mogen horen is afgewezen omdat de verdediging van [verdachte 7] dit slechts heeft onderbouwd met de stelling dat het belang wel voldoende zou zijn gebleken uit de inhoud van de berichten. Deze motivering schiet in het licht van de daaraan te stellen eisen tekort.
Verzoek van de verdediging
13. Op de terechtzitting van 22 april 2022 heeft de verdediging van verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] en [verdachte 3] verzocht de partner van de kroongetuige te mogen horen omtrent de twee, bij beslissing van 29 september 2020, eerder toegewezen onderwerpen. Daarnaast is gevraagd deze getuige ook te kunnen horen over haar contacten met de kroongetuige in relatie tot onderwerpen als diens uitspraken en iPhone-berichten tegenover deze getuige over:
“o.a. de onderhandelingen met het openbaar ministerie in het kader van diens status als kroongetuige;
het verkrijgen van inzage in PGP berichten door de kroongetuige van het openbaar ministerie in verschillende stadia van diens contacten met justitie en de onderhandelingen over de bedreigde straf;
alsmede in het kader van de communicatie met telefoons, die buiten het zicht van het openbaar ministerie zou hebben plaats gevonden;
voorts zijn nog andere onderwerpen relevant voor de verdediging bij het bevragen van deze getuige in het licht van de betrouwbaarheid van de uitspraken van de kroongetuige en de mogelijkheid van beïnvloeding, die ongecontroleerde contacten van de kroongetuige op diens verklaringen heeft kunnen plaats vinden;
zoals ook het bevragen van deze getuige over de onder de kroongetuige in detentie in beslag genomen goederen, zoals vermeend een dongel, welke goederen zouden zijn terug gegeven. zij kan een rol bij die teruggave hebben gespeeld.”
14. De rechtbank toetst het verzoek om de partner van de kroongetuige ook te horen over haar contacten met hem in relatie tot de hiervoor genoemde onderwerpen aan de maatstaf van het verdedigingsbelang, zoals al uitvoerig uiteen is gezet in haar beslissing van 23 maart 2022. De rechtbank stelt vast dat de verdediging in het huidige verzoek slechts een opsomming heeft gegeven van onderwerpen waarover zij de getuige wil bevragen. Enige onderbouwing van het verdedigingsbelang is niet gegeven. Het verdedigingsbelang is zonder de onderbouwing ook niet evident. Daarom wordt dit verzoek door de rechtbank afgewezen.
15. De verdediging heeft evenmin onderbouwd welk belang zij heeft bij de bevraging van de getuige over de onderwerpen, toegewezen bij de beslissing van de rechtbank van 29 september 2020, te weten: de telefoons die de kroongetuige (mogelijk) in zijn cel heeft gehad in 2017 en haar wetenschap met betrekking tot de betrokkenheid van de kroongetuige bij de feiten uit de zaaksdossiers Roos/Doorn.
16. De rechtbank zal dit onderdeel van het verzoek echter toewijzen om de navolgende redenen. De getuige zal binnen afzienbare tijd over deze onderwerpen worden gehoord en de rechtbank heeft ook de verdediging van verdachte [verdachte 9] toegestaan zich (alsnog) bij dit getuigenverhoor aan te sluiten, omdat de raadsman in de veronderstelling verkeerde zich bij alle onderdelen van dit getuigenverhoor te hebben aangesloten. Uit de standpunten van de verdediging van verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] en [verdachte 3] leidt de rechtbank af dat zij ook in die veronderstelling verkeerde. De fase vóór het requisitoir in het onderzoek Marengo loopt ten einde en alles afwegend acht de rechtbank het om proceseconomische redenen wenselijk de verdediging van verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] en [verdachte 3] ook de gelegenheid te bieden bij dit verhoor aan te sluiten.
17. De rechtbank merkt tot slot nog op dat de verdediging van verdachte [verdachte 7] het oorspronkelijke verzoek, leidend tot de beslissing van de rechtbank van 29 september 2020, heeft ingetrokken. Het indertijd aangenomen verdedigingsbelang bij het horen van deze getuige over genoemde twee onderwerpen is echter niet veranderd. De destijds gegeven motivering van de verdediging van verdachte [verdachte 7] is het kader van het getuigenverhoor bij de rechter-commissaris. Een andere motivering is door geen van de andere verdedigingen aangevoerd.
18. Kort samengevat gaat het dan om het volgende:
A. telefoons (mogelijk) in de cel van verdachte [verdachte 10] in 2017
- heeft verdachte [verdachte 10] (in 2017) beschikt over een andere/tweede PGP-toestel, en zo ja, is deze wellicht via de getuige naar binnen gebracht?
- welke communicatiemiddelen heeft verdachte [verdachte 10] in december 2017 tot zijn beschikking gehad?
- heeft verdachte [verdachte 10] in december 2017 vanuit detentie met een tweede PGP-toestel contact opgenomen met verdachte [verdachte 7] ?
Het voorgaande (mede) in het licht van de vraag of verdachte [verdachte 10] enige bemoeienis heeft gehad met de aanslag op verdachte [verdachte 7] in de nacht van 17 op 18 december 2017, in het bijzonder of verdachte [verdachte 10] hem vanuit detentie in de val heeft gelokt, zoals door verdachte [verdachte 7] is gesteld.
Heeft de getuige enige wetenschap over de betrokkenheid van verdachte [verdachte 10] in de onderzoeken Roos en Doorn?
19. De bevraging van de getuige over deze onderwerpen kan wellicht mede licht werpen op het wel of niet aannemelijk zijn van de door verdachte [verdachte 10] gestelde vertrouwensrelatie tussen hem en verdachte [verdachte 7] , die dat betwist.
20. Met inachtneming van het voorgaande wordt het verzoek om de getuige over deze twee onderwerpen te horen toegewezen.