Uitspraak
Verzoek tot voeging geluidsdrager en zeven gespreksverslagen uit Rotonde
Verzoek met betrekking tot onderzoek meineed kroongetuige
“De rechtbank ziet vanwege de precaire aard van de berichten wel aanleiding te bepalen dat de inzage op de huidige wijze niet langer duurt dan strikt noodzakelijk in het kader van het voeren van een adequate verdediging en zal daarom bepalen dat de huidige wijze van inzage nog voortduurt tot 1 december 2021. De rechtbank is van oordeel dat deze termijn voldoende gelegenheid biedt aan de verdediging om na te gaan of zich in de inzageset nog berichten bevinden die zij aan het dossier toegevoegd wenst te zien. Na die periode zou inzage in de berichten op het politiebureau moeten kunnen volstaan.”De rechtbank stelt vast dat de verdediging de termijn van 1 december 2021 heeft laten verstrijken zonder dat binnen die termijn gemotiveerd om verlenging is verzocht. De berichten zijn inmiddels van het MacBook verwijderd. De verdediging heeft geen concreet argument aangevoerd dat in de zaken van verdachten de termijn te kort was voor het voeren van een adequate verdediging. Het verzoek wordt daarom afgewezen. De rechtbank wijst erop dat de berichten nog steeds op het politiebureau en de inzagelaptops in de Extra Beveiligde Inrichting (hierna: EBI) kunnen worden ingezien.
liaison officerdat op 10 november 2021 bij de rechter-commissaris heeft plaatsgevonden. Samengevat wordt verzocht:
- Het Openbaar Ministerie aan te doen geven waarom het functioneren van een andere
- Aan de verdediging te doen toekomen kopieën van de vele politiële rechtshulpverzoeken waar de
- De ‘andere’
- De reeds gehoorde
- De rechercheur(s) die verantwoordelijk is/zijn voor het verstrekken van persberichten en andere informatie ter terechtzitting als getuige op te roepen;
- De ontbrekende acht pagina’s in het proces-verbaal JM2723 van verbalisant [verbalisant] (eventueel geanonimiseerd) aan de verdediging ter kennis te brengen ter eventuele voeging in het dossier;
- De PowerPointpresentatie die op 12 september 2018 is getoond aan de
liaison officeren het horen van de ‘andere’
liaison officer. Voor het overige concludeert het Openbaar Ministerie tot afwijzing van de verzoeken.
Verzoek met betrekking tot het horen van de liaison officers
liaison officerwas die aanwezig was bij het bezoek van twee rechercheurs aan de
Dubai Policeop 12 september 2018. De rechtbank ziet geen aanwijzing dat dit gegeven is verzwegen. Gelet daarop wordt het verzoek van de verdediging daarover afgewezen.
liaison officerbij de rechter-commissaris op 10 november 2021 is nog niet afgerond. Dat zal nog moeten gebeuren. Het verzoek van de verdediging om daarnaast de
liaison officerte horen die bij het bezoek aan de
Dubai Policeop 12 september 2018 aanwezig is geweest, zal de rechtbank toewijzen. De rechtbank ziet – anders dan door de verdediging verzocht – geen aanleiding om de
liaison officersop de terechtzitting als getuige te horen. Naar het voorlopig oordeel van de rechtbank heeft de rechter-commissaris op goede gronden de vordering tot het treffen van beschermende maatregelen ex artikel 190 lid 3 Sv toegewezen. De rechter-commissaris is bij uitstek geëquipeerd voor een dergelijk verhoor onder complexe omstandigheden. Daar komt bij dat de inhoudelijke onderbouwing van de verdediging – de rechter-commissaris zou de beslissing van de rechtbank denatureren – niet door de rechtbank wordt gevolgd. De rechtbank heeft op 13 juli 2021 beslist dat de rechter-commissaris de
liaison officerzou moeten horen over “welke informatie door of via de
liaison officerover verdachte [verdachte 3] is gedeeld met de autoriteiten van de VAE en over de feitelijke uitvoering van de aanhouding en de overdracht van verdachte [verdachte 3] ”. Daarbij heeft de rechtbank beslist
: “Mocht de beantwoording van vragen over deze onderwerpen aanleiding geven om (verdiepings)vragen te stellen over een onderwerp dat de rechtbank nu niet expliciet heeft benoemd, dan kan de rechter-commissaris de relevantie van de vragen bepalen en wanneer de vragen relevant zijn, ook die vragen (laten) stellen.”De rechter-commissaris heeft dit terecht als een gesloten opdracht beschouwd en de vragen van de verdediging die dit bestek te buiten gingen belet. Voorshands is de rechtbank van oordeel dat er door de rechter-commissaris tot op heden geen vragen zijn belet die bij nadere beschouwing toch door de getuige beantwoord hadden moeten worden. Aanvullend geldt dat de rechtbank van oordeel is dat de rechter-commissaris de opdracht om de ‘andere’
liaison officerte horen op eenzelfde wijze dient te interpreteren.
liaison officerte organiseren, dat zij niet bekend zijn met de zittingsplanning van 26Marengo en dat zij de suggestie doen aan de rechtbank om eventueel akkoord te gaan met een afsluitende schriftelijke vragenronde. De rechters-commissaris gaan in hun e-mail nog enkel uit van het afronden van verhoor van 10 november 2021. Inmiddels is duidelijk dat niet alleen dit verhoor nog moet worden afgerond, maar dat ook de ‘andere’
liaison officergehoord moet worden. De rechtbank is zich zeer bewust van de complexiteit van de planning van dergelijke verhoren, maar het gegeven dat er pas in juni 2022 gerekwireerd zal worden maakt dat hier voldoende tijd voor lijkt te zijn. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om af te zien van een verhoor en de verdediging schriftelijke vragen te laten stellen.
Verzoek om kopieën van politiële rechtshulpverzoeken
Dubai Policeover verdachte [verdachte 3] staat vast. Het proces-verbaal van 22 februari 2021 van de verbindingsambtenaar van het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum (hierna: LIRC), waaruit blijkt dat er een grote hoeveelheid informatie over verdachte [verdachte 3] is gedeeld met de
Dubai Police, is daar een weerslag van. De getuige heeft op 10 november 2021 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij geen extra informatie aan Dubai heeft verstrekt dan genoemd in dit proces-verbaal, behalve twee (kranten)artikelen die hij tijdens het verhoor eerder noemde. Aan het verzoek lijkt de impliciete stelling ten grondslag te liggen dat er meer of andere informatie aan de autoriteiten van Dubai zou zijn verstrekt, maar die stelling is op geen enkele wijze onderbouwd. Dat leidt tot afwijzing van dit verzoek.
Dubai Policeheeft gedeeld
op verzoekvan een rechercheur. De getuige heeft verklaard dat de rechercheur hem er slechts op heeft geattendeerd dat er een artikel over verdachte [verdachte 3] zou verschijnen, dat daar geen verzoek aan was verbonden, dat hij door meerdere collega’s is gebeld over publicaties in de Nederlandse pers, dat het gebruikelijk is dat je elkaar (de rechtbank begrijpt: in dit geval de
Dubai Police) informeert en dat er geen specifieke reden is waarom hij iets doorstuurt. Daarmee komt de grondslag aan dit verzoek te ontvallen. Dit leidt tot afwijzing van het verzoek.
liaison officerdan ook onbegrijpelijk en onvolledig zijn. De rechtbank kan deze redenering niet volgen en deze kan daarom niet dienen ter onderbouwing van het verzoek. Het verzoek wordt daarom afgewezen. Nu de beide
liaison officersnog als getuige gehoord gaan worden kan de verdediging uiteraard aanvullende vragen stellen over dit onderwerp.
Verzoek met betrekking tot verklaringen van medeverdachte [verdachte 7]
Verzoek om [naam 3] als getuige te horen
Verzoek om buurjongens van de kroongetuige als getuigen te horen
Verzoek om de ex-vriendin van de broer van de kroongetuige als getuige te horen
Verzoek om [naam 4] als getuige te horen
“Dus daar moet ik nog op terugkomen. Of dat de bedoeling is om wel te vertellen of niet te vertellen. Omdat we niet weten, kijk, als de Nederlandse Staat daar niks mee kan, dan heeft het geen nut om te vertellen. Maar sommige dingen ken je van tevoren al weten of ze in Nederland er wat mee kan of niet mee kan. Alleen is het dan handig om het wel dan te vertellen of die troef te bewaren voor iets, andere organisatie. Die er wel wat mee kan. Maar goed, het is, daar komen we op terug.”De rechtbank kan uit deze verklaring niet afleiden dat dit over [naam 4] gaat, maar de verdachte kan uiteraard aan de kroongetuige de vraag stellen welke betekenis zijn verklaring op het genoemde punt (de troef) heeft. Als onderbouwing voor het horen van [naam 4] als getuige is de verwijzing naar deze passage echter onvoldoende.
Verzoek van het Openbaar Ministerie om een persoon als getuige te horen
Verhoor van de partner van de kroongetuige
.De rechtbank heeft op 29 september 2020 op het verzoek van de verdediging van verdachten [verdachte 8] , [verdachte 9] , [verdachte 10] , [verdachte 6] en [verdachte 4] beslist dat de partner van de kroongetuige bij de rechter-commissaris gehoord zal worden over de telefoons die de kroongetuige (mogelijk) in zijn cel heeft gehad in 2017 en over haar wetenschap met betrekking tot de betrokkenheid van de kroongetuige bij de feiten uit de zaaksdossiers Roos/Doorn. Bij de regiezitting van 16 april 2021 heeft de verdediging van verdachten [verdachte 9] , [verdachte 10] en [verdachte 6] de rechtbank verzocht te bepalen dat de partner ook mag worden ondervraagd over de
inhoudvan de iPhone. De rechtbank heeft dat verzoek – evenals de verzoeken van de andere raadslieden om bij dat verhoor in dat geval te mogen aansluiten – voor dat moment afgewezen. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat de beslissing of de verdediging daarbij belang heeft pas kan worden genomen nadat de kroongetuige zelf over de inhoud van de iPhone is gehoord. Een reeds gepland verhoor van de partner over de eerste twee onderwerpen is om een praktische reden uitgesteld. De rechtbank wenste namelijk te voorkomen dat de getuige mogelijk een tweede keer bij de rechter-commissaris zou moeten verschijnen.
inhoudvan de iPhone mag worden bevraagd op de eerstvolgende regiezitting plaatsvindt. Daarna zal de rechtbank de rechter-commissaris verzoeken het verhoor van de partner in te plannen.
Overige verzoeken en vragen
Dubai Policezou hebben ondertekend te verstrekken. Het Openbaar Ministerie heeft daarop geantwoord dat dit document niet van de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten (hierna: VAE) is ontvangen maar dat dit wel (opnieuw) is opgevraagd met het aanvullende rechtshulpverzoek aan de VAE overeenkomstig de beslissing van de rechtbank van 8 november 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:6338) hierover. Ook hierop hoeft de rechtbank dan ook niet meer te beslissen.
Beslissingen ten aanzien van de planning
- Verdediging verdachte [verdachte 5] : één dag horen kroongetuige over ‘algemene onderwerpen’;
- Verdediging verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] en [verdachte 3] : één dag horen kroongetuige over ‘algemene onderwerpen’, daarna een dagdeel om namens cliënten ‘stukken in het geding te brengen’.
- Verdediging verdachte [verdachte 11] : zo lang wachten met het requisitoir dat medeverdachte [verdachte 4] nog inhoudelijk als getuige gehoord kan worden;
- Verdediging verdachte [verdachte 6] : één dag bespreking van de zaaksdossiers met cliënt, vier dagen horen van de kroongetuige (over algemene onderwerpen, iPhone-chats en zaaksdossiers);
- Verdediging overige verdachten: geen bijzondere wensen, zo snel mogelijk requisitoir.
- Het verzoek van de verdediging van verdachte [verdachte 4] om zijn zaken niet langer gelijktijdig te behandelen met de zaken van de andere verdachten wordt in dit stadium afgewezen. Dat betekent dat de zittingsdagen die ‘in alle zaken’ plaatsvinden, ook plaatsvinden in de zaken van verdachte [verdachte 4] . Dit betreft overigens een beperkt aantal zittingsdagen, zie hiervoor de bijlage. Er zal ook een groot aantal zittingsdagen worden gepland in zaken van afzonderlijke verdachten (waarna de processen-verbaal van die zittingen gevoegd zullen worden in de zaken van alle verdachten);
- De rechtbank heeft meegewogen dat de verdediging van verdachte [verdachte 4] de inleestijd – zeer begrijpelijk – ruim heeft ingeschat. Vast staat echter dat de verdediging van verdachte [verdachte 4] beschikt over een nagenoeg compleet dossier en dat er al veel onderzoek is verricht, ook in de zaken van verdachte [verdachte 4] . De rechtbank schat in dat de verdediging van verdachte [verdachte 4] gaandeweg in staat zal zijn om bij de eerstvolgende regiezitting eventuele (eerste) onderzoekswensen in te dienen. Speciale aandacht vraagt de rechtbank in dit verband voor onderzoekswensen waartoe een rechtshulpverzoek moet worden ingediend. In verband met de benodigde tijd voor de uitvoering daarvan, wordt de verdediging van verdachte [verdachte 4] verzocht dergelijke verzoeken zo spoedig als mogelijk is kenbaar te maken. De rechtbank stelt zich verder voor dat (alleen) de zaken van verdachte [verdachte 4] na die regiezitting open worden verwezen naar de rechter-commissaris. Eventuele na die zitting opgekomen wensen bij de verdediging van verdachte [verdachte 4] kunnen dan direct bij de rechter-commissaris worden ingediend, zodat niet gewacht hoeft te worden op een volgende regiezitting;
- De rechtbank zal in mei 2022 zittingsdagen plannen waarop zij de zaaksdossiers aan verdachte [verdachte 4] zal voorhouden. De rechtbank realiseert zich dat de verdediging daar op die data mogelijk nog niet geheel klaar voor is. In dat geval zal de mogelijkheid aan verdachte [verdachte 4] en diens verdediging worden geboden hier op nader te bepalen zittingsdagen op voort te bouwen;
- De rechtbank gaat ervan uit dat het Openbaar Ministerie in juni 2022 zal rekwireren. De rechtbank hecht er aan dat de data voor het requisitoir nu al worden vastgelegd, maar houdt rekening met de mogelijkheid dat de verdediging van verdachte [verdachte 4] hiervoor dan nog niet gereed is. In dat geval zal het Openbaar Ministerie in juni 2022 rekwireren in de zaken van de overige zestien verdachten en zal de rechtbank met de verdediging van verdachte [verdachte 4] en het Openbaar Ministerie een verdere planning maken. Hiervoor is een regiedag ingepland op de laatste zittingsdag in juni 2022;
- In maart, april en mei 2022 is een groot aantal zittingsdagen gereserveerd die de rechtbank zo goed mogelijk wil gebruiken. In de bijlage wordt de planning weergegeven. Er is een aantal reservedagen ingepland. Een drietal zittingsdagen komt definitief te vervallen;
- De rechtbank zal vanaf begin september 2022 een groot aantal zittingsdagen in De Bunker vastleggen voor pleidooien, repliek en dupliek. Tijdens de regiezitting begin maart 2022 wil de rechtbank van de raadslieden, met uitzondering van de raadslieden van verdachte [verdachte 4] , vernemen hoeveel tijd zij nodig denken te hebben voor hun pleidooi, zodat daarvoor een indeling gemaakt kan worden.