Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 april 2022 in de zaken tussen
[eiseres 1] , te Amsterdam, eiseres I (hierna: [eiseres 1] )
Zilveren Kruis Zorgkantoor, verweerder (hierna: het Zorgkantoor)
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
c. De zorg in de zorgbeschrijving is omvangrijker omschreven dan in werkelijkheid wordt geleverd. Dit maakt dat de zorgbeschrijving die het Zorgkantoor op 6 mei 2016 heeft ontvangen een onjuiste voorstelling van zaken geeft.
d. Daarnaast volgt uit de facturen, urenspecificaties en het zorgarrangement dat er alleen begeleiding (BEG) is geleverd. Dit komt niet overeen met de zorgbeschrijving die het Zorgkantoor op 6 mei 2016 heeft ontvangen, namelijk dat er persoonlijke verzorging (PV), huishoudelijke hulp (HH) en individuele begeleiding (BEG-I) gegeven zou worden. Ook dit maakt dat de feitelijke situatie niet overeenkomt met de zorgbeschrijving.
e. Dat de zorglevering gewijzigd is, had onverwijld door de budgethouder moeten worden aangepast en naar het Zorgkantoor worden gestuurd. [18] Dat staat ook in de toekenningsbeschikking van 6 december 2018.
f. Over de valse voorstelling van zaken door [eiseres 1] en de gebrekkige controle door de bewindvoerders: de budgethouder tekende slechts het zorgarrangement en kreeg niet de facturen onder ogen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- stelt de door het Zorgkantoor verbeurde dwangsom vast op € 1.442,-;
- vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- draagt het Zorgkantoor op het betaalde griffierecht van € 360,- aan [eiseres 1] te vergoeden;
- veroordeelt het Zorgkantoor in de proceskosten van [eiseres 1] tot een bedrag van € 2.244,-.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- draagt het Zorgkantoor op het betaalde griffierecht van € 360,- aan [eiseres 2] te vergoeden;
- veroordeelt het Zorgkantoor in de proceskosten van [eiseres 2] tot een bedrag van € 2.244,-.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- draagt het Zorgkantoor op het betaalde griffierecht van € 360,- aan [eiseres 3] te vergoeden;
- veroordeelt het Zorgkantoor in de proceskosten van [eiseres 3] tot een bedrag van € 2.992,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2022.