Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Circuit Court of Zielona Góra(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
VI K 198/16), dat ziet op vier onderliggende vonnissen (met referentienummers
II K 504/13,
VI K 284/14,
VI K 121/15en
VI K 154/15). Voorts heeft de rechtbank geoordeeld dat de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW aan de orde is met betrekking tot twee van de onderliggende vonnissen (met referentienummers
II K 504/13en
VI K 154/15). Om die reden wordt de overlevering voor deze twee vonnissen geweigerd.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak van 25 oktober 2019
4.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
the Circuit Court of Zielona Góravan 7 november 2019 volgt dat als de opgeëiste persoon niet voor alle feiten wordt overgeleverd, en geen afstand doet van zijn recht op specialiteit, de rechtbank die het samengestelde vonnis heeft opgelegd, een nieuwe straf zal moeten opleggen. De rechtbank “may impose a sentence as it sees fit”, maar kan alleen een straf opleggen tussen de langste straf die voor een van de feiten kan worden opgelegd tot het totaal van alle straffen die kunnen worden opgelegd. Er is dus sprake van beoordelingsruimte voor de rechtbank. Derhalve is de kwestie van de Poolse rechtsstaat ook in deze zaak aan de orde.
the Circuit Court of Zielona Góravan 7 november 2019 staat dat als een nieuwe straf aan de opgeëiste persoon moet worden opgelegd,
the District Court of Świebodzinin eerste aanleg en
the Circuit Court of Zielona Góra, Penal Appeal Divisionin tweede aanleg bevoegd zijn daarover te oordelen. Voorts wordt gesteld dat er geen kennis is van enige disciplinaire procedures tegen rechters en (vice)presidenten en dat er geen kennis van verandering is in de bezoldiging van rechters.
the District Court of Świebodzinvan 15 november 2019 staat dat er geen disciplinaire procedures of written remarks en geen veranderingen in de salarissen van de (vice)voorzitters en rechters zijn. Daarnaast is er geen kennis van procedures of maatregelen tegen rechters.
5.Slotsom
VI K 284/14en
VI K 121/15waarvoor de overlevering wordt gevraagd, is vastgesteld dat aan alle eisen is voldaan die de OLW daaraan stelt, dient de overlevering in zoverre te worden toegestaan.
II K 504/13en
VI K 154/15moet zij worden geweigerd.
VI K 284/14en
VI K 121/15waarvoor de overlevering moet worden toegestaan. Een en ander staat ter beoordeling van de bevoegde autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat, die gehouden zijn om, na de feitelijke overlevering, de tenuitvoerlegging van de straf tot het hiervoor bedoelde gedeelte te beperken.
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Circuit Court of Zielona Góra(Polen) ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het gedeelte van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, dat is opgelegd op grond van de onderliggende vonnissen met referentienummers
VI K 284/14en
VI K 121/15.
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op het gedeelte van de vrijheidsstraf dat is opgelegd op grond van de onderliggende vonnissen met referentienummers
II K 504/13en
VI K 154/15.