Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Prosecutor General’s Office of the Republic of Latvia(Letland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Bevoegdheid tot uitvaardiging van het EAB
5.Strafbaarheid
feiten 3 tot en met 11vast dat hieraan is voldaan.
diefstal, meermalen gepleegd;
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
feiten 1 en 2vast dat hieraan niet is voldaan. Hiertoe overweegt de rechtbank dat – blijkens onderdeel c) van het EAB – de overlevering wordt verzocht ter zake van een feit waarop naar Lets recht een vrijheidsstraf met een maximum van drie maanden staat. De rechtbank is – met de raadsman en de officier van justitie – van oordeel dat aldus niet is voldaan aan de eis van artikel 7, lid 1, sub a, onder 2 OLW, kaderbesluitconform uitgelegd (ECLI:NL:RBAMS:2015:7460) nu het feit in de uitvaardigende lidstaat niet strafbaar is gesteld met een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden. Derhalve moet de overlevering ten aanzien van deze feiten worden geweigerd.
6.Slotsom
feiten 3 tot en met 11waarvoor de overlevering wordt gevraagd, is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering voor die feiten te worden toegestaan.
feiten 1 en 2moet de overlevering worden geweigerd.
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Prosecutor General’s Office of the Republic of Latvia(Letland) ten behoeve van het in Letland tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de
feiten 3 tot en met 11waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op de
feiten 1 en 2waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.
Aldus gedaan door