Uitspraak
the Prosecutor General’s Office of the Republic of Latvia(Letland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de verzochte overlevering toelaatbaar is en dat de gevangenhouding moet worden bevolen. Haar schriftelijke samenvatting ex artikel 26, tweede lid, OLW is in het dossier gevoegd.
ECLI:EU:C:2019:456) en PF (C-509/18,
ECLI:EU:C:2019:457) uit te laten, alsmede om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de navolgende vragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit voor te leggen:
the Prosecutor General’s Officebij de vaststelling van en beslissing tot uitvaardiging van een EAB geen enkel risico loopt om te worden onderworpen aan met name een individuele instructie vanwege de uitvoerende macht?
the Prosecutor General’s Office of the Republic of Latviavan een EAB ter fine van vervolging, in het bijzonder met betrekking tot de evenredigheid van een dergelijke beslissing, in een procedure die volledig voldoet aan de eisen die voortvloeien uit een effectieve rechterlijke bescherming?
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Letse nationaliteit heeft.
3.Grondslag en inhoud van het EAB
(‘based on which the security measures – residence in a particular place and prohibition to leave the country – were changed to the security measure arrest’)
(‘based on which the security measure – arrest – was applied to Jevgeņijs Samkovs’).
On 29 July 2016, between 23.00 o’clock and 24.00 o’clock, in Daugavpils, [adres 1] , [naam opgeëiste persoon] with his car awaited [naam 1] who asked him to take and sell the bicycle stolen by [naam 1] from the basement at [adres 2] Daugavpils.Having come to Preiļi on 30 July 2016, at about 11.00 o’clock, [naam opgeëiste persoon] , being aware of the fact that the bicycle had been obtained in a criminal manner, sold it to [naam 2] for 70 EUR. [naam 1] filled in [naam opgeëiste persoon] car with fuel as remuneration for what had been done.
On 20 September 2016, at about 00.40 hours, in Daugavpils, [adres 3] , while in the yard of the multi-apartment building, [naam opgeëiste persoon] with covetous motives, acting jointly with the person against whom the criminal case was separated into other records, stole the following property belonged to [naam 3] , in a concealed manner from the car and its baggage compartment through the broken left window of the vehicle “Peugeot Bipper”, state registration [nummer 1] :- a camera stand “Konig KN-Tripod 40”, for the value of 15 EUR;- a metal detector “Garret Ace 250”, for the value of 150 EUR;- a metal detector “Minelab Quattro”, for the value of 490 EUR;- headphones ‘Acme”, for the value of 15 EUR,but in total the property stolen from [naam 3] amounts to 670 EUR.
On 20 September 2016, at about 00.40 hours, in Daugavpils, [adres 3] , while in the yard of the multi-apartment building, for the purpose to enter the vehicle belonged to another person for committing theft, [naam opgeëiste persoon] threw the fragment of ceramic spark plug carried with him, into the window of the vehicle “Peugeot Bipper”, state registration number [nummer 1] , baggage compartment, and broke (destroyed) its glass 90.91 EUR worth.
[naam opgeëiste persoon] is being accused of the fact that on 23 January 2017, at about 00.30 bours, for the purpose to steal the movable property of another, by opening the driver’s door with the key, he stole the car “Audi 80”, state registration number [nummer 2] , belonged to [naam 4] and [naam 5] , parked in the yard of the house No 108 at [adres 4] , Daugavpils, the value of which is 500 EUR.
4.Bevoegdheid tot uitvaardigen van het EAB
Prosecutor General’s Office of the Republic of Latvia.
60 Uit de overwegingen in de punten 50 tot en met 59 van dit arrest volgt dat een autoriteit, zoals een openbaar ministerie, dat beschikt over de bevoegdheid om in het kader van de strafprocedure strafvervolging in te stellen tegen een persoon die ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd, teneinde hem voor de rechter te brengen, moet worden geacht deel te nemen aan de rechtsbedeling in de betrokken lidstaat.
proceedings in civil law or administrative injunction’blijft onbeantwoord. Er is sprake van een door een autoriteit die weliswaar aan de rechtsbedeling deelneemt uitgevaardigd EAB maar deze autoriteit is geen rechterlijke instantie. In zo een geval moet er sprake zijn van een verdergaande bescherming. De toets door een onafhankelijke rechterlijke instantie ontbreekt echter. Het EAB voldoet niet aan de door het HvJ in zijn arrest gestelde voorwaarden. Primair verzoek ik u de Nederlandse officier van justitie niet ontvankelijk te verklaren in de vordering, subsidiair vraag ik u de verzochte overlevering te weigeren op dezelfde gronden.
Het Openbaar Ministerie zou graag zien dat de rechtbank aan het HvJ EU (aanvullende) prejudiciële vragen stelt over de uitleg van overweging 75 van het arrest OG/PI. Het is niet duidelijk waarom tegen een beslissing van een onafhankelijke officier van justitie wel beroep open moet staan en tegen een beslissing van een rechter niet. Een dergelijke vraag zou als volgt kunnen luiden:
the Prosecutor General’s Office (Ģenerālprokuratūra)van Letland verstrekte informatie stelt de rechtbank allereerst vast dat de Letse officier van justitie, die het EAB heeft uitgevaardigd, moet worden geacht deel te nemen aan de rechtsbedeling in Letland en onafhankelijk optreedt. Zoals het HvJ EU in de zaak PF heeft overwogen (onder 56) “kan” deze functionaris daarom worden beschouwd als “uitvaardigende rechterlijke autoriteit” in de zin van artikel 6, lid 1, van Kaderbesluit 2002/584; hieruit volgt dat de Letse officier van justitie mogelijk is aan te merken als een “uitvaardigende rechterlijke autoriteit”.
wanneer het recht van een uitvaardigende lidstaat de bevoegdheid om een Europees aanhoudingsbevel uit te vaardigen toekent aan een autoriteit die weliswaar aan de rechtsbedeling in die lidstaat deelneemt maar zelf geen rechter of rechterlijke instantie is, de beslissing omeen dergelijk aanhoudingsbeveluit te vaardigen en met name de evenredigheid van een dergelijke beslissing in de betreffende lidstaat het voorwerp moet kunnen uitmaken van een beroep in rechte dat volledig voldoet aan de vereisten die voortvloeien uit een effectieve rechterlijke bescherming”.
of de beslissingen van de procureur-generaal om een Europees aanhoudingsbevel uit te vaardigen het voorwerp kunnen uitmaken van een beroep in rechte dat volledig voldoet aan de door een effectieve rechterlijke bescherming gestelde eisen”.