Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudig kamer van 14 november 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser(gemachtigden: mr. A.J.M. van Roy en mr. M.W.V. van Duursen),
de burgemeester van Amsterdam, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
subsidiariteit).
De stelling van de burgemeester dat het beleid hier analoog kan worden toegepast op sluitingen als hier aan de orde, met verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 7 september 2016, volgt de rechtbank niet. [6] De rechtbank leest in deze uitspraak van de Afdeling geen onderbouwing van deze stelling. De burgemeester heeft bovendien niet met voorbeelden uit de praktijk onderbouwd dat sprake is van een vaste bestuurspraktijk. De keus van de burgemeester om het bedrijfspand voor onbepaalde tijd te sluiten acht de rechtbank, in het licht van wat hiervoor onder 7.3 is overwogen dan ook disproportioneel. Dit betekent dat de sluiting van het bedrijfspand voor onbepaalde tijd niet rechtmatig is.
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 november 2019.