In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 23 oktober 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de burgemeester van Son en Breugel en de eigenaar van een Rottweiler, genaamd Diesel. De burgemeester had besloten de hond te euthanaseren, omdat deze als agressief werd beschouwd na meerdere bijtincidenten. De eigenaar kon de euthanasie voorkomen door de hond over te dragen aan een persoon of instelling buiten de woonplaats, waar de hond geen gevaar zou opleveren voor mens en dier. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester het besluit niet goed had gemotiveerd. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de burgemeester zich beriep op de lichte bevelsbevoegdheid uit de Gemeentewet, maar dit was niet in de besluitvorming vermeld. De rechtbank concludeerde dat het besluit de indruk wekte van een last onder bestuursdwang, terwijl er geen sprake was van de vereiste onmiddellijkheid voor het toepassen van de lichte bevelsbevoegdheid. De rechtbank verklaarde het beroep van de eigenaar gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herstelde het primaire besluit, waardoor de euthanasie niet door kon gaan. Tevens werd de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van de eigenaar, die in totaal € 1.948,00 bedroegen. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.