Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 juni 2019 in de zaak tussen
[eiser] , eiser en
de burgemeester van Amsterdam, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
gedragingen vanuit de woning of vanuit het bijbehorende erfwaardoor de openbare orde wordt verstoord. Verweerder is in beginsel niet bevoegd een woning te sluiten in de hier aan de orde zijnde omgekeerde situatie, waarin de verstoring van de openbare orde het gevolg was van een [projectiel] die is gegooid
naarde woning of bijbehorende portiek. Dit is geen gedraging vanuit de woning of het bijbehorende erf, maar een gedraging van buiten de woning of het bijbehorende erf. De rechtbank is verder van oordeel dat het niet relevant is dat de [projectiel] is geland op de grond in het portiek en daar tot ontploffing is gekomen. Daarmee is namelijk nog steeds geen sprake van een gedraging
vanuithet bij de woning behorende erf. Aan een beoordeling van de vraag of, zoals verweerder heeft betoogd, sprake is van een ‘erf’ in de zin van artikel 174a van de Gemeentewet, komt de rechtbank dan ook niet toe.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 2.304,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2019.